NS achterhaalt 600 treinvandalen en claimt bij hen schadebedragen van in totaal 5,6 miljoen euro
De NS heeft de afgelopen vijf jaar 600 vandalen kunnen achterhalen die treinen met graffiti hebben beklad of die schade hebben toegebracht aan treinen en stations. Bij de opgespoorde vandalen is in totaal een schadebedrag van 5,6 miljoen euro in rekening gebracht.
Dat heeft de NS zaterdag bekend gemaakt. Uit de inventarisatie van de Spoorwegen blijkt dat vernielde ruiten op stations de grootste schadepost vormen: 220 stationsruiten sneuvelden in de afgelopen vijf jaar. Daarna volgen graffiti op treinen en gebouwen (ruim honderd gevallen), vernielingen op stations (bijna honderd) en vernielingen in treinen. Dat laatste soort vandalisme, zoals het beschadigen van treinstoelen en toiletten, kwam 76 keer voor.
Volgens de NS wordt gemiddeld 85 procent van de schade door vandalisme terugbetaald wanneer bekend is wie de dader is. Een woordvoerder kan niet zeggen of vandalisme voor de NS een groeiend of afnemend probleem is. Ook hebben de Spoorwegen geen cijfers over het gemiddelde aantal gevallen en de schadebedragen per jaar. ‘Het gaat om pieken en dalen’, aldus de woordvoerder.
De NS schat dat in ongeveer de helft van het aantal gevallen van vandalisme de dader wordt achterhaald. Als dat niet zo is, blijft de rekening altijd open staan, benadrukt het spoorbedrijf. Mocht de dader alsnog gevonden worden, dan dient de NS een vordering in en wordt indien nodig via de rechter een betalingsregeling opgelegd.
De Spoorwegen komen met deze inventarisatie om de aandacht te vestigen op de gevolgen van het vandalisme. Door beschadigingen moeten treinen direct of op een ander moment van het spoor gehaald worden om de schade te herstellen. ‘Iedere trein die bij schadeherstel staat, kan niet worden gebruikt voor reizigers’, zegt de woordvoerder. De NS heeft de indruk dat de daders van vandalisme zich niet realiseren hoeveel problemen ze veroorzaken. Daarom zijn de Spoorwegen de afgelopen jaren effectiever gaan optreden tegen vandalisme, hoe groot of de klein de schade ook is, onder meer met de inzet van camera’s op stations.