Direct naar artikelinhoud
Analyse

De tijd lijkt rijp voor de vrouwelijke midlifecrisis – zowel in Hollywoodfictie als in de werkelijkheid

Ook vrouwen kunnen gebukt gaan onder een midlifecrisis, zien we in de fictieserie Fleishman Is in Trouble. Hoe mannelijk is de midlifecrisis eigenlijk? En waarom is het vrouwelijke perspectief verwaarloosd?

De tijd lijkt rijp voor de vrouwelijke midlifecrisis – zowel in Hollywoodfictie als in de werkelijkheid
Beeld Aafke Bouman

In een sleutelscène in de dramaserie Fleishman Is in Trouble doolt hoofdpersoon Libby Epstein (formidabel gespeeld door Lizzy Caplan) vertwijfeld rond door haar oude woonplaats New York. ‘Als ik word teruggeworpen op mezelf, keer ik altijd terug naar het museum van mijn jeugd’, vertelt ze de kijker. ‘Ik zoek naar waar ik mijzelf voor het laatst heb gezien.’

Libby was tot voor kort nog iemand. Ze werkte als journalist bij een mannenblad, waar ze ploeterde om dezelfde waardering en erkenning te krijgen als haar mannelijke collega’s (spoileralert: dat lukt niet). Ze zegt haar baan op om een boek te schrijven, maar krijgt geen letter op papier. En nu is haar veertigersbestaan gevuld met geestdodende zorgtaken en gesprekken over speelpartijtjes met ‘de moeders’, Libby’s voornaamste sociale contacten in de duffe voorstad waar ze woont met haar gezin. Echtgenoot Adam kan maar weinig geduld opbrengen voor de ennui van zijn vrouw. Hij wil vooral weten wanneer ze weer normaal gaat doen.

Stilletjes krenkingen ondergaan

In Fleishman Is in Trouble (te zien op Disney+) wordt de midlifecrisis op originele wijze belicht, met Libby als voice-over die zich in de eerste afleveringen volledig stort op het helpen van haar jeugdvriend, de internist Toby Fleishman. Die maakt in New York een scheiding door, is opgescheept met de kinderen en swipet zichzelf ondertussen driftig van het ene naar het andere warme bed. Pas in de laatste twee afleveringen blijkt Toby slechts het aandrijfwiel voor een dieperliggend verhaal, en komt de kijker meer te weten over de lotgevallen van Libby en Toby’s ex-vrouw Rachel. Die verkeren in een staat van vertwijfeling over wie ze op middelbare leeftijd zijn geworden in een door mannen gedomineerde wereld.

Fleishman Is in Trouble ‘focust op de opeenstapeling van krenkingen die vrouwen worden geacht stilletjes te ondergaan, en de isolatie die volgt als geliefden om hen heen die pijn niet erkennen’, schrijft tv-recensent Inkoo Kang in The New Yorker. Die krenkingen zijn in Libby’s geval verdrietig, maar in Rachels geval hartverscheurend.

Jesse Eisenberg en Lizzy Caplan in ‘Fleishman Is in Trouble’.

Fleishman Is in Trouble is een bewerking van het gelijknamige boek van de Amerikaanse journalist Taffy Brodesser-Akner. Die was overdonderd toen volwassenheid geen nieuwe bloeiperiode bleek in te luiden en ze haar vrijheid kwijt was, zegt ze in het radioprogramma Fresh Air. ‘Toen ik eindelijk doorhad dat ik me niets moest aantrekken van anderen, en dat ik eigenlijk graag basketbal wilde spelen, begonnen mijn knieën pijn te doen en kon ik niet meer zoveel uitgaan, omdat ik mijn kinderen moest helpen met huiswerk.’ 

Fleishman-effect

Fleishman Is in Trouble ontving alom lof – deze krant gaf de serie vier sterren. Caitlin Moscatello van onlinemagazine The Cut (onderdeel van New York Magazine) repte vorige maand over het ‘Fleishman-effect’: New Yorkse vrouwen die zich volledig identificeren met Libby’s en Rachels geworstel met klasse, identiteit en ouder worden, en met nooit genoeg geld hebben in een peperdure stad. Maar de serie snijdt ook thema’s aan die universeler zijn dan de statusangst van gegoede New Yorkers. Fleishman Is in Trouble gaat ook over de schuldgevoelens van vrouwen die werk combineren met moederschap. En over de verveling die toeslaat als ze er vervolgens voor kiezen om een minder zichtbaar bestaan te leiden in de luwte van de carrières van hun echtgenoten.

