Direct naar artikelinhoud

Hoe smeed je de ultieme dubbeltwee?

In Rio werd Ilse Paulis olympisch kampioen met Maaike Head. In Tokio (2020) hoopt ze dit te herhalen met Marieke Keijser. Een uitdaging, want een goed roeiduo is een optelsom waarbij 'één plus één drie wordt'.

Links Marieke Keijser en rechts Ilse Paulis in aktie tijdens de halve finale.Beeld Anp

In Rio werd Ilse Paulis olympisch kampioen met Maaike Head. In Tokio (2020) hoopt ze dit te herhalen met Marieke Keijser. Een uitdaging, want een goed roeiduo is een optelsom waarbij 'één plus één drie wordt'.

Ilse Paulis (24) en Marieke Keijser (21) kennen elkaar nog niet zo goed. Maar wat de roeiers al wel weten van hun korte tijd samen: ze delen een gruwelijke hekel aan verliezen. Die instelling vormt het fundament van een pril duo dat over twee jaar bij de Spelen van Tokio een waardige opvolger moet zijn van de gouden lichte dubbeltwee uit Rio.

In het weekeinde streden Keijser en Paulis op de NK voor kleine nummers op het onderdeel lichte skiff (eenpersoonsboten voor vrouwen tot 59 kilo) nog tegen elkaar als een soort laatste onderlinge krachtmeting. De komende jaren zullen ze vooral samen meters maken. Spannend werd het geen moment op de Bosbaan. Keijser greep zondag de nationale titel met overmacht.

Ze finishte bijna acht seconden voor nummer twee Martine Veldhuis (22). Paulis volgde als de overgebleven helft van de gouden dubbeltwee van Rio op dertien seconden. Ze maalde er geen seconde om. 'Ik heb in de winter hard gewerkt aan mijn fysieke basis. Ik mis alleen de wedstrijdspecifieke voorbereiding. Zodoende had ik het een beetje zwaar. Het is ook wel goed dat ik hier niet wegkom met een dubbele agenda', aldus Paulis.

Ze zit nog middenin haar coschappen. Die domineerden vorig jaar ook al grotendeels haar seizoen. Ze roeide alleen de EK en sloeg de WK in het Amerikaanse Sarasota over. Over een maand lopen haar coschappen ten einde. Dan is er 'volop tijd' om aan de nieuwe dubbel met Keijser te bouwen. Maaike Head, de bootgenoot waarmee ze in Rio olympisch kampioen en sportploeg van het jaar werd, verkoos vorig jaar een opleiding tot chirurg boven haar topsportloopbaan.

Als geen ander weet Paulis hoe grillig zo'n bouwproces kan verlopen. Met Head belandde ze anderhalf jaar voor de Spelen van Rio in de dubbeltwee. Die samenwerking begon moeizaam. Door een teleurstellend WK liep het duo directe plaatsing voor de Spelen mis. Maar in het olympisch jaar vielen plots alle puzzelstukjes op de plaats, met als resultaat het eerste roeigoud voor Nederland in acht jaar.

Marieke Keijser.Beeld Anp

'Dubbelen' wordt in het roeien als een van de lastigste disciplines beschouwd. Er is bijvoorbeeld geen ontkomen aan de door skiffeurs vaak vervloekte groepsdynamiek. En zwakke plekken zijn niet weg te moffelen met geschuif van roeiers, zoals in een groter nummer als de acht nog wel mogelijk is.

Voor succes moeten de duo's op alle vlakken complementair aan elkaar zijn. Dat gold voor Paulis en Head. Het zal ook moeten gelden voor Paulis en Keijser als ze in Tokio in 2020 kans willen maken op prolongatie van de olympische titel.

Dat Keijser de opvolger werd van Head, kwam in de roeiwereld voor niemand als een verrassing. De Rotterdamse staat al jaren te boek als een van de grootste beloften van het Nederlandse roeien.

Bij de junioren werd ze twee keer wereldkampioen in de lichte skiff. Op haar eerste WK bij de senioren greep ze vorig jaar zilver op hetzelfde onderdeel. De twee vinden elkaar in hun hunkering naar zeges. Bij Paulis was er geen moment twijfel nog eens voor olympisch goud te gaan: 'Ik kan mezelf misschien niet meer overtreffen. Maar ik vond het zo mooi, dat ik het nog een keer wil meemaken', zegt ze.

'Als junior ging ik al met alles de strijd aan. Ik moest als eerste het water op, wilde als eerste de boot schoonmaken. Dat heb ik een weten te temperen, maar het zit er nog wel in', zegt ze. Keijser vult lachend aan: 'Dat herken ik wel. En als je niet meer wil winnen, kun je ook beter stoppen.'

Met Keijser als het gretige supertalent en Paulis als de ervaren kampioene lijkt bondscoach Josy Verdonkschot wederom goud in handen te hebben als het gaat om de lichte dubbeltwee.

Het is alleen geen garantie voor succes. 'Potentie is een aanname', zegt hij. Tal van duo's die op papier droomkoppels vormden, faalden. Of andersom. Verdonkschot: 'Het gaat om geduld, vertrouwen en oog voor het individu.' In 2008 coachte hij Marit van Eupen en Kirsten van der Kolk naar olympisch goud in Peking. Buiten de boot hadden zij niets met elkaar gemeen. Op het water was er geen beter roeikoppel denkbaar.

Paulis en Keijser moeten nog uitvinden wat voor duo zij zijn en waar hun kracht ligt. Ze weten inmiddels 'de basics' van elkaar, zegt Keijser: 'Ik weet bijvoorbeeld dat Ilse weg is zodra er een hond is', zegt ze lachend.

Of ze uiteindelijk vriendinnen moeten worden voor roeiglorie?

'Vriendinnen is een groot woord', zegt Keijser. 'Als je eigenlijk alles al met elkaar doet, in hoeverre wil je dan nog met elkaar gaan eten, kletsen of een filmavond organiseren?' Paulis vult aan: 'Je deelt al heel veel met elkaar. Meestal ken je elkaar al beter dan veel van je vriendinnen. Je moet elkaar vooral begrijpen en respecteren. In een dubbel moet je ergens iets vinden waarbij één en één drie wordt. Dat kan iets technisch zijn. Of iets mentaals. Dat heeft tijd nodig.'