Direct naar artikelinhoud
AnalyseAsielzoekers

Hoe streng een land ook is, de meeste uitgeprocedeerden keren niet terug

RECTIFICATIE - Door een rekenfout van de onderzoekers zijn de terugkeerpercentages in onderstaande artikel onjuist. Volgens de opnieuw berekende cijfers keert 44 procent van de afgewezen asielzoekers vanuit Nederland terug naar het land van herkomst, in plaats van de in het artikel genoemde 18 procent. Nederland is daarmee het land met het hoogste terugkeerpercentage op Europees niveau. Zie hier de verklaring van de onderzoekers, met daarin de juiste terugkeercijfers per land. 

Een lid van de krakersgroep We Are Here heeft samen met andere ongedocumenteerden een pand in Amstelveen gekraakt.Beeld Hollandse Hoogte

Uitgeprocedeerde asielzoekers worden nauwelijks uitgezet, ook in landen met een sterk ontwikkeld terugkeerbeleid. Van een onderzochte groep verliet minder dan een op de vijf aantoonbaar ons land, in Duitsland ging het zelfs om minder dan een op de dertig.

Dat blijkt uit een vergelijkend onderzoek waarbij voor het eerst is gekeken naar het terugkeerbeleid en de terugkeercijfers van zes veelvoorkomende nationaliteiten in twaalf Europese landen. Het onderzoek is uitgevoerd door migratiedeskundigen Arjen Leerkes (Universiteit Maastricht) en Marieke van Houte (Erasmus Universiteit), in opdracht van de commissie-Van Zwol. Die publiceerde onlangs op verzoek van de Kamer haar bevindingen over de vraag waarom het gros van de uitgeprocedeerde asielzoekers in Nederland blijft hangen, veelal in de illegaliteit.

De cijfers, uit de periode 2013 tot 2017, laten zien dat uitgeprocedeerden zelfs in landen met een sterk ontwikkeld terugkeerbeleid beperkt terugkeren naar hun land van herkomst. Nederland vergoedt vliegtickets voor terugkeerders, geeft geld mee voor re-integratie en zet counselors in die helpen nadenken over wat mensen na terugkeer gaan doen.

‘Toch keert het merendeel niet aantoonbaar terug’, zegt Leerkes. ‘De bereidheid hiervoor ontbreekt. Soms hebben uitgeprocedeerden daar zwaarwegende redenen voor, zoals armoede, onveiligheid of het feit dat ze veel hebben geïnvesteerd om naar Nederland te komen. Bovendien nemen niet alle herkomstlanden ongedocumenteerden zomaar terug.’

Uit cijfers van de Dienst Terugkeer en Vertrek, opgevraagd door De Telegraaf, blijkt dat pogingen om ongewenste vreemdelingen terug te sturen de afgelopen vijf jaar meer dan tienduizend keer mislukten. In veel gevallen omdat het herkomstland weigerde de persoon terug te nemen of simpelweg niet reageerde op een terugkeerverzoek. 

Ontmoedigingsbeleid

Noorwegen heeft met 25 procent het hoogste terugkeerpercentage. Het land kent net als Nederland (18 procent, derde plek) een ontmoedigingsbeleid voor mensen zonder verblijfsvergunning. Daarnaast heeft Noorwegen ambtenaren in dienst van ambassades in verschillende herkomstlanden, die ervoor zorgen dat de terugkeer soepel verloopt. Ook het Verenigd Koninkrijk (19 procent, tweede plek) heeft relatief veel terugkeerders. Het land onderhoudt goede diplomatieke relaties met herkomstlanden en begeleidt asielzoekers vanaf het begin van de procedure voor op mogelijke terugkeer.

Italië (1 procent) en Spanje (3) staan onderaan de ladder. Kerken en ngo’s zijn in deze landen sterk betrokken bij de opvang van uitgeprocedeerden, wat ervoor zorgt dat ze minder snel vertrekken, stellen de onderzoekers. Ook kunnen uitgeprocedeerden in Zuid-Europa relatief makkelijk zwart werken, waardoor ze zelfs zonder verblijfsvergunning in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien.