Daarmee lijkt de serie een onderbelicht thema op de kaart te willen zetten. Want terwijl er legio films (en boeken en liedjes) zijn over mannelijke worstelingen met de middelbare leeftijd, vormen de beslommeringen van veertigplussende vrouwen minder vaak het uitgangspunt. Is de midlifecrisis wel een voornamelijk mannelijke aangelegenheid? En waarom is het perspectief van vrouwelijke midlifers zo verwaarloosd?

Gekaapte crisis

De midlifecrisis is gekaapt door mannen, zegt Susanne Schmidt, universitair docent geschiedenis aan de Berlijnse Humboldt-universiteit. ‘En dat terwijl de midlifecrisis eigenlijk vooral een feministisch begrip is’, vertelt ze via Zoom. Schmidt onderzocht de geschiedenis van het begrip midlifecrisis voor haar boek Midlife Crisis –The Feminist Origins of a Chauvinistic Cliché (2020). Die geschiedenis begint weliswaar bij een man, maar het was een vrouw die de term bij het grote publiek introduceerde.

Dat zat zo. In de jaren vijftig schreef de Canadese psychoanalyticus Elliott Jaques het essay Dood en de midlifecrisis. In dit artikel beschreef Jaques hoe geniale mannen (schilders, schrijvers, musici) een cruciale fase doormaken op middelbare leeftijd. Als ze die ‘midlifecrisis’ wisten te trotseren, maakten ze daarna vaak hun beste werk (volgens Jaques hadden vrouwen niet zo’n tot creativiteit aanwakkerende crisis, zij hadden alleen de menopauze).

Oudere bloeiende mannen

Destijds werden oudere mannen volgens Schmidt beschouwd als in de bloei van hun leven. Zoals in de Amerikaanse bestseller Life Begins at Forty (1932), waarin journalist Walter Pitkin beweert dat het mannelijk brein zich tot het einde toe blijft doorontwikkelen. Het leven van middelbare vrouwen, daarentegen, werd over het algemeen gezien als een worsteling met leegte en lichamelijke aftakeling. Schmidt citeert in haar boek Charles Reed, de Amerikaanse gynaecoloog en voorzitter van de American Medical Association, die in 1901 schreef over de ouder wordende vrouw: ‘Ze komt opeens tot de conclusie dat haar charmes, haar jeugd, haar seksualiteit haar door de vingers glippen. Er wordt van haar gevraagd om slechts geestelijk gezelschap te zijn voor haar echtgenoot, of een seksloze hulp in huis.’

Mannen hadden veel minder last van het verstrijken van de jaren, volgens Reed. Zij hadden op middelbare leeftijd juist een bloeiperiode, en gleden daarna comfortabel en zonder veel spijtgevoelens de oude dag in.

Biologisch bestaansrecht

In het handboek The Psychology of Women (1944) beschrijft de Pools-Amerikaanse psychoanalyticus Helene Deutsch de menopauze als een ‘gedeeltelijke dood’: vrouwen verliezen hun biologische bestaansrecht zodra ze zich niet meer kunnen voortplanten. Deutsch stelde voor dat vrouwen dat lijdzaam ondergingen, en vooral niet in de weer zouden gaan met make-up of andere wanhopige cosmetische pogingen.

‘Het dominante beeld was lange tijd dat het leven van mannen juist rijper en interessanter werd’, vertelt Schmidt, ‘terwijl dat van vrouwen als een nachtkaars uitging.’ Maar toen publiceerde de feministische journalist Gail Sheehy in 1976 een boek dat het gesprek over de middelbare leeftijd tijdelijk van richting zou doen veranderen. Dankzij haar bestseller Passages – Predictable Crises of Adult Life werd de term ‘midlifecrisis’ voor het eerst ook het mainstreamdebat in geslingerd.

Schmidt: ‘Het interessante was dat Sheehy het artikel van Jaques beschreef als een ‘klassieker’, maar tot het verschijnen van haar boek had bijna niemand gehoord van zijn ideeën over de middelbare leeftijd. Zijn artikel was zeer lauwtjes ontvangen en in de vergetelheid geraakt. Sheehy wilde haar lezers van het bestaan van de midlifecrisis overtuigen door te zeggen: kijk, deze man had het er ook al over.’

