Direct naar artikelinhoud
InterviewCarlo Wolters

Borssele-directeur Carlo Wolters: ‘Met alleen wind en zon halen we klimaatdoelen niet’

De kerncentrale van Borssele.Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

Kernenergie in Nederland leek een doodlopende weg, maar is het laatste jaar weer een item. Dus ligt ook de vraag op tafel of de centrale in Borssele langer dan tot 2034 open moet blijven. Borssele-directeur Carlo Wolters roept op de wet daarvoor te wijzigen én nieuwe centrales te bouwen. 

Kernenergie speelde nauwelijks een rol in de klimaatdiscussie in Nederland, totdat Arjen Lubach eind 2018 een vurig (en natuurlijk grappig) pleidooi hield voor kerncentrales. Kort daarna durfde adjunct-leider Klaas Dijkhoff van de VVD het ook.

Weer iets later, in april vorig jaar, kwam de vereniging Nucleair Nederland, de organisatie van nucleaire bedrijven en instellingen, met een plan naar buiten: laten we de kerncentrale in Borssele langer in bedrijf houden, langer dan tot 2034 zoals nu is afgesproken. En laten we een paar fikse nieuwe kerncentrales ontwikkelen. Op aandringen van de Tweede Kamer stelt minister Wiebes een onderzoek in naar de mogelijkheden. Hij komt binnen enkele maanden met een standpunt.

Voor het eerst sinds de publicatie van plan van Nucleair Nederland is Carlo Wolters bereid met de pers te praten. Wolters is directeur van EPZ, de eigenaar van de kerncentrale van Borssele. Hij klinkt niet zozeer gretig, als wel afwachtend. ‘Wij willen best een bijdrage leveren aan het langer open houden van de kerncentrale. Maar op dit moment staat de wet het niet eens toe. In de Kernenergiewet staat: aanvragen voor verlenging van de levensduur van Borssele mogen niet in behandeling worden genomen.’

Die bepaling werd in de wet opgenomen toen in in 2006 het voortbestaan van de centrale werd verlengd tot 2034. Tot dat moment leek sluiting een kwestie van hooguit enkele jaren. Tegelijkertijd werd bepaald dat verdere verzoeken tot levensverlenging niet zouden worden behandeld.

Wolters: ‘Dus als de overheid wil overwegen om de centrale langer open te houden, dan is het eerste wat moet gebeuren: die wet veranderen. Daarna zouden de overheid, onze aandeelhouders en wij om de tafel moeten gaan zitten om te zien onder welke voorwaarden dat zou kunnen. Eén van die voorwaarden is in ieder geval: commitment van de overheid. Er zullen investeringen nodig zijn, en je gaat geen dure technische verbeteringen doorvoeren tenzij je zeker weet dat het voor 10, of 20 jaar is.’

Maar jullie hebben natuurlijk wel al gekeken wat de technische en economische mogelijkheden zijn.

‘Nee, dat hebben we niet gedaan. Zo’n onderzoek kost veel geld, dus daar begin je pas aan als je een redelijke zekerheid hebt dat je langer open kunt blijven. Zolang die blokkade in de Kernenergiewet daar ligt, hoeven wij daar niet aan te beginnen.’

Maar u bent natuurlijk wel naar minister Wiebes gegaan om hem erop te wijzen dat die wet nu alles blokkeert.

‘Nee, dat hebben we ook niet gedaan, want dat weet het ministerie zelf ook wel.’

Waarom wilt u de centrale eigenlijk zo graag langer open houden? Gaat het alleen om het voortbestaan van EPZ?

‘Wat mij betreft is het groter. Met alleen wind en zon gaan we de klimaatdoelen niet halen. Minister Wiebes zit met zijn vingers tussen de deur. Hij weet ook dat hij met het huidige instrumentarium die doelen niet gaat halen. Deze centrale produceert al heel lang en heel veilig 3 procent van de Nederlandse stroom, en stoot geen CO2 uit. Dat zou toch zonde zijn om weg te doen.’

De aandelen van EPZ zijn voor 70 procent in handen van de Zeeuwse energiemaatschappij PZEM. De andere aandeelhouder is het Duitse RWE, die duidelijk te kennen heeft gegeven niet meer te willen investeren in kernenergie.

