Regen in de gemeente, lekkage in Den Haag
Amersfoort
De uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen reiken vaak verder dan de gemeentegrenzen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 7 maart 2006 leed de VVD verlies. Een dag later legde Jozias van Aartsen, fractieleider van de VVD in de Tweede Kamer, zijn functie neer. Vier jaar later was de SP de verliezer van de gemeenteraadsverkiezingen. Een dag later, op 4 maart, vertrok Agnes Kant als fractieleider in de Tweede Kamer.
Zo rechtstreeks en duidelijk zijn de gevolgen van de gemeenteraadsverkiezingen voor de landelijke politiek niet altijd. Ze kunnen zich ook subtieler uiten. In 2014 kwam D66 in Utrecht als de grootste uit de bus, en sindsdien werd er gesuggereerd dat D66-leider Alexander Pechtold burgemeester van Utrecht wilde worden. Nu wordt hij genoemd als nieuwe burgemeester van Amsterdam, waar D66 ook de grootste is. In Zwolle werd de ChristenUnie de grootste. Het deed iets met het beeld van de partij, die tot dan toe alleen de grootste was in plattelandsgemeenten als Bunschoten en Oldebroek.
dramatisch verlies
De uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen werken door in de landelijke politiek. De opkomst van Joop den Uyl als partijleider van de PvdA volgde op voor de partij dramatisch verlopen raadsverkiezingen in 1966. De positie van partijleider Anne Vondeling kwam door die slechte uitslag onder druk te staan. Bij de Kamerverkiezingen van 1967 was hij geen lijsttrekker meer. Joop den Uyl nam zijn plaats in en bleef bijna twintig jaar lang partijleider. Ook als de uitslag op het eerste gezicht weinig teweegbrengt, kan hij toch een voorteken zijn. Bij de raadsverkiezingen van 1998 haalden de twee grootste regeringspartijen, PvdA en VVD, goede resultaten. Ook bij de Kamerverkiezingen, twee maanden later, deden ze het goed, zodat het kabinet-Kok I bijna geruisloos overging in het kabinet-Kok II. Vier jaar later werden de regeringspartijen weggevaagd door Pim Fortuyn, de voorman van Leefbaar Nederland en later de Lijst Pim Fortuyn. Hij leek uit het niets te komen, maar dat was schijn: bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1998 had Leefbaar Nederland al enorme successen geboekt in Utrecht en Hilversum. Achteraf gezien was dit het eerste gerommel van een enorme donderbui, de revolte van Fortuyn. Als het regent in de gemeente, gaat het lekken in Den Haag.
Gemeenteraadsverkiezingen leiden meestal niet meteen tot het vertrek van een partijleider. Alleen Agnes Kant en Jozias van Aartsen telden hun knopen en vertrokken de volgende dag. Op langere termijn hebben slechte uitslagen bij gemeenteraadsverkiezingen vaker geleid tot een leiderswisseling. D66 haalde bij de Kamerverkiezingen van 1981 zeventien zetels, nam aan de regering deel en verloor de kiezersgunst. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van juni 1982 bleek alle winst verteerd. ‘Uiteindelijk allemaal mijn schuld, al kan ik honderd verontschuldigingen aanvoeren’, schreef D66-leider Jan Terlouw in zijn dagboek. ‘Wie aan de top staat, is verantwoordelijk.’ Ternauwernood werd hij lijsttrekker bij de Kamerverkiezingen drie maanden later. Toen hij die verloor, verliet hij de Haagse politiek.
Op dezelfde wijze verging het VVD-leider Joris Voorhoeve na de gemeenteraadsverkiezingen van 1990. De VVD leed een nederlaag, waardoor de positie van Voorhoeve ging wankelen en de Kamerfractie nogmaals haar vertrouwen in hem uitsprak. Het bleek een veeg teken. Zes weken later werd Voorhoeve door het partijbestuur tot aftreden gedrongen.
onverholen afkeer
De gemeenteraadsverkiezingen zijn soms een testcase voor het kabinet, zeker als het nog maar net beëdigd is, zoals het huidige kabinet-Rutte III. In maart 1990 verloor de PvdA de gemeenteraadsverkiezingen, vier maanden nadat ze voor het eerst sinds vele jaren weer regeringspartij geworden was. Een deel van de achterban leek vergeten dat een regeringspartij compromissen moet sluiten en stemde niet meer op de PvdA. Vergeleken met de Kamerverkiezingen een half jaar eerder verloor ze vier procent van de stemmen. De PvdA bleef gewoon doorregeren.
Het sprekendste voorbeeld van een testcase zijn de gemeenteraadsverkiezingen van 31 mei 1978. Vijf maanden eerder was het kabinet-Van Agt/Wiegel beëdigd, een kabinet van CDA en VVD met een zeer kleine meerderheid in de Tweede Kamer. Het was in enkele weken tot stand gekomen, nadat het CDA maandenlang vergeefs met de PvdA, de grootste partij van het land, onderhandeld had. De PvdA voerde fel en met onverholen afkeer oppositie tegen het kabinet.
Die oppositie bleek averechts te werken, want bij de gemeenteraadsverkiezingen boekte het CDA voor het eerst sinds vele jaren weer winst. Het was een enorme opsteker voor het kabinet. Het kabinet-Van Agt/Wiegel werd een van de weinige kabinetten die de volle termijn uitdienden.
Veertig jaar later zijn de gemeenteraadsverkiezingen niet helemaal vergelijkbaar met die van 1978. Er doen veel lokale partijen mee, waardoor niet in één oogopslag duidelijk is, hoe goed of slecht de landelijke partijen er bij de kiezer voorstaan. Maar tien tegen één dat een winnende regeringspartij haar succes zal uitleggen als steun aan het nieuwe kabinet. <