Direct naar artikelinhoud
ReportageBlinde statushouders

Hossam wil graag Nederlands leren, maar voor blinde nieuwkomers is er bijna geen les

Hossam Althakali (26) uit Syrië kreeg te horen dat er te weinig aanmeldingen waren bij de ene school die hem taalles wilde geven. Nu wacht hij al zeven maanden.Beeld Rebecca Fertinel

Blinde statushouders kunnen vaak nergens terecht om Nederlandse taallessen te volgen. De gevolgen zijn groot: ze voelen zich geïsoleerd en lopen vertraging op met studeren of werken.

en

Vol goede moed klopte de Syrische Hossam Althakali (26) aan bij het taalklasje in het asielzoekerscentrum. Kon hij aanschuiven? Nee, kreeg hij te horen van de docent. Hij had geen ervaring met blinden. Dus sorry, dat kon niet.

Hetzelfde riedeltje speelde zich af toen Althakali, eenmaal in het bezit van een verblijfsvergunning, taalscholen benaderde. De basis had hij intussen geleerd bij het in Apeldoorn gevestigde Het Loo Erf, onderdeel van Koninklijke Visio. In dit expertisecentrum voor slechtzienden en blinden kunnen statushouders terecht voor een intensief revalidatietraject, gericht op zelfredzaamheid. Althakali leerde hoe hij zelfstandig kon reizen en een huishouden moest runnen, maar met de taal schoot hij weinig op: een fatsoenlijk gesprek voeren lukte niet. Laat staan dat hij de door hem beoogde rechtenstudie met een vereist taalniveau van B1 zou kunnen volgen. 

Althakali, die in Damascus sociologie studeerde en vier jaar geleden met zijn vader naar Nederland afreisde, zag zich genoodzaakt taallessen te volgen. Alleen: in het asielzoekerscentrum was hem aangeraden op basis van medische gronden ontheffing aan te vragen voor zijn inburgering. Doordat hij dit advies had opgevolgd, had hij zijn recht op een lening bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (Duo) verspeeld. Het is juist die lening, van maximaal 10 duizend euro, waarmee statushouders de taallessen bekostigen die nodig zijn om te slagen voor hun inburgeringsexamen.

Bij de taalscholen die Althakali benaderde, kreeg hij telkens hetzelfde te horen: ze hadden geen ervaring met blinden. Bovendien: wie zou zijn lessen betalen? Na zeven maanden leuren had Althakali beet. Een taalschool in Breda, waar hij woonde, wilde hem wel helpen. De school beschikte over een subsidiepotje van de gemeente, waaruit onder meer lessen voor statushouders die ontheffing hadden gekregen werden betaald. Toen hij niet veel later naar Roosendaal verhuisde, kon hij op basis van dezelfde voorwaarden terecht bij een andere vestiging van de school.

Spraakcomputer

Althakali was de enige blinde in de klas. Via een gespecialiseerde bibliotheek liet hij zijn lesboeken omzetten in digitale documenten, zodat hij die met zijn spraakcomputer kon lezen. ‘De school wist niet hoe zij moest omgaan met blinden, dus ik moest alles zelf regelen’, zegt Althakali, zittend op de bank van zijn strak ingerichte portiekwoning. Aan de muur hangt een kaart van Nederland, met de plaatsnamen in braille. ‘Maar ik was heel blij met de kans die ik kreeg.’

De vreugde was van korte duur: na vier maanden les in Roosendaal kreeg Althakali plotseling te horen dat er te weinig aanmeldingen waren voor de nieuwe cursus. Doordat de klas niet vol kwam te zitten, zou de gemeente geen subsidie verstrekken.

Dat was in juni. Zeven maanden later wacht Hossam nog dagelijks op een seintje van de school dat hij weer kan beginnen. ‘Deze school is voor mij de enige optie’, zegt hij. ‘Dus ik heb geen andere keuze dan te wachten.’

