Direct naar artikelinhoud
NieuwsStroom

Nederland haalt zijn stroom niet meer van over de grens

Matthijs Nijpels (links) van Epex Spot, waar op grote schermen de elektriciteitsprijzen in de gaten worden gehouden.Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

Nederland importeert voor het eerst sinds mensenheugenis nauwelijks stroom. Dat is te danken aan het inzakken van de Duitse kolenstroom. Door de stijgende prijs van CO2-emissies is de positie van onze gascentrales sterk verbeterd. En dan heb je nog die continue wind- en zonnestroom.

Het kantoor van Epex Spot op een Amsterdams kantorenpark is maar moeilijk te vinden. Aan de gevel hangt geen enkel bord. Toch wordt op de schermen van dit bedrijf eenderde van alle Europese elektriciteit verhandeld, vertelt directeur Matthijs Nijpels.

Toen de Hemwegcentrale (de Amsterdamse kolencentrale) eind vorig jaar zijn laatste rook uitblies, zagen de specialisten van de stroombeurs daar op diezelfde schermen niets van. ‘We zagen het alleen dáár’, zegt Nijpels, wijzend op de schoorsteen van de centrale een paar honderd meter verderop: ‘Die hield op met roken.’

Epex (European Power Exchange) Spot is een van de instanties die van Europa één stroommarkt maken. Het is niet de stroom zelf die via de systemen van Epex loopt, het is de handel. Eigenaren van centrales bieden hun stroom aan, windparkexploitanten doen hetzelfde, uiteraard met een schuin oog op de weersverwachtingen. Energiebedrijven zoals Vattenfall en Eneco, maar ook grote bedrijven die rechtstreeks inkopen, bevinden zich onder de 300 leden van de beurs. Elke dag om 12 uur precies wordt een veiling afgewikkeld voor stroom die de volgende dag moet worden afgeleverd. Kleinere hoeveelheden stroom worden de hele dag verhandeld: een klik met de muis en de stroom is verkocht.

Voor de Nederlandse handel in elektriciteit was 2019 een bijzonder jaar. Zover het menselijk geheugen reikt, was Nederland altijd een groot importeur van stroom. Vorig jaar leek Nederland af te stevenen op het eerste overschot op de handelsbalans voor elektriciteit, maar aan het einde van het jaar resulteerde nog net het kleinste netto importoverschot in tientallen jaren: 855 gigawattuur, dat is 0,7 procent van het nationale verbruik. Oftewel: in 2,5 dagen hebben we dat opgebruikt. Sinds 2003 was het importoverschot altijd ettelijke malen groter, tot 2015 zelfs nog 10- tot 25 maal zo groot.

Hoe kan dit? Drie verklaringen.

1. Kolenprijs omhoog, gasprijs omlaag

De verhoudingen op de Europese markt zijn de afgelopen jaren sterk veranderd. Duitsland is veruit de belangrijkste handelspartner gebleven; driekwart van de Nederlandse stroomimport komt daar vandaan. De Duitse kolen- en kerncentrales hadden bijna altijd een kostenvoordeel boven de Nederlandse gascentrales. Dus stonden veel gascentrales stil, terwijl de kolenstroom de markt veroverde.

Afgelopen jaar lag dat anders. De prijs van kolen steeg, die van gas daalde. Daardoor kregen de Nederlandse gascentrales een betere positie dan de Duitse kolencentrales. Dat de prijs van gas daalde, had ten dele een triviale reden: de zachte winters. Energiemaatschappijen en gashandelaren slaan voor de winter gas op in opslagplaatsen, en als het wegens onverwacht hoge temperaturen niet wordt gebruikt, drukt die voorraad de prijs. Weliswaar is het Groninger veld als bron van gas aan het wegvallen, maar daar staat een groeiende import tegenover via gasbuizen uit Rusland en Noorwegen, en per schip uit de Verenigde Staten en Arabische landen.

2. Prijs voor CO2-uitstoot is geen lachertje meer

Voor het eerst kwam daar een factor bij die de komende jaren nog aanzienlijk aan belang kan winnen: de prijs van CO2-rechten. Sinds 2005 moeten elektriciteitscentrales voor elke ton CO2 die ze uitstoten een emissierecht hebben. Die emissierechten moeten ze kopen op de markt. Tot twee jaar geleden was dat een lachertje: zo’n recht kostte minder dan 7 euro, en dat gold als verwaarloosbaar. Maar inmiddels is de prijs gestegen tot rond de 25 euro. Dat is te merken, zegt Machiel Mulder, hoogleraar energiemarkten aan de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Mede dankzij die hogere prijs voor CO2-rechten is kolenstroom nu niet meer goedkoper dan stroom uit gascentrales.’