De geïnterviewde vrouwen in Passages waren over het algemeen moeders met oudere kinderen die een sterk is-dit-het-nou-gevoel ervoeren. Schmidt: ‘Ze wilden hun studie alsnog afmaken, of gingen leidinggeven. De mannen die werden geïnterviewd, waren juist vaak gedesillusioneerd geraakt over het werkende bestaan.’ Passages verkende het radicale idee dat de midlifecrisis de mogelijkheid bood om de genderrollen eens om te draaien. ‘Sheehy plaatste een heel ander, positiever verhaal tegenover de treurzang van de menopauze’, vertelt Schmidt. ‘Dat van een vrouw in de tweede jeugd van haar leven, die kansen zag om een nieuw bestaan op te bouwen.’

Claire Danes en Jesse Eisenberg in ‘Fleishman Is in Trouble’.

Mannelijk probleem

Maar precies dat idee leidde volgens Schmidt tot stevige, invloedrijke tegenreacties van auteurs als historicus Christopher Lasch, die deze vrouwelijke midlifecrisis beschreef als het toppunt van narcisme, tot psycholoog Daniel J. Levinson, die in The Seasons of a Man’s Life (1978) stelde dat de midlifecrisis juist een mannelijk probleem was. Schmidt: ‘Levinson beschrijft daarin dat mannen op middelbare leeftijd willen rebelleren tegen de verantwoordelijkheden waarmee ze zijn opgezadeld, ze willen hun keuzen opnieuw tegen het licht houden.’

Levinson raadde vrouwen volgens Schmidt aan om vooral geduld te hebben als hun mannen vreemd wilden gaan met jongere vrouwen of hun levens wilden omgooien. Ze moesten zich vooral niet gedragen als een ‘destructive witch’ of een ‘selfish bitch’. Vergelijkbare opmerkingen maakte psychiater Roger Gould in zijn Transformations: Growth and Change in Adult Life (1978). Volgens Gould was het volstrekt normaal dat mannen zich aangetrokken voelden tot jonge vrouwen en zelfs meisjes (hij noemt onder meer vriendinnetjes van dochters en zonen). De echtgenote moest zich vooral niet vastbijten in kinderachtige pogingen om de midlife-man te bezitten.

De midlifecrisis op het grote doek

Het cliché van de man die vecht tegen zijn sterfelijkheid, en zijn toevlucht zoekt in de armen van een jonge knappe vrouw, kreeg vervolgens een enorme greep op de populaire cultuur, zegt Schmidt. ‘Het beeld van de vreemdgaande man in een sportwagen ging alles domineren, hoewel je na verloop van tijd ook steeds meer kritiek op dat idee zag ontstaan.’

Dit mannelijke cliché werd gevierd, bevraagd en soms op sublieme wijze belachelijk gemaakt in vele Hollywoodfilms. Soms wordt de middelbare leeftijd opgevoerd als een verklaring voor minder doordachte seksuele beslissingen, zoals in Fatal Attraction (1987), waarin midlifer Dan (Michael Douglas) zijn eigen glazen ingooit als hij het bed induikt met femme fatale Alex Forrest (Glenn Close) en ook het familiekonijn het moet ontgelden. Hoofdpersoon Bob Harris (Bill Murray) heeft het in Lost in Translation (2003) te stellen met zowel een jetlag als een midlifecrisis, gaat in Tokio een wel heel intieme vriendschap aan met de veel jongere Charlotte, en duikt bijkans ook nog het bed in met een zangeres uit de hotellobby. In de midlifecrisis-klassieker American Beauty (1999) ruilt het mannelijke hoofdpersonage Lester Burnham zijn gezapige managersleven in voor een baantje bij een fastfoodrestaurant. Hij gaat wiet roken en gewichtheffen en koestert seksuele fantasieën over de schoolvriendin van zijn puberende dochter.

Lizzy Caplan en Jesse Eisenberg in ‘Fleishman Is in Trouble’.

Ingedutte mannen vechten terug

Ook een dankbaar onderwerp in Hollywood: mannen van middelbare leeftijd die zich niet langer willen laten kooien door de idiote eisen van maatschappij. In Falling Down (1993) laat de ontslagen en gescheiden William ‘D-Fens’ Foster (Michael Douglas) een spoor van vernieling na in snikheet Los Angeles. De kaskraker Fight Club en de cultklassieker Office Space, beide uit 1999, vallen in zekere zin ook in de categorie ‘ingedutte mannen worden wakker en vechten terug’. In het ontroerende Druk (2020) probeert een groepje opgebrande leraren door gedoseerd te drinken weer betekenis en plezier aan hun leven te geven.

