De Telegraaf-iDe KrantNieuwsLinkSportLinkDFT.nlDigiNieuwsCrazyLife
ma 19 november 2001  
---
Nieuwsportaal
---
Uit de krant 
Voorpagina Telegraaf 
Binnenland 
Buitenland 
Telesport 
Financiële Telegraaf 
Archief 
ABONNEER MIJ 
---
En verder 
Begroting 2002 
De prins en Maxima 
Over Geld 
Fiscus 2001 
Scorebord 
Auto op vrijdag 
Filmpagina 
Woonpagina 
Reispagina 
Jaaroverzicht 
---
Ga naar 
AutoTelegraaf 
Reiskrant 
Woonkrant 
VacatureTelegraaf 
DFT 
CrazyLife 
Weerkamer 
Al onze specials 
Headlines 
VS onder vuur
---
Kopen 
 Speurders 
Veilinghal 
ElCheapo 
Siteshopper 
---
Met Elkaar 
Chatweb 
Vertel 
Cybercard 
Netmail 
Nice2Meet 
---
Mijn leven 
Vrouw & Relatie 
AstroLink 
De Psycholoog 
---
Contact 
Abonneeservice 
Adverteren 
Mail ons 
Over deze site 
Bij ons werken 
[terug]
 D E   T E L E G R A A F   T E L E S P O R T 
 
  Met vlag en wimpel
   
 

INNSBRUCK - De een heeft de Noorse vlag op zijn rechterenkel laten tatoeëren, als symbool voor zijn onvoorwaardelijke trouw aan het vaderland. De ander heeft neemt er genoegen mee als de driekleur voor hem in top hangt tijdens het verdelen van de medailles. Adne Söndraal en Gianni Romme zijn elkaars tegenpolen, maar onderstreepten afgelopen weekeinde tijdens de Wereldbeker schaatsen in Innsbruck één gemeenschappelijke deler te hebben: een niet te stillen honger naar eerste plaatsen.

Klik op de foto voor een afbeelding op volle grootte (512x341, 21kb)
(Foto: REUTERS)
Voor Romme lijkt het winnen van een Wereldbeker dit seizoen weinig meer dan een formaliteit. Ook dit maal was zijn tijd op de vijf kilometer (6.35,57, goed voor een baanrecord) er eentje waar directe tegenstander Bob de Jong (6.38,61) en collega-stayer Carl Verheijen (6.43,02) hun tanden op stuk beten. Rintje Ritsma eindigde zelfs in een teleurstellende 6.51,28, slechts toereikend voor een niet minder teleurstellende twaalfde stek. ,,We hadden afgesproken niets te forceren", vergoelijkte diens trainer Geert Kuiper. "Als het hier niet gaat, vliegen de rondetijden omhoog. Rintje had best vier seconden harder kunnen rijden, als hij tot het gaatje was gegaan. Maar dat heeft weinig zin."

Het boegbeeld van SpaarSelect begroette zijn zege lachend, temeer daar oud-ploeggenoot De Jong een vermetele poging deed hem in de onderlinge confrontatie af te bluffen door snel te starten en onder hem door te kruisen. "Van binnen moest ik een beetje lachen", bekende de tweevoudig olympisch kampioen. "Ik dacht: hé, ik heb een tegenstander, dat wordt leuk. Maar uiteindelijk bleek het toch weer hetzelfde liedje."

Zoals Romme heerst op de lange afstanden, is Söndraal op de metrische mijl een klasse apart. In Noorwegen geldt hij nog altijd als een grootheid, al gleed het schaatsen daar de laatste jaren af tot een sport in verval. Zaterdagmiddag, op de buitenbaan van Innsbruck, voorzag de olympisch kampioen op de 1500 meter het Noorse schaatsen evenwel van een nieuwe, krachtige impuls. Precies een maand na een operatie aan zijn meniscus gaf hij de internationale concurrentie op zijn favoriete afstand het nakijken. Martin Hersman, na 1995, 1998 en 2000 voor de derde maal in zijn loopbaan derde in Innsbruck en daarmee beste Nederlander, toonde ontzag. "Die Söndraal is bepaald geen mietje."

Afgelopen zomer was de 30-jarige Noor bij een krachttraining door zijn knie gegaan.

De schade leek aanvankelijk mee te vallen, maar in trainingen ondervond Söndraal steeds meer hinder van zijn knie. De looptrainingen groeiden door de pijn langzamerhand uit tot een crime, waardoor aan de vooravond van de olympische winter alsnog werd besloten tot een operatie. Daarbij werden drie zwevende stukjes kraakbeen verwijderd. Temidden van de Oostenrijkse Alpen bleek die ingreep voor Söndraal evenwel weinig meer dan een hinderlijke onderbreking van het programma te zijn geweest, getuige zijn winnende 1.50,94, een verbetering van zijn oude baanrecord. De Nederlandse deelnemers hadden de tweedaagse in Innsbruck al bij voorbaat uitgeroepen tot het weekeinde van de handrem en voegden - met uitzondering van Hersman - de daad bij het woord: Erben Wennemars finishte als vijfde, Jakko Jan Leeuwangh als zevende, Rintje Ritsma als elfde.