Het is niet bekend hoe groot de groep statushouders is die vanwege een beperking tegen dezelfde obstakels als Althakali aanloopt. Registratie ontbreekt. Niet alleen blinden, ook doven kunnen niet zomaar alle onderdelen van het inburgeringsexamen maken. Door ontheffing aan te vragen wordt dit probleem omzeild, maar omdat er geen alternatief traject is voor deze specifieke groep, wordt hun ‘het recht op gelijkwaardige participatiemogelijkheden ontnomen’, zegt Karin Rademaker, projectleider bij Koninklijke Visio.

Het expertisecentrum begeleidt jaarlijks tientallen blinde statushouders en andere anderstaligen met een visuele beperking. Rademaker: ‘De zorgverzekeraars zijn steeds minder bereid om taaltraining binnen de revalidatie te bekostigen, omdat dit niet tot de directe zorg behoort.’

De meeste statushouders met een visuele beperking zijn volgens Rademaker opgelucht dat ze zijn vrijgesteld van de inburgeringsplicht. ‘Daarmee is de vernedering van tussen goedzienden in een taalklas te moeten ‘sukkelen’ afgewend. Het wordt ervaren als een erkenning van hun beperking. Ook is de dreiging van een boete van de baan.’ Wie namelijk niet op tijd slaagt voor zijn examens, kan door Duo worden beboet of moet de lening deels terugbetalen.

Amany Shalha (30) uit Syrië besloot tegen de adviezen in deel te nemen aan het reguliere inburgeringstraject en vond een gewillige taalschool. Ze is ­beëdigd als tolk.Beeld Rebecca Fertinel

Zelfstandig leven

Statushouders met een medische indicatie zijn niet verplicht ontheffing aan te vragen. Amany Shalha (30) koos er bewust voor wél deel te nemen aan het reguliere inburgeringstraject. In haar thuisland Syrië leidde ze als blinde vrouw een zelfstandig leven: ze had een studie gevolgd aan de universiteit van Damascus, kreeg daarna een goede baan als tolk en runde een stichting voor blinde vrouwen. Koste wat het kost wilde ze voorkomen dat ze in Nederland thuis op de bank zou komen zitten. Via het geluid van YouTube-filmpjes leerde ze zichzelf in het asielzoekerscentrum alvast een aardig woordje Nederlands.

Ook Shalha kreeg in het asielzoekerscentrum het dwingende advies ontheffing aan te vragen. ‘Het werd gepresenteerd als iets dat verplicht was’, vertelt ze in haar appartement in Zeist. ‘Ik zou een schuld krijgen als ik de vrijstelling zou weigeren.’

Shalha negeerde de dreigende woorden en vond een gewillige taalschool met behulpzame docenten. Duo betaalde de lessen. ‘Ik was de ­beste van de klas’, zegt ze stralend. Haar beperking werd pas een probleem toen ze een inburgeringsexamen moest afleggen bij Duo. De overheidsinstantie beschikt weliswaar over een braillevariant van het examen, maar afnemers hiervan moeten apart worden ingepland. Na talloze telefoontjes, mailtjes en brieven van een Nederlandse vriend kon ze negen maanden later terecht bij Visio Het Loo Erf. Ze slaagde in één keer voor alle onderdelen. Inmiddels is ze beedigd als juridisch tolk en heeft ze een baan weten te bemachtigen.

Kokob Weldemariam (35) uit Eritrea kon door een onverwachte particuliere donatie – ‘een godsgeschenk’ – alsnog bij een school terecht. Hij spreekt nu redelijk Nederlands.Beeld Rebecca Fertinel

Donatie

Zover is de 35-jarige Eritrese Kokob Weldemariam nog niet. In zijn thuisland studeerde hij Engelse literatuur, nu wil hij net als Shalha tolk worden. Omdat hij wel een ontheffing had aangevraagd, kon hij geen lening afsluiten. Door een onverwachte particuliere donatie vanuit zijn kennissenkring – ‘een godsgeschenk’ – kon hij alsnog bij een school terecht, waar hij B2 afrondde. Hij spreekt nu redelijk Nederlands en is actief als tolk en gezinsbegeleider bij Vluchtelingenwerk, maar hij voelt zich nog geen onderdeel van de samenleving. 