Mulder denkt, net als veel andere optimistische deskundigen, dat de prijs van emissierechten zal blijven stijgen, en dus de concurrentiepositie van kolen zal blijven verslechteren. Hij kent geen Europese kolencentrales die al buiten bedrijf zijn gesteld omdat ze de concurrentie niet meer aankunnen, maar een ander effect is al wel te zien: ‘Er is niemand meer die nog investeert in nieuwe kolencentrales.’

Matthijs Nijpels (links) van Epex Spot in de centrale waar op grote schermen de elektriciteitsprijzen in de gaten worden gehouden.Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

3. Opkomst wind- en zonnestroom

Wat ook fnuikend is voor de kolencentrales, is de opkomst van wind- en zonnestroom. Hoe laag de stroomprijs op een bepaald moment ook is, de molens  blijven draaien en de zonnepanelen blijven produceren. Gascentrales zijn aanzienlijk beter in staat om hun productie af te stemmen op de productiepieken en -dalen van de duurzame energie. Kolencentrales moeten veel meer uren draaien om rendabel te zijn dan een gascentrale, want het bouwen van kolencentrales kost veel meer.

Weinig import heeft nadelen

Dat Nederland nu per saldo meer zelfvoorzienend is, lijkt prettig maar heeft ook nadelen. De productie van bijna alle elektriciteit gaat gepaard met uitstoot van CO2. Gemiddeld levert de productie van 1 megawatt een halve ton broeikasgas op. Alle stroom die Nederland importeert, wordt in het buitenland geproduceerd. Daardoor komt de bijbehorende uitstoot op naam van het exporterende land. Als Nederland vorig jaar evenveel stroom had geïmporteerd als in 2018, zou daardoor de in Nederland geboekte uitstoot naar schatting 3,5 miljoen ton lager zijn uitgekomen. Dat is 2 procent van de totale uitstoot van broeikasgas in Nederland. Dat kan voor minister Wiebes, die moet zien te voldoen aan het Urgenda-vonnis voor CO2-reductie, juist een probleem zijn.

Intussen worden de prijspieken van stroom groter en groter. Vooral dankzij de moeilijk voorspelbare uithalen van de wind- en zonnestroom. ‘Tijdens de feestdagen hebben we een paar keer negatieve prijzen voor stroom gehad’, zegt Nijpels van Epex. Het stroomverbruik ligt dan laag omdat de industrie goeddeels stil ligt. Als het dan toch waait, is er een overvloed aan stroom. ‘En de kerncentrales gaan niet uit, zelfs niet als ze geld toe moeten betalen voor de stroom die ze leveren.’

De hoogste prijs die hij zich herinnert, dateert alweer van 2006, toen veel elektriciteitscentrales moesten worden stilgelegd bij gebrek aan koelwater. ‘Toen hadden we voor sommige momenten prijzen tot 1.800 euro per megawattuur.’

Kolenstroom in Europa holt achteruit

Voor het eerst in de geschiedenis leverden wind en zon samen vorig jaar meer stroom dan alle kolencentrales bij elkaar. Dat blijkt uit een overzicht van de elektriciteitsmarkt dat onlangs werd gepubliceerd door Sandbag, een Brits/Brusselse klimaatdenktank, zoals het zichzelf omschrijft.

De productie van kolenstroom daalde met 24 procent, een nooit eerder vertoonde klap. Dat is voor een belangrijk deel te danken aan de opgelopen prijs van CO2-rechten (voor elke ton uitstoot moet een stroomproducent zo’n recht kopen). Kolencentrales stoten dubbel zoveel CO2 uit als gascentrales, en hun CO2-kosten zijn dan ook dubbel zo hoog. Productie uit bruinkool daalde 16 procent, die uit zwarte kool zelfs met 32 procent. Sinds 2012 is de productie van kolenstroom nagenoeg gehalveerd.

Doordat minder kolen werden verstookt, daalde de CO2-uitstoot van de stroomopwekking in recordtempo: met 120 miljoen ton oftewel 12 procent. Bijna alle Europese landen hebben al besloten te stoppen met kolenstroom, bijna allemaal voor 2030. Een vijftal Oost-Europese landen hebben nog geen plannen voor een kolenverbod.

Hernieuwbare energie (zon, wind, biomassa) was goed voor 18 procent van de stroom.

Of de daling van de productie van kolenstroom doorzet, moet nog blijken. De prijs van emissierechten stijgt al enige tijd niet meer. In Nederland zal de productie van kolenstroom waarschijnlijk wel flink lager uitkomen. Eind vorig jaar sloot in Amsterdam een kolencentrale, en een van de grote moderne kolencentrales op de Maasvlakte staat al weken stil vanwege een mankement. De productie van atoomstroom blijft langzaam maar zeker dalen; afgelopen jaar met 1 procent.