Lintjes zijn positief voor de integratie van Turken
Deventer
Zes van de 22 mensen uit Deventer die donderdag een lintje kregen, hebben een Turkse achtergrond. Dat is uitzonderlijk. Uit de lijst van 2900 Nederlanders die een koninklijke onderscheiding kregen, is te zien dat vooral mannen van Nederlandse komaf een lintje krijgen. Mensen met een migratieachtergrond zijn doorgaans ondervertegenwoordigd.
En die trend ziet Marieke van Oss al langer. Ze is woordvoerder van de Kanselarij der Nederlandse Orden. Elke Nederlander kan hier iemand voordragen voor een lintje. De Kanselarij beslist vervolgens wie een lintje krijgt. Daarbij is het bijvoorbeeld van belang hoeveel vrijwilligerswerk iemand heeft gedaan.
‘Evenveel mannen als vrouwen doen vrijwilligerswerk. Vrouwen ontvangen daarvoor echter minder vaak een lintje dan mannen, omdat ze niet zo vaak worden voorgedragen.’ En dat geldt ook voor mensen met een migratieachtergrond. ‘Mensen uit die doelgroep zetten zich eveneens in voor de maatschappij. Maar om een lintje te krijgen, moeten ze dan wel voorgedragen worden.’
Voor een onderscheiding moet al gauw sprake zijn van zo’n vijftien tot twintig jaar ervaring in vrijwilligerswerk. Omdat een deel van de mensen met een migratieachtergrond nog niet zo lang in Nederland woont, vallen ze buiten de boot.
In Deventer krijgen mensen met een Turkse achtergrond al jaren een lintje. En dat aantal stijgt. In 2016 waren het er vier, vorig jaar drie en dit jaar gaat het om zes inwoners. ‘Dat is een positieve trend, want dat is niet altijd zo geweest’, vertelt gemeentewoordvoerder Saskia van der Velden.
brug slaan
In 2012 waren in Deventer nog geen Turken getipt voor een lintje. Dat leverde weerstand op vanuit de Turkse gemeenschap. Via activiteiten en debatten probeerde de gemeente daarom een brug te slaan tussen autochtone Nederlanders en mensen van Turkse komaf. Dat werkte. Inmiddels is de Turkse gemeenschap een belangrijk onderdeel geworden van Deventer, stelt Van der Velden. Het is de grootste groep migranten in Deventer: 6640 van de 98.000 inwoners. ‘Het is een goed teken dat mensen uit deze groep een lintje ontvangen en zich verbonden voelen met de samenleving in Deventer’, stelt ze. ‘Wij spreken hier niet meer over personen met een andere nationaliteit, maar over de nieuwe Deventenaren.’
Het is niet gek dat de Turkse gemeenschap in Deventer zo hecht is, vindt Lily Sprangers, manager van het LeidenAsiaCentre, oud-directeur van het Turkije Instituut. ‘Ze wonen daar al meer dan veertig jaar. Turken hebben zich geworteld in Deventer. Daarom komen ze nu ook eerder in aanmerking voor een lintje.’
De Turkse gemeenschap in Deventer groeide in de jaren zestig. Er was veel werkgelegenheid in de textielindustrie in het noorden en oosten van Nederland. Bedrijven uit Deventer trokken Turkse werknemers aan, aanvankelijk tijdelijk, maar later ook voor vast. ‘Ze zijn daar altijd gebleven en haalden in de jaren negentig hun families naar Nederland.’
Turken vestigden zich ook in andere plaatsen, zoals Rotterdam. Maar die gemeenschap is minder hecht dan die in Deventer, zegt Sprangers. In Rotterdam wonen Turken verspreid, omdat de stad groter is. Er wonen ook meer mensen met verschillende achtergronden. Volgens Sprangers is het dan moeilijker de gemeenschap aan elkaar te binden. ‘Deventer kan als kleine gemeente veel meer haar best doen voor de Turkse gemeenschap en zo het imago van de gemeente en de bevolking verbeteren.’ <