Nationaliteiten

De nationaliteit bepaalt in grote mate de animo voor terugkeer, blijkt uit de cijfers van Eurostat (het Europese CBS) die voor het onderzoek zijn gebruikt. Zo keerde 3 procent van de Eritreeërs en 15 procent van de Somaliërs afgelopen jaren vanuit Nederland terug, tegenover 41 procent van de Irakezen en 30 procent van de Iraniërs. Hoewel het algemene beeld is dat Syriërs standaard een verblijfsvergunning krijgen, zijn tussen 2013 en 2017 toch 31.360 asielaanvragen van Syriërs afgewezen. Het gaat onder meer om Syriërs die niet konden aantonen dat ze door de overheid worden vervolgd. 4 procent keerde daadwerkelijk terug naar Syrië.

Opvallend is het lage terugkeerpercentage van Duitsland: 3,5 procent. Het land kent een ‘gedoogbeleid’ voor uitgeprocedeerden: anders dan in Nederland mogen ze in asielzoekerscentra blijven wonen, krijgen ze een maandelijkse toelage en mogen ze onder voorwaarden werken. Diegenen die goed presteren en zichzelf financieel kunnen bedruipen, maken alsnog kans op een verblijfsvergunning.

Voor de Nederlandse politiek is een dergelijk model vooralsnog ondenkbaar. Het beleid is er afgelopen jaren juist op gericht om verblijf in Nederland voor uitgeprocedeerden zo onaantrekkelijk mogelijk te maken, onder meer door beperkte en sobere opvang te bieden.

Critici stellen dat dit beleid averechts werkt. ‘Als uitgeprocedeerden op straat terechtkomen, zijn ze alleen nog maar bezig met overleven’, zegt Rian Ederveen, coördinator van het Landelijk Ongedocumenteerden Steunpunt. ‘Het is vanuit zo’n situatie heel lastig om mensen te activeren om terug te keren.’

Reactie

Het ministerie van Justitie komt rond de zomer met een reactie op de bevindingen van de commissie-Van Zwol. ‘Dit vraagstuk zal hier onderdeel van zijn’, aldus de woordvoerder, die verder niet wil ingaan op de vraag of het beleid op de schop gaat.

Volgens onderzoeker Arjen Leerkes is het in het politieke debat over terugkeer essentieel dat wordt erkend dat veel uitgeprocedeerden niet terugkeren. ‘De discussie zou meer moeten gaan over wat er voor die groep mogelijk is. Je kunt ze eindeloos in een soort armenhuis wegzetten, of er juist voor zorgen dat ze de mogelijkheid krijgen om op te klimmen, zoals in Duitsland’, zegt hij. ‘Nog een optie is om het asielsysteem helemaal af te schaffen en mensen alleen nog op uitnodiging te laten komen, zoals dat in Australië in sterkere mate gebeurt.’

Lees ook:

Wat te doen met uitgeprocedeerde asielzoekers: omarmen of straffen?
Wat te doen met uitgeprocedeerde asielzoekers die niet terugkeren? Het ene land zet ze weg in afgelegen asielzoekerscentra, het andere biedt ze kans op werk en studie. De voor- en nadelen op een rij.

Onderzoek: sneller vertrek uitgeprocedeerden met 24-uursopvang
Uitgeprocedeerde migranten verlaten het land sneller vanuit zogenoemde bed-bad-broodvoorzieningen met 24-uursopvang en begeleiding, staat in een rapport in opdracht van het WODC, het onderzoeksbureau van het ministerie van Justitie. Migranten zonder verblijfsstatus laten zich volgens het onderzoek niet ‘wegjagen’ door sobere nachtopvang.

Zo is het om als uitgeprocedeerd kind in een gezinslocatie te wonen: elk moment kan de politie komen
De sombere leefomstandigheden in ‘gezinslocaties’, de gedwongen opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers, brengen veel spanningen met zich mee. Dit blijkt uit een rapport van de werkgroep Kind in azc.

Marina vluchtte met haar dochter uit de asielopvang. Want terug naar Armenië gaat ze ‘nooit’
Een toenemend aantal uitgeprocedeerden ontvlucht de opvang om uitzetting te voorkomen. Zoals Marina, die met haar dochter (12) op een schuiladres in Utrecht verblijft. Als Armeniërs maken ze vrijwel geen kans op een verblijfsvergunning.

Lees ook:

Statushouders nemen drie mondjes mee
Volgens de Immigratie- en Naturalisatiedienst komen er per asielzoeker drie nareizigers naar Nederland. Maar dat klopt niet: als je goed naar de cijfers kijkt, zijn het er aanzienlijk minder.