PZEM heeft de afgelopen jaren grote problemen gehad met de centrale. Door de lage stroomtarieven maakte de centrale grote verliezen. Door gemaakte afspraken kwamen die verliezen niet in de boeken van de centrale zelf terecht, maar in die van de aandeelhouders, met name PZEM. 

Carlo Wolters, directeur kerncentrale Borssele.Beeld EPZ

Wat vindt PZEM dan van het plan de centrale langer open te houden en een nieuwe centrale te bouwen?

Wolters: ‘PZEM is het met me eens: laat de overheid maar met het initiatief komen. Dan kunnen we kijken of we er een positieve business case van kunnen maken.’ Wolters bestrijdt dat de kerncentrale gedoemd is zijn aandeelhouders altijd met verliezen op te zadelen. ‘Dat is een paar jaar zo geweest, maar bij de huidige stroomprijs boekt PZEM gewoon weer een winst. Over de hele levensduur van de centrale, komen wij uit op een mooie winst.’

Directeur Frank Verhagen van PZEM bevestigt de lezing van Wolters: ook hij ziet kernenergie als noodzakelijk om de klimaatdoelen te halen, en hij bevestigt dat PZEM bereid is te investeren indien dat noodzakelijk en mogelijk is.

Maar PZEM heeft op zijn beurt ook weer aandeelhouders: de helft van de aandelen is in handen van de provincie Zeeland, de andere helft is van Zeeuwse gemeenten. Het vorige Zeeuwse provinciebestuur toonde weinig liefde voor de centrale. De verantwoordelijke gedeputeerde, Carla Schönknecht (VVD), zei een half jaar geleden tegen de regionale krant PZC: ‘Wij willen af van die verlieslatende centrale.’ Het Rijk moest hem maar overnemen. De centrale langer openhouden, daar viel wat haar betreft best over te praten, maar ‘dat gaat niet gebeuren op kosten van de provincie Zeeland’.

In het akkoord van de huidige Zeeuwse coalitie wordt langer openhouden van de centrale ‘bespreekbaar’ genoemd, als tenminste ‘het rijk zijn verantwoordelijkheid neemt’. Coalitiepartij PvdA heeft echter laten opnemen dit punt niet te steunen. De huidige gedeputeerde, Dick van der Velde (VVD), wil zijn positie niet toelichten, maar Frank Verhagen van PZEM maakt zich weinig illusies over de provincie: ‘Ze willen niet alleen van de kerncentrale af’, zegt hij, ‘ze willen liefst van de hele PZEM af.’

Carlo Wolters toont zich opvallend laconiek over zijn aandeelhouders. ‘Ik denk dat hun positie afhangt van de afspraken die we met het rijk kunnen maken.’ Bovendien: aandeelhouders zijn inwisselbaar. ‘Als er een goede businesscase op tafel komt, zijn er altijd aandeelhouders te vinden.’ Wat misschien wel erg lichtvaardig is, want een kerncentrale verkoop je niet zomaar.

Het gesprek vindt plaats in een franjeloos kantoorgebouwtje op het terrein van de centrale. Staande voor het raam ziet Wolters een aanzienlijk deel van de nationale energietransitie zich voor zijn ogen ontrollen. Hij wijst kranen aan die net boven de dijk uitsteken. ‘Daar legt Tennet de leiding aan die het windpark Borssele met het stroomnet zal verbinden.’ De sloop van EPZ’s kolencentrale, die twee jaar geleden gesloten werd, is begonnen. ‘Het gaat snel’, zegt hij, ‘mijn uitzicht verandert elke dag.’ Het veld waar voorheen de kolen lagen opgeslagen, kan hij van hieruit niet zien, maar daar staan nu zonnepanelen. Ook een twintigtal windmolens staat ook net buiten zijn uitzicht.

Als er in Nederland een nieuwe kerncentrale zal worden gebouwd, kan die dan ook hier komen?

‘Dit is een ideale plek voor een kerncentrale. Er is hier genoeg koelwater, Covra zit hier vlakbij, voor het kernafval. De kennis is hier. De infrastructuur is er. Ja, als Nederland besluit nieuwe kerncentrales te bouwen, dan wil ik ze hier wel hebben.’

Minister Wiebes wees er al op dat iedereen een vergunning voor een kerncentrale kan aanvragen, maar dat nooit iemand dat doet.