Kaskrakers over vrouwen in een midlifecrisis zijn ondertussen zeldzamer, en gaan vaak over personages die hun wonden likken nadat ze zijn teleurgesteld door een man. Zoals in het emancipatoire An Unmarried Woman (1978), waarin Erica opnieuw moet leren leven na een horrorscheiding. In de uiterst vermakelijke Britse komedie Shirley Valentine (1989) komt de verwaarloosde huisvrouw en veertiger Shirley niet meer terug na haar vakantie op de Griekse Cycladen, omdat ze liever naar krekels luistert en aanrommelt met vrouwenverslinder Costas dan zich thuis onzichtbaar en ondergewaardeerd te voelen.

Eat Pray Love (2010), naar het gelijknamige boek van Elizabeth Gilbert, is een Hollywoodfilm over een vrouw in een midlifecrisis, maar de oplossingen die hoofdpersoon Elizabeth (Julia Roberts) uitprobeert om haar existentiële is-dit-alles-gevoel te bezweren zijn zo buitenissig (vier maanden pasta en Italiaans ijs eten in Rome, mediteren in een ashram) dat de film moeilijk te beschouwen valt als een serieuze reflectie op de vrouwelijke midlifecrisis.

Oververtegenwoordigde mannen

‘Ik kan me uit de tijd dat ik nog op de filmacademie zat geen enkele interessante film herinneren over de vrouwelijke midlifecrisis’, vertelt de Amerikaanse filmmaker Nina Menkes strijdbaar aan de telefoon. Menkes bracht vorig jaar de documentaire Brainwashed: Sex-Camera-Power uit, over de dominante mannelijke blik. ‘Mannen zijn oververtegenwoordigd in Hollywood, niet alleen op de set maar ook in de verhaallijnen. Er is daarbij nog steeds een diep verankerd idee dat oudere actrices hun beste jaren hebben gehad, en dat vrouwelijke ervaringen als de menopauze niet interessant zijn om te verfilmen.’

En dat idee is volgens haar ook nog diepgeworteld in de Amerikaanse samenleving. ‘Veelzeggend zijn de uitspraken van de populaire CNN-presentator Don Lemon, die tijdens een uitzending doodleuk beweerde dat vrouwen van 50 hun beste jaren hebben gehad.’ Volgens Menkes zal leeftijdsdiscriminatie in Hollywood pas verdwijnen als er meer vrouwelijke regisseurs en producenten komen, en de 40-plusvrouw maatschappelijk wordt geherwaardeerd.

Dat kan nog wel even duren. Toch gloort er ook hoop. Want niet alleen is Fleishman Is in Trouble een regelrechte hit, ook zijn er films als The Lost Daughter (2021), met Olivia Coleman als veertiger die de wonden likt van het moederschap. Menopauzeklachten worden ook in beeld gebracht: in het laatste seizoen van de Deense serie Borgen heeft hoofdpersoon Birgitte Nyborg als minister van Buitenlandse Zaken niet alleen te maken met geopolitieke verhoudingen, maar ook met opvliegers. In de met Oscars overladen Everything Everywhere All at Once (2022) is het nou eens niet een man, maar een vrouw (Michelle Yeoh) van zeer middelbare leeftijd die ontwaakt uit haar ingedutte bestaan, om het op te nemen tegen kwaadaardige krachten. De 60-jarige Oscarwinnaar Yeoh haalde in haar dankwoord uit naar de eerder genoemde presentator Don Lemon: ‘Laat niemand je vertellen dat je je beste jaren hebt gehad.’

