Direct naar artikelinhoud
column

Nederland heeft een Derde Kamer nodig

Pia Dijkstra (D66) afgelopen februari tijdens de stemming in de Eerste Kamer over het initiatiefvoorstel van Dijkstra om een actief donorregistratiesysteem in te voeren.Beeld ANP

‘Oog hebben voor elkaar’, zo prijst Tweede Kamerlid Pia Dijkstra D66 nu voor de gemeenteraadsverkiezingen aan. Maar als ik haar hoor denk ik vooral aan haar ogen die zich priemen richting andermans organen, om deze zodra iemand ‘omvalt’ er zonder zijn toestemming uit te kunnen halen. 

Dat de meest trouwe bondgenoot van D66 bij de actieve donorregistratie (ADR) de SP was – van beide partijen stemden zowel in de Tweede Kamer als in de Eerste Kamer álle aanwezige leden voor – zou toch reeds te denken moeten geven bij wie geen diehard socialist wenst te zijn. Het meest eigene van een mens tot staatsbezit verklaren, daarin lopen D66 en de SP duidelijk hand in hand.

De gang van zaken rond die nieuwe wet roept echter een andere fundamentele vraag op: wat is de waarde van onze Grondwet?

Gedane zaken nemen (helaas) geen keer, dus die wet op de actieve donorregistratie (ADR) zal niet gauw weer ongedaan worden gemaakt. De gang van zaken rond die nieuwe wet roept echter een andere fundamentele vraag op: wat is de waarde van onze Grondwet? Want dat ADR een inbreuk maakt op artikel 11 van deze Grondwet – dat de onschendbaarheid van het menselijk lichaam moet waarborgen – werd niet alleen als een bezwaar door tegenstanders van de wet opgevoerd, maar ook waarschuwend opgemerkt door de Raad van State.

Minimale meerderheid

Zowel in de Tweede Kamer als in de Eerste Kamer is Pia Dijkstra’s ADR-wet met de krapst mogelijke meerderheid aangenomen: beide keren gaf één stem de doorslag. Kennelijk is het in ons land dus zo dat met de meest minimale parlementaire meerderheid een grondrecht onderuit kan worden gehaald. Terwijl een Grondwet de burgers juist zou moeten beschermen tegen de politieke waan van de dag.

In veel landen wordt zo’n bescherming aangebracht door constitutionele toetsing. Een speciaal gerechtshof, zoals het Bundesverfassungsgericht in Duitsland of het Supreme Court in de Verenigde Staten, kan dan beoordelen of een door het parlement aangenomen wet strijdig is met de Grondwet. Is dat het geval dan zal of de wet zo moeten worden herzien dat hij wel binnen de Grondwet past, of zal voordat de aldus afgekeurde wet kan worden ingevoerd eerst de Grondwet moeten worden herzien. Daarvoor is dan een versterkte meerderheid nodig.

Kennelijk is het in ons land dus zo dat met de meest minimale parlementaire meerderheid een grondrecht onderuit kan worden gehaald

Tekst loopt door onder de foto

De Grondwet.Beeld anp

Constitutionele toetsing heeft dus het grote voordeel dat grondrechten beter gewaarborgd zijn. Maar er is een keerzijde. Ongekozen rechters bepalen zo wat wel en wat niet toelaatbaar is, en indien zij de Grondwet ‘actief’ gaan interpreteren – aan de hand van jurisprudentie en/of hoe zij zelf een grondwetsbepaling opvatten – knaagt dat aan de democratie. Onze grondwetgever heeft tot nog toe niet voor niets de mogelijkheid van constitutionele toetsing afgewezen en het parlement aangewezen als de instantie die heeft te bepalen of een wet in strijd met de Grondwet is.

Derde Kamer

Daarmee zijn we terug bij af: het is de slager die zijn eigen vlees keurt. De vraag is dus hoe we ervoor kunnen zorgen dat grondwettelijke burgerrechten niet door de meest minimale meerderheid in het parlement onderuit worden gehaald en toch dat oordeel in democratisch gelegitimeerde handen leggen?

Zouden we daarvoor niet een Derde Kamer in het leven kunnen roepen? Zo’n Derde Kamer dient een politiek lichaam te zijn, in die zin dat haar leden een democratisch mandaat hebben, dus geen benoemde rechters zijn. Maar tevens moet worden voorkomen dat de leden politiek manipuleerbaar zijn door partijen, want dan kunnen de politici uit Eerste en Tweede Kamer alsnog met de krapste meerderheid de meest fundamentele grondrechten schenden, zoals de ADR-wet nu met art. 11 Gw doet.

Voor de beschermwaardigheid van onze organen is het te laat

Lotingsstelsel

Hoe voorkom je nu dat politieke partijen zich meester maken van het proces waarin wordt bepaald wie er lid van de Derde Kamer worden? De enige manier die ik vooralsnog zie is door de leden niet te doen verkiezen maar te loten. Volgens de Vlaamse historicus David van Reybrouck is het zelfs een misvatting te denken dat verkiezingen democratisch zijn. Echte democratie is volgens hem het model van het oude Athene volgen, waar loting plaatsvond uit willekeurige burgers.

Zou het geen goede zaak zijn om dit lotingsstelsel te proberen voor de Derde Kamer?

Zou het geen goede zaak zijn om dit lotingsstelsel te proberen voor de Derde Kamer? Wie geloot wordt vervult daarin bijvoorbeeld twee jaar zijn of haar burgerplicht; weigering is niet aan de orde. Voordat zijn termijn aanvangt krijgt een nieuw lid een tijd de gelegenheid zich te verdiepen in de Grondwet en, als het stelsel eenmaal werkt, in hoe de Derde Kamer daadwerkelijk opereert.

Taak van deze Derde Kamer zal worden te bepalen of een wetsvoorstel al dan niet strijdig is met de Grondwet. Indien dit lichaam oordeelt dat er van strijdigheid sprake is, zal het parlement éérst conform de gebruikelijke procedure van twee lezingen met in tweede lezing een twee-derde meerderheid in zowel Tweede als Eerste Kamer de Grondwet dienen aan te passen voordat het desbetreffende wetsvoorstel in behandeling kan worden genomen.

Voor de beschermwaardigheid van onze organen is het te laat. Maar ik schenk het idee van zo’n nieuw staatkundig orgaan graag als mijn vrijwillige donatie aan alle Nederlanders.

Patrick van Schie is historicus en directeur van de TeldersStichting, de liberale denktank van Nederland gelieerd aan de VVD. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.