‘Ik denk dat dat komt door ervaringen met de bouw van nieuwe centrales in Europa, bijvoorbeeld die in Flamanville in Frankrijk en in Olkiluoto in Finland. Die zijn allebei ver over hun budget heen gegaan, en de bouw duurt veel langer dan gepland. Maar dat hoeft helemaal niet zo te gaan. Bij die centrales hebben ze de spelregels veranderd tijdens de bouw. De centrale in Flamanville was al bijna klaar. Het vat hing er al in, het beton was er al omheen gestort. Toen besloot de toezichthouder tot een andere manier om de kwaliteit van de lasnaden te controleren. Toen moest het beton er weer af, de bouw heeft weer heel lang stil gelegen en het heeft miljarden gekost.

‘Als je in een centrale één bout wilt veranderen, levert dat een kubieke meter administratie op. Als je dat tijdens de bouw doet, kost dat miljarden. Terwijl het ontwerp van die centrale al was goedgekeurd. Precies zo’n centrale als die in Flamanville is tegelijkertijd ook in China gebouwd; daar draait hij al lang. (De bouw van de centrale in China duurde tien jaar; die in Flamanville gaat 15 jaar of langer duren, red.)

‘Ik denk dat we zulke kosten- en tijdoverschrijding kunnen voorkomen. Juíst in Nederland. Dat kan met één simpele afspraak: tijdens de bouw worden de voorschriften niet veranderd. En we spreken af dat de centrale ook in bedrijf kan. Dat klinkt logisch, maar dat blijkt een risico te zijn. Want ook dat is voorgekomen: dat een centrale werd gemoderniseerd, voldeed aan alle voorschriften, en toch geen toestemming kreeg om te gaan draaien.’

Hoe kun je nu verwachten dat een groot project zoals het bouwen van een centrale zonder kostenoverschrijdingen en zonder vertragingen wordt gerealiseerd? We hebben hier ervaring met metro’s, met hogesnelheidslijnen, met hogesnelheidstreinen...

‘Die trein is een goed voorbeeld. Nederland had kunnen kiezen voor een leverancier die bewezen heeft zulke treinen te bouwen. Maar we kwamen uit bij een leverancier die ze nog moest ontwikkelen. En dat ging fout. Dat moeten we dus niet doen. Er zijn ontwerpen van centrales die zijn goedgekeurd door organisatie van alle nucleaire toezichthouders in de wereld, de Wenra. Zo’n centrale moet je kiezen en er niets meer aan veranderen.’

Maar tot nu toe is er geen onderneming die interesse toont voor een vergunning.

‘Dat is logisch. Die ondernemingen zien allemaal het risico dat tijdens de bouw de regels veranderen. Het risico is groot, dus de rente die je moet betalen is hoog: tussen 7 en 9 procent. Op 10 miljard euro bouwkosten kost het je bijna een miljard per jaar. En vier jaar vertraging kost je ook 2 miljard aan gederfde inkomsten. Wat ben je dan aan het doen? Zo ben je de financiers aan het financieren.

‘En waarom gebeurt dat allemaal? Omdat je geen zekerheid hebt over wat de toezichthouder gaat doen. En waar kun je die zekerheid wel krijgen? In Nederland. Want wij kunnen met elkaar praten. Wij kunnen een Borssele Convenant sluiten waar de hele wereld jaloers op is. Wij hebben een uiterst professionele toezichthouder, de ANVS.

Als het ergens kan, dan is het hier. Maar één ding is zeker: als de regels kunnen worden veranderd tijdens de bouw van een centrale, dan is het onmogelijk er nog een te bouwen die rendabel is. Ook hier.’

De reactie van toezichthouder ANVS is verre van hoopgevend voor Wolters. De woordvoerder zet uiteen dat in de nucleaire sector het principe van ‘continue verbetering’ geldt. De centrale moet elke tien jaar verbeterpunten opsporen en die ook doorvoeren. ‘De plicht tot continue verbetering geldt voor alle vergunninghouders, ook tijdens de bouwfase. De ANVS kan daarom geen harde garantie geven dat de veiligheidseisen niet veranderen.’

De enige manier om daaraan te ontkomen, is de centrale binnen tien jaar te bouwen. En dat lukte zelfs in China nauwelijks.