Direct naar artikelinhoud

Tom Dumoulin heeft weer plezier in het fietsen

Na voorjaar vol tegenslag rijdt de Nederlander twee weken voor de start van de Giro een top-20 plaats in Luik-Bastenaken-Luik.

Tom Dumoulin komt over de finish tijdens de wielerklassieker Luik-Bastenaken-Luik.Beeld Anp

Het is weer de geruststellende aanblik van de toprenner die uiterlijke beheersing tot handelsmerk maakt. Tom Dumoulin wil na Luik-Bastenaken-Luik, waar hij als vijftiende de streep is gepasseerd, het liefst zo snel mogelijk de rollers op, maar de mecanicien krijgt het achterwiel niet vast. Hij steekt nog een handje toe bij het gefrunnik aan de klem, maar dat is vergeefs. Dan staat hij de cameraploegen gewoon maar staand te woord.

Zodra de fiets stevig genoeg staat, klimt hij in het zadel, vraagt op vriendelijke toon of iemand hem het apparaat dat de weerstand bepaalt even wil aanreiken en vervolgt al trappend zijn relaas. Hij is niet ontevreden, al ontbrak de echte punch. ‘Ik heb wel genoten.’ Zo was hij ook in die meiweken vorig jaar, toen hij de Giro d’Italia won: nauwelijks van zijn stuk te brengen.

Toegegeven, heel veel druk staat er niet op, deze zondag in Luik. Een kleine twee weken voor de start van de komende Giro is een absolute topprestatie niet vereist. Winst in La Doyenne is niet aan de orde. Zijn ploeg Sunweb mikt vooral op de Australiër Michael Matthews. Dumoulin en zijn ploeggenoot Sam Oomen dienen mee te schuiven als zich een gevaarlijke aanval van de concurrentie aandiende.

Tom Dumoulin na de finish tijdens de wielerklassieker Luik-Bastenaken-Luik.Beeld Anp

Dat gebeurt voor het eerst op 20 kilometer van de finish. Op de gemene Côte de la Roche aux Faucons probeert hij aan te pikken bij een uitval van de Belgische Quick-stepper Philippe Gilbert. Dat lukt net niet, hulptroepen van andere ploegen waren nodig. ‘Het was daarna harken tot de top.’ Maar in die schermutselingen moet kopman Matthews passen, waarna Dumoulin en Oomen zichzelf terugvinden in een kopgroep met favorieten. De kracht ontbreekt om daarin nog een dominante rol te spelen.

Een test is het uiteindelijk, niet ver van zijn Maastricht. De vraag was hoe het ervoor stond na een trainingskamp van ruim twee weken op de hoogten van de Sierra Nevada, waar hij met Oomen en Louis Vervaeke tussen de sneeuwresten had gereden – en, bekende hij later, door het aanstormende Nederlandse talent er nog enkele keren was afgereden. Hij heeft met plezier gereden, zegt hij zondag in aankomstplaats Ans. ‘Ik ben ook niet helemaal kapot.’

Zo vanzelfsprekend is het niet, lekker fietsen na de afgelopen maanden vol tegenslag en irritaties. Het voorseizoen leverde ongewone beelden op van Dumoulin die de controle over zichzelf verliest. Eerst was er die hartgrondige vloek toen hij de tijdrit in de Ronde van Abu Dhabi moest onderbreken nadat zijn derailleur haperde. In een latere etappe met daarin een fikse beklimming, smeet hij zijn fiets onbarmhartig op het asfalt, toen bleek dat het achterwiel aanliep. In de eendagswedstrijd Strade Bianche liep hij een infectie op, in de etappekoers Tirreno-Adriatico ging hij onderuit op provisorisch gerepareerd asfalt en moest opgeven. Het was allerminst de gewenste aanloop naar de Giro.

In terugblik was het volgens hem toch nog ergens goed voor geweest. Een waarschuwing, daar kwam het op neer. Dumoulin bekende in interviews dat hij zich te veel had willen bewijzen. Dat hij niet zomaar de Giro had gewonnen. Dat het geen toeval was. Dat hij nu misschien wel beter is dan ooit.

Hij betaalde de tol. Hij was volgens hem te gulzig geweest, de extra stappen die hij in trainingen zette, mondden uit in een mislukte lente. Hij besloot wat gas terug te nemen en minder krampachtig met zijn status om te gaan. Hij moet er bijvoorbeeld voortaan vrede mee hebben dat hij niet meer de Tom is die ongestoord op een terrasje kan plaatsnemen. En dat hij gewoon maar een handtekening moet zetten als passanten daarom vragen. Die paar tellen die dat kost, wat zou het eigenlijk? ‘Ik benader het rustiger en relaxter dan daarvoor. Dat gaat de laatste weken heel goed.’

Ploegleider Aike Visbeek houdt Dumoulin vanuit zijn ooghoeken in de gaten als de renner na de wedstrijd bij de bus komt aanrijden. ‘Hij zit hier bij de beste twintig, in een superharde wedstrijd. Dat hij de punch mist, is niet zo gek na een trainingskamp. Ik denk dat hij op hetzelfde niveau zit als vorig jaar.’

Dumoulin: ‘Het echte diepgaan lukte niet. Maar in een grote ronde doe je dat überhaupt niet, drie weken lang niet. Daarin kan ik alle dagen op 98 procent rijden.’ Hij heeft nog ruim een week om te herstellen. Met enkele trainingsritjes zal hij de conditie op peil houden. ‘Het harde werk zit er nu op. Het moet goed komen.’