Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Buitenland

Erdogan: Turkse leger gaat verder in Syrië

Ook sluit de Turkse president een militaire operatie tegen Koerdische militanten in Irak niet uit. De Syrische regio Afrin werd afgelopen weekend zonder weerstand ingenomen.

President Erdogan maakte maandag tijdens een toespraak bekend dat het Turkse leger doorgaat met militaire operaties tegen de Koerden in Noord-Syrië.
President Erdogan maakte maandag tijdens een toespraak bekend dat het Turkse leger doorgaat met militaire operaties tegen de Koerden in Noord-Syrië. Foto Murat Cetinmuhurdar/AP

Het Turkse leger zal verder oostwaarts trekken in Syrië om Koerdische militanten uit de regio te verdrijven. Dat heeft de Turkse president Erdogan maandag tijdens een toespraak in Ankara bekendgemaakt, meldt Reuters. De Turken, geholpen door Syrische rebellen, namen afgelopen weekend de Koerdische stad Afrin in.

Volgens de president zal het Turkse leger verder oprukken naar Manbij, Kobani en andere plaatsen tot aan de grens met Irak. Dat gebied is nog in handen van de Syrisch-Koerdische strijdgroep YPG. Turkije beschouwt de YPG als verlengstuk van de verboden Turks-Koerdisch militante beweging PKK.

Ook sloot Erdogan een militaire vervolgoperatie in Irak niet uit als Bagdad Koerdische militanten niet zelf uit het noorden verdrijft. “Een nacht zouden we opeens Sinjar binnen kunnen trekken”, zei de president. Sinjar, een regio in Noord-Irak, is volgens Erdogan een hoofdkwartier aan het worden van de PKK. De president zegt dat de Iraakse overheid is ingelicht over die mogelijkheid.

VS zijn ‘diep bezorgd’

Eerder waren in het Koerdische noorden van Syrië ook Amerikaanse troepen gestationeerd, die de Koerden steunden in de strijd tegen terreurgroep Islamitische Staat (IS). Het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zegt nu in een verklaring maandag dat “de VS niet opereren in het noordwesten van Syrië” en erkent de “veiligheidszorgen van onze NAVO-bondgenoot”. Tegelijkertijd leidt het Turkse offensief in Afrin volgens Washington af van de gezamenlijke strijd tegen IS.

Over de situatie in Afrin schrijft het ministerie van Buitenlandse Zaken “diep bezorgd” te zijn. “Het erop lijkt dat een groot deel van de bevolking is gevlucht voor de dreiging van het Turkse leger en de door Turkije gesteunde rebellen”, staat in de verklaring. De VS eisen van alle strijdende partijen, inclusief Rusland, Turkije en de Syrische overheid, dat hulpdiensten toegang krijgen tot de regio.

Lees hier de analyse van Turkije-correspondent Toon Beemsterboer: Afrin valt zonder slag of stoot

Geen opvang voor meer dan 200.000 vluchtelingen

Op zondag werd verrassend genoeg de stad Afrin binnen enkele uren ingenomen. YPG zei voor een tactische terugtrekking te kiezen om verder bloedvergieten onder de bevolking te voorkomen. Tijdens het militaire offensief vielen volgens het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten zeker 289 burgerdoden.

Na de inname van Afrin begonnen Syrische rebellen gelijk met het plunderen van de stad. De voorraden in huizen en winkels werden in beslag genomen en auto’s en tractoren werden gestolen. Volgens Hevi Mustafa, een hoge Koerdische bestuurder uit de provincie Afrin, zijn er meer dan tweehonderdduizend mensen op de vlucht geslagen. Dat zei hij tegen persbureau Reuters.

“De mensen met auto’s slapen in hun auto, de andere vluchtelingen slapen onder de bomen met hun kinderen.”

Voor veel vluchtelingen is het niet voor het eerst dat ze gedwongen moeten vertrekken. In de Koerdische stad Afrin werden veel Syriërs opgevangen die het geweld ontvluchten uit de Noord-Syrische provincie Idlib. In de omgeving van Afrin zijn geen vluchtelingenkampen. Volgens Mustafa is er een groot gebrek aan water en voedsel.

Damascus is het niet eens met de Turkse opmars in eigen land. Het Syrische ministerie van Buitenlandse Zaken eist in een brief aan de VN dat Turkse troepen “direct” terugtrekken van het “Syrische gebied dat ze bezet hebben”, meldt Reuters.

‘Turkije is geen indringer’

Vicepremier Bekir Bozdag zei eerder op de dag dat Turkse militairen niet zullen blijven in Afrin en dat de regio teruggegeven zal worden aan haar “ware eigenaren”. Volgens Bozdag is het Turkse leger “geen indringer”. Het doel van het militaire offensief, dat twee maanden geleden is begonnen, is terreur uit de regio verwijderen, aldus de Turkse vicepremier.

Het is niet duidelijk wat de uitspraak van Bozdag betekent voor de duizenden Koerden die zijn gevlucht uit hun stad. Koerden beschouwen de Turkse militaire operatie tegen de Koerdische strijdgroep YPG als een ‘etnische zuivering’. Ze zijn bang dat Arabieren en Turkmenen hun huizen intrekken.