Mensenkwesties

‘Ik heb het idee dat mannenkwesties in Hollywoodfilms nog steeds worden gezien als mensenkwesties, en vrouwelijke problemen als niche’, zegt filmjournalist en schrijver Basje Boer. Zij publiceerde onlangs Pose, een essaybundel waarin ze clichématige vrouwenrollen in film onderzoekt. ‘Er zijn nog steeds weinig verhalen over vrouwen van middelbare leeftijd, ook omdat het voor actrices vaak ophoudt na hun 40ste, uitzonderingen als Viola Davis en Meryl Streep daargelaten.’ Zelf noemt Boer Ricki and the Flash (2015) als een in haar ogen geslaagde midlife-film. ‘Meryl Streep speelt een vrouwelijke muzikant die haar kinderen heeft verlaten om haar dromen na te jagen – een personage dat schuurt. Ze zegt in de film dat mannen als Mick Jagger daarmee wegkomen, en vrouwen niet, dat vond ik wel lekker.’

Nieuwe inzichten

Inmiddels zijn er veel nieuwe wetenschappelijke inzichten over de midlifecrisis bijgekomen. De midlifecrisis blijkt niet zo eenvormig te zijn als gedacht én treft mannen en vrouwen in gelijke mate. Én er valt bovendien van alles te doen tegen dat beklemmende gevoel van leegheid en zinloosheid dat sommige mensen ervaren, zegt hoogleraar filosofie aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) Kieran Setiya via Zoom. Setiya publiceerde in 2017 Midlife – A Philosophical Guide, nadat hij zelf in een levenscrisis was beland. Die had niets te maken met een behoefte aan jongere vrouwen, of het verlangen een vuist te maken tegen dwingende eisen van de samenleving, maar wel met gevoelens van leegte. Ook Setiya ziet dat het mannelijke cliché van de midlifecrisis lange tijd dominant was, terwijl de ervaring van de middelbare leeftijd veel diverser is. ‘Dat gaat verder dan alleen man-vrouwverschillen. Voor de een is een gebrek aan vrijheid leidend, de ander gaat vooral gebukt onder het gevoel dat alles zinloos is.’

Toch krijgt lang niet iedereen een midlifecrisis. Setiya: ‘Wel weten we dat mensen ergens tussen hun 40ste en 60ste op hun ongelukkigst zijn. We noemen dat de U-curve van geluk: het welzijn van mensen is hoger in de jeugd, en interessant genoeg ook op latere leeftijd. Dat heeft te maken met verwachtingen: we denken dat het vreselijk wordt, en dan blijkt ouder worden vaak behoorlijk mee te vallen.’

Nieuwe inzichten
Beeld Aafke Bouman

Setiya verklaart zijn eigen dip, en die van andere midlifers, doordat ze in deze levensfase ontzettend veel ‘moeten’. ‘Ze zijn de speelsheid van hun jeugdige bestaan kwijt en stoppen veel tijd in doelgerichte activiteiten. Daarmee ondermijnen ze hun levensgeluk, want als die doelen zijn bereikt, is de bevrediging maar van korte duur.’ Als je het leven vormgeeft rondom projecten – een huis, een promotie, het krijgen van een gezin – dan kun je volgens Setiya afdrijven van de dingen die belangrijk zijn in het leven: een gevoel van zingeving en het plezier van het moment zelf. De oplossing ligt volgens hem dan ook in het ruimte maken voor ‘nutteloze’ activiteiten en niet constant bezig zijn met het oplossen van problemen. Zo blijkt een hobby van noodzakelijk belang om gezond en wel door de middelbare leeftijd te navigeren.

Nieuwe emancipatiestrijd

Ondertussen ontvouwt zich rondom het begrip ‘midlifecrisis’ alweer een nieuwe emancipatoire strijd. Onlangs verscheen in The New York Times een stuk waarin millennials zich beklaagden over het feit dat ze nooit het veilige plateau van het middelbare bestaan hebben bereikt. Ze krijgen geen vaste aanstelling, ze kunnen geen huis kopen, de kosten voor kinderopvang zijn torenhoog. Of zoals een van de geïnterviewden het beschrijft: ‘Mijn hele leven is één lange crisis (...). Ik ben een professional, ik ben getrouwd met een professional, maar onze banen kunnen zo in rook opgaan.’

Onderzoeker Susanne Schmidt volgt deze nieuwe discussie over de midlifecrisis met veel interesse. ‘Nu vrouwen ook een midlifecrisis mogen hebben, is er een nieuwe generatie die zich als het ware beroofd voelt van hun midlifecrisis, omdat ze nooit de zekerheid hebben ervaren om zichzelf existentiële vragen te kunnen stellen.’ En zo blijft de midlifecrisis ook de komende jaren onderdeel van een spannend gesprek over macht, maatschappelijke verhoudingen en privilege.