KABOEL - Het net om terroristenleider Osama bin Laden en zijn al-Qaeda handlangers sluit zich. De jacht in Afghanistan zou zich beperken tot een gebied van ongeveer 80 vierkante kilometer.

De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, gelooft niet dat Bin Laden ontsnapt is uit Afghanistan, zoals door de Taliban werd gesuggereerd. De campagne in Afghanistan tegen terrorisme zal volgens Washington bij een eventuele vlucht van Bin Laden nog niet afgelopen zijn.

Bin Laden zou zich schuilhouden in de stad Maruf in de provincie Kandahar op 50 kilometer van de grens met Pakistan. Dat heeft minister van Binnenlandse Zaken Yunis Qanuni van de Noordelijke Alliantie gezegd. Volgens Qanuni beschikt Bin Laden in Maruf over ondergrondse bunkers en zijn in die stad trainingskampen voor de strijders van zijn terroristische netwerk al-Qaeda gevestigd.

De politieke en diplomatieke inspanningen voor een 'breed' overgangsbestuur in Afghanistan zijn afgelopen weekeinde in een stroomversnelling geraakt. De snelle militaire opmars van de etnisch versnipperde Noordelijke Alliantie en de terugtrekkende bewegingen van de Taliban in het zuiden hebben ertoe geleid dat een toenemend aantal personen en instanties zich zegt te willen inspannen voor een vreedzame toekomst van Afghanistan.

Mogelijk nog deze week is er topberaad over Afghanistan onder auspiciën van de VN. De besprekingen, waaraan alle Afghaanse groepen is gevraagd deel te nemen, hebben mogelijk plaats in Duitsland, Oostenrijk of Zwitserland. De Noordelijke Alliantie heeft zich volgens Washington al bereid verklaard mee te doen aan de gesprekken.

De verdedigers van het laatste bolwerk van de Taliban in het noorden van Afghanistan, Konduz, hebben gisteren na een dag van grootscheepse Amerikaanse aanvallen aangeboden zich over te geven, op voorwaarde dat de veiligheid van buitenlandse strijders in de stad wordt gegarandeerd. Dat heeft de Noordelijke Alliantie, die Konduz belegert, gemeld. Naar schatting 3000 niet-Afghanen vechten met de Taliban in Konduz mee.

In het weekeinde op de vlucht geslagen inwoners van Konduz vertelden gruwelverhalen over het optreden van Taliban-soldaten en strijders van Osama bin Laden. Zo zou een arts zijn doodgeschoten omdat hij een gewonde Taliban-soldaat niet snel genoeg verzorgde en zouden acht jongens in de tienerleeftijd zijn gedood omdat ze lachten om Taliban-soldaten.

De terugkeer, zaterdag, van de in 1996 door de Taliban verdreven president Burhanuddin Rabbani naar Kaboel leidde tot bezorgdheid over de kans dat er een overgangsregering kon worden gevormd.

Rabbani maakt nog altijd aanspraak op het presidentschap, al zegt hij de vorming van een regering waarin alle Afghaanse bevolkingsgroepen zijn vertegenwoordigd te steunen. VN-secretaris-generaal Kofi Annan hamerde zaterdag nog eens op het belang van de totstandkoming van een dergelijke regering.

"Als die er niet komt en een bepaalde groep probeert de macht naar zich toe te trekken, dan is het probleem compleet", zei Annan. "En ik zou denken dat de heer Rabbani zich hiervan bewust is, aangezien hij de geschiedenis van zijn eigen land grondig kent."

De Verenigde Naties spelen een sleutelrol in de door velen gewenste vorming van een representatief post-Talibanbestuur, waarin alle etnische groepen zitting zouden moeten hebben. Cruciaal is volgens de volkerenorganisatie deelname van de Pathanen, de grootste bevolkingsgroep van Afghanistan en de groep waaraan de Taliban hun machtsbasis ontlenen of ontleenden. Het voorkomen van een veldslag tussen de facties van de Alliantie, zoals in de jaren negentig, is bovendien een grote zorg van de VN.

De Noordelijke Alliantie, met onder meer etnische Oezbeken, Tadzjieken en Hazara's, willen geen Taliban in een nieuw landsbestuur. 'Hooggeplaatste' Taliban zouden overigens wel bereid zijn de macht in Kaboel met andere groepen te delen, aldus Pathanenleider Hamid Karzai. Zijn bevolkingsgroep lijkt zich in de afgelopen dagen steeds vaker tegen de Taliban te verzetten, zeker nu deze fundamentalisten minder speelruimte hebben.

zoek naar gerelateerde artikelen

ma 19 november 2001