Direct naar artikelinhoud

'Ik ben het bangst als ik shampoo in mijn haar heb gemasseerd'

James WorthyBeeld Agata Nowicka

Mijn therapeut kijkt naar me alsof ik zijn tien jaar ­jongere broertje ben. De vertedering wint het nog maar nipt van de ontgoocheling.

"We praten al een kwartier over je angsten, maar wanneer ben je op je bangst?" vraagt hij, terwijl hij met zijn duim over het klikgedeelte van zijn pen gaat alsof het een erogene zone is.

"Ik ben het bangst als ik net de shampoo in mijn haar heb gemasseerd. Die paar seconden dat ik mijn ogen moet sluiten, is mijn angst zo groot dat ik voor even in zijn schaduw sta."

"Waar ben je bang voor dan? Je staat met je ogen dicht de shampoo uit je haren te wassen, en dan?"

"Ik heb dan altijd het gevoel dat iemand de badkamer binnenloopt. Iemand met slechte bedoelingen. Een ­inbreker of een moordenaar, of zo."

"Inbrekers slaan de badkamer dikwijls over. Niemand gaat het verkeerde pad op voor flosdraad en een botte nagelknipper. Maar neem me eens mee naar zo'n ­ochtend. Je doucht in de ochtend, toch?"

"Nee, in de middag, als ik klaar ben met schrijven. Douchen is een soort beloning. Maar ja, ik loop naar de handdoekenkast en pak de zachtst uitziende handdoek van de stapel. Dan trek ik mijn boxershort uit en plaats hem op de bovenkant van mijn rechtervoet. Ik kijk naar de wasmand en dan weer naar mijn voet en dan weer naar de wasmand. En dan schop ik de vuile onderbroek in de richting van de wasmand."

"Hoe vaak per week verdwijnt de vieze boxershort in de wasmand?" vraagt hij.

"Bijna altijd."

"Bijna altijd is ook een beetje nooit."

"Ik loop naakt de badkamer in en kijk even naar mijn spierballen in de spiegel. Ze zijn niet heel groot, maar ze zijn groter dan vroeger. Ik zou je niet neer kunnen slaan, maar ik kan wel je neus laten bloeden. Na het douchen kijk ik trouwens ook naar mezelf in de spiegel, maar weet je wat het is? Ik vind mezelf altijd mooier voor het douchen dan na het douchen. Ik ben minder rood. Minder druilerig. Als ik schoon ben, ben ik minder mezelf."

"Je slaat een heel stuk over. Pak die shampoofles eens vast. Wat voor shampoo gebruik je?"

"Die van mijn vrouw."

"Heb je zelf geen shampoo?"

"Jawel, maar die kan mijn haar niet naar mijn vrouw laten ruiken. Maar oké, dan zet ik de douche op zijn ­bijna-heetst en stap ik de druppeligheid binnen."

"Er zit shampoo in je haar. Je sluit je ogen. Wat zie je?"

"Iemand wiens doel het is mij te vermoorden als ik naakt ben."

"Wie of wat is het?"

"Angst laat zich nooit ontmaskeren."

"Je staat weer voor de spiegel. Wat zie je?"

"Een prachtig wrak."

De in Amsterdam geboren en getogen schrijver James Worthy (1980) probeert in zijn columns iets van het leven te begrijpen. Lees al zijn columns hier terug. 

james@parool.nl

Ik vind mezelf altijd mooier voor het douchen dan na het douchen. Als ik schoon ben, ben ik minder mezelf