Het beheerste optreden van de Nederlanders deed echter weinig af aan de prestatie van Söndraal. Op voorhand had hij zelf op een top-5 klassering gehoopt. "Een week geleden kon ik nog niet eens een rondje van 25,8 rijden. Het is nooit een goed teken als je kort voor het seizoen nog een mes in je knie krijgt en een week op krukken moet lopen, maar zorgen heb ik me niet gemaakt. De dingen gaan immers nooit zoals gepland. Het verschil tussen succes en verlies wordt bepaald door de wijze waarop je met tegenslagen omgaat."

Tegenslagen vertellen de afgelopen jaren het verhaal van het Noorse schaatsen. De teloorgang bereikte vorig seizoen een voorlopig dieptepunt, toen Noorwegen voor het eerst in de geschiedenis ontbrak bij een groot internationaal titeltoernooi, de WK allround in Boedapest. Een jaar eerder had Oslo Energi, de hoofdsponsor van de Noorse schaatsbond, zich vanwege de sportieve malaise al teruggetrokken. Söndraal zegt zich voor een belangrijk deel verantwoordelijk te voelen voor de toekomst van de schaatssport in zijn land. Niet voor niets bestempelt hij zichzelf als de man die het Noorse schaatsen de afgelopen jaren met spaarzame successen nog enigszins in leven heeft gehouden.

Vorig jaar werd hem door DSB de mogelijkheid geboden om voor een aanzienlijk bedrag commercieel te gaan. Grote politieke druk uit Noorwegen deed hem, vanzelfsprekend tezamen met een interessante cheque, uiteindelijk van een transfer naar Nederland afzien. Söndraal zelf doet het voorkomen als een daad van vaderlandsliefde.

"Het hele Noorse schaatsen leek volledig in elkaar te klappen. Ingrid Paul keerde terug naar Nederland, Tom Erik Oxholm zou met mij meegaan naar DSB en Geir Karlstad wilde stoppen met coachen. Kortom, als ik weg zou gaan, bleef er wel héél weinig over. Het schaatsen heeft een winnaar nodig, anders zou het in de concurrentieslag met de andere wintersporten om de gunsten van sponsors helemaal geen schijn van kans maken. Het heeft me een aardig bedrag gekost, maar uiteindelijk heb ik toch nee gezegd tegen DSB. Ik wilde niet herinnerd worden als de kapitein die het zinkende schip verliet."

Dit seizoen fungeert Söndraal meer dan ooit als de voortrekker van het Noorse schaatsen. Hij vormde de afgelopen jaren een twee-eenheid met de oud-sprinter Oxholm, maar inmiddels duldt hij ook andere schaatsers in zijn directe omgeving. Petter Andersen maakt dit seizoen deel uit van zijn trainingsgroep. Niet geheel toevallig de man die vorige week, bij de internationale seizoensouverture in Berlijn, de overwinning op de 1500 meter deelde met Leeuwangh.

"Werken in teamverband is de enige manier om met succes de strijd aan te gaan tegen de commerciële ploegen uit Nederland. Voorheen was het ieder voor zich in Noorwegen. We reden in hetzelfde pak, maar daar was dan ook alles mee gezegd. Zelf heb ik ook baat bij de samenwerking met mannen als Andersen en sprinter Grunde Njös. Het is vooral belangrijk dat het schaatsen niet alleen van mij afhankelijk blijft en dat anderen ook gaan presteren. In Berlijn reden er op de 1500 en 5000 meter alweer drie Noren in de top-10. Dat is een begin."

Uitgerekend in een olympisch seizoen is er volgens hem sprake van een voorzichtige wederopstanding. Maar op al te veel Noors succes hoeft in Salt Lake City niet gerekend te worden. Feitelijk is Söndraal de enige serieuze medaillekandidaat, op zowel de 1000 als de 1500 meter. Wat dat betreft is het nog steeds het oude liedje. Söndraal is er veel aan gelegen straks in Salt Lake City weer op de hoogste trede van het podium te mogen plaatsnemen. Hij is immers bezig aan zijn laatste seizoen.

"Ik weet het, ik heb vaker mijn afscheid aangekondigd, maar dit keer is mijn besluit definitief. Er is meer in het leven dan rechtdoor schaatsen en aan het eind linksom gaan."




 

zoek naar gerelateerde artikelen


ma 19 november 2001

[terug]
     
© 1996-2001 Dagblad De Telegraaf, Amsterdam. Alle rechten voorbehouden.