Integratie is meer dan het leren van de taal, zegt hij in zijn woning in Apeldoorn. Hij wil de Nederlandse cultuur doorgronden, maar mist een begeleider die hem kan helpen. Mede door het trauma dat hij opliep tijdens zijn overtocht van Eritrea naar Nederland, heeft hij moeite met ontspannen. ‘Als ik door het bos wil wandelen of naar een concert wil, moet iemand mij begeleiden. Gelukkig heb ik een groot sociaal netwerk. Dat heb ik nodig om van het leven te genieten, van de vrede in Nederland. Niet iedereen heeft dat geluk: ik ken blinde statushouders die erg eenzaam zijn.’

De nieuwe Wet inburgering, die het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid volgend jaar wil invoeren, zal waarschijnlijk verlichting brengen. Slechtziende en blinde statushouders krijgen de mogelijkheid gedeeltelijke ontheffing aan te vragen voor het inburgeringsexamen. Ze kunnen dan bijvoorbeeld de onderdelen spreken en luisteren afleggen, maar worden ontheven van lezen en schrijven. ‘Door verschillende leerroutes aan te bieden wordt maatwerk mogelijk’, aldus het ministerie. ‘Dit kan bijdragen aan een betere inburgering van mensen met een beperking.’ Het ministerie is in gesprek met Visio over een pilottraject inburgering voor mensen met een visuele beperking. Taallessen maken hier onderdeel van uit.

Voor de Syrische Hossam Althakali komt de nieuwe wet te laat. Terwijl zijn broer en zus, die niet blind zijn en later dan hij in Nederland aankwamen, aan een studie zijn begonnen, wacht hij nog op een telefoontje van de enige taalschool waar hij terecht kan.

De wens om een rechtenstudie te volgen heeft hij voorlopig geparkeerd. Hij richt zijn pijlen nu op de mbo-opleiding juridisch administratief dienstverlener, waarvoor het ­vereiste taalniveau minder hoog is. ‘Ik moet realistisch blijven.’

Inburgering en problemen

Gemeenten willen meer geld van het Rijk om vluchtelingen goed te laten inburgeren. Zonder extra budget en meer inspraak zal het Den Haag, Rotterdam, Amsterdam en Utrecht niet lukken deze nieuwe taak effectief uit te voeren, betogen ze.

De huidige conceptwet Inburgering werkt vooral voor de ‘kansrijke migrant’, schrijft gastcolumnist Ilias Mahtab. ‘Met name kwetsbare nieuwkomers hebben meer afstand tot de arbeidsmarkt en dreigen voor een lange tijd in de bijstand terecht te komen.’

John Erkelens en zijn Indonesische vrouw Yen zouden samen gelukkig worden in Nederland, zo was het idee, maar de plannen zijn gewijzigd. Yen heeft 351 uur onderwijs gevolgd, is 5.000 euro lichter, maar heeft haar examens nog altijd niet gehaald. ‘We zijn er nu maar mee gestopt’, verzucht Erkelens. ‘Zodra het kan, verhuizen we naar Indonesië. Daar betaal je 800 euro voor een verblijfsvergunning voor vijf jaar, zonder onzinnige eisen.’

Inburgeren en taalniveau
Iedere statushouder is verplicht om in te burgeren. Dit gebeurt door examens af te leggen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (Duo), die leningen verstrekt voor het volgen van taallessen. De examens bestaan onder meer uit de onderdelen lezen, luisteren, schrijven, spreken en kennis van de Nederlandse maatschappij. Er zijn vier taalniveaus: A1, A2, B1, en B2. Om te slagen voor het inburgeringsexamen, moet minimaal taalniveau A2 worden behaald. Het inburgeringsexamen is nodig om te kunnen naturaliseren, oftewel om Nederlander te worden.