Direct naar artikelinhoud
Column

F. Starik, een type dat uit het straatbeeld is verdwenen

Theodor HolmanBeeld Wolff

En nu is F. Starik overleden. Een dichter die meende dat aan het graf van iedere onbekende dode een boeket poëzie gelegd moest worden.

Hij vond dat zoiets moest. Niet de groten, de kampioenen, de winnaars, verdienen een gedicht, maar juist de verliezers en verschoppelingen, de zwervers met pijn en de ­verdwaalden aan wier leven wij niet konden zien of merken dat er iets zinvols aan ­kleefde.

Al hadden ze geen naam, F. Starik gaf ze woorden mee.

Hij was oprecht begaan met de anonymi die voor hem een bijzondere waarde vertegenwoordigden.

Zo is er een gedicht van hem, De Danser op de Kade, waarin hij een man beschrijft die wild begon te dansen als de brug bij de Kostverlorenkade openging en er een schip met zand door voer. De man was een zwerver die sliep op een vies matras, vol met urinevlekken, ergens buiten.

Dan dicht ­Starik:

en sommige baasjes/
ruimen de drollen niet op/
om goed duidelijk te maken/
dat ze schijt aan je hebben/
dat het smerig is om buiten te slapen

en mijn man woonde daar/
sliep in een klein hoekje/
tussen verachting en respect/
en nu is hij weg maar

hij danst voort in mijn ­gedachten.

Je zou met Gerard Reve kunnen spreken: het is gezien en niet onopgemerkt gebleven. Starik zag het en merkte het op.

Zo'n zwerver had waarde omdat het voor hem waarde had; de zwerver was niet zomaar iemand. Hij was een danser, hoe gering ook, maar van grote klasse voor hem, F. Starik. De zwerver gaf poëzie door zijn dans, Starik gaf er poëzie voor terug.

Ook in zijn boeken had Starik een volstrekt eigen stijl. Het boek Moeder Doen is door die poëtische stijl waarin tijd en perspectief zo kundig door elkaar worden gehusseld het allerbeste boek dat over een moeder en dementie is geschreven.

Overal werd het meer dan lovend besproken. Het verval van zijn moeder koppelt hij aan de afbraak van de buurt. Door de korte fragmenten waarin het boek is geschreven, valt het verschil tussen proza en poëzie bijna weg.

De paar keer dat ik hem heb mogen ontmoeten, waren altijd feestelijk. Hij had gelukkig nog iets van de muzische bohemien. Een type dat uit het straatbeeld is verdwenen.

Ik mocht hem zeer en had grote waardering voor hem.

Hij danst voort in mijn gedachten.

Theodor Holman (1953) is columnist, schrijver, televisie- en radiomaker. Elke dag, uitgezonderd zondag, lees je hier zijn column. Lees al zijn columns terug in het archief.

Reageren? t.holman@parool.nl

Lees ook: F. Starik (1959-2018): een van de meest zichtbare dichters

De paar keer dat ik hem heb mogen ontmoeten, waren altijd feestelijk