Direct naar artikelinhoud
TIEN GEBODEN

Duizendpoot Olcay Gulsen: 'Ik heb een kutjeugd gehad'

'Ik zou willen dat het me ook niet uitmaakt of ik een sneer krijg of een compliment.'Beeld Martijn Gijsbertsen

In de serie 'tien geboden' interviewt Arjan Visser bekende en minder bekende Nederlanders aan de hand van de Bijbelse tien geboden over hun leven, wereldbeeld en religie. Deze week: Olcay Gulsen, modeontwerpster, presentatrice en ondernemer.

Olcay Gulsen (Waalwijk, 1980) begon in 2004 met 'SuperTrash', een bedrijf waar in 2016 het modemerk 'ST.Studio' aan werd toegevoegd. Op 16 maart verschijnt 'SuperOlcay - hoe je met lef van niets naar de top komt', dat ze samen met Karin Kuijpers schreef.

I Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben

"Hier, op mijn arm, staat 'Xade Bitare Be', dat is Koerdisch voor 'God is met mij'. Wel een beetje hypocriet hoor, want God moet er vooral zijn als ik Hem nodig heb. Ik begin meestal pas te bidden als het misgaat in mijn leven."

II Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enige gestalte van wat boven in de hemel, noch van wat beneden op de aarde, noch van wat in de wateren onder de aarde is

"Werk was mijn afgod, succesvol worden stond op nummer 1. Ik ben opgegroeid met een groot... of, ja toch best wel een groot minderwaardigheidscomplex. Ik ben geboren in Waalwijk, een van de zes kinderen uit een Koerdisch Armeens gezin.

"Mijn ouders kwamen op hun veertiende naar Nederland en werden een jaar later aan elkaar uitgehuwelijkt. Mijn vader was de dorpsgek: schizofreen, gewelddadig en verslaafd aan alcohol en drugs. Ik schaamde me voor hem. Ik schaamde me voor de situatie bij ons thuis: er kwam nooit een vriendinnetje over de vloer. Ik kwam altijd te laat op school, meestal zonder boterhammen. Tijdens de pauze werd ik naar de kantine gestuurd om te vragen of er misschien nog iets te eten voor mij over was.

Misschien ben ik toen ik ging studeren in het extreme doorgeschoten: nooit meer armoede, nooit meer schaamte

"Ik weet nog hoe het voelt om te worden uitgelachen. Die schooltijd was rampzalig, ik spijbelde, deed nergens mijn best voor, het kon me allemaal niets schelen.

"Zo rond mijn achttiende, toen ik uit huis ging om in Rotterdam te gaan studeren, heb ik de knop omgezet. Misschien ben ik toen in het extreme doorgeschoten: nooit meer armoede, nooit meer schaamte. Ik wilde de top bereiken en wel zo snel mogelijk.

"Zo'n drie jaar geleden ging het mis. Ik was het contact met mezelf en met mijn omgeving helemaal kwijtgeraakt. Achteraf heb ik er spijt van niet in therapie te zijn gegaan, maar toen zat ik nog volledig in die oude, bekende overlevingsmodus: dit los ik zelf wel op.

"Twee jaar lang heb ik mezelf voor iedereen afgesloten. Ik werkte wel gewoon door - ik ben een kei in doen alsof het goed met me gaat - maar zodra ik thuiskwam, kon ik eigenlijk alleen nog maar janken. Ik schrok van mezelf: ik had minstens tien jaar niet gehuild. Als iemand emotioneel werd, had ik de neiging weg te lopen. En nu zat ik daar, intens verdrietig, alleen, non-stop te huilen. Het was echt de hel.

"Als ondernemer had ik naar een stip op de horizon gewerkt. Daar moest ik zien uit te komen. En toen ik er eenmaal was, bleek dat al die rijkdom, al het succes, me geen steek gelukkiger had gemaakt. Beetje bij beetje ben ik opgekrabbeld. Nu gaat het weer goed met me. Vooral ook omdat ik weet dat je als mens pas echt geslaagd bent als je een grote kring van vrienden en familie om je heen hebt verzameld. Ik heb me voorgenomen om eerder mijn gevoelens te delen, beter naar mezelf te luisteren. En misschien moet ik, preventief, alvast een strippenkaart bij de psychiater bestellen."

III Gij zult de naam van de Here, uw God, niet ijdel gebruiken

"Ik ben geen dame. Ik vind het heerlijk om te vloeken en te tieren, ook al gaat het helemaal nergens over. Ik denk snel, ik praat snel en ik kom er vaak te laat achter dat ik sommige dingen beter iets minder direct of misschien zelfs helemaal niet had kunnen zeggen. Ik heb de behoefte om mezelf te verbeteren - ik ben gestopt met roken en ik heb mijn angst voor water overwonnen - maar dit is een karaktertrek die, denk ik, moeilijk is te veranderen."

IV Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt, zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen; maar de zevende dag is de sabbat van de Here uw God, dan zult gij geen werk doen

"Het liefst plemp ik al mijn dagen vol. Er moet altijd iets gebeuren. Goed, op zondag kom ik later uit m'n nest, maar daarna ga ik wel meteen de schade inhalen. Ik kán wel niks doen - het is niet zo dat ik de stilte uit de wegga of zoiets - maar het probleem zit 'm vooral in het feit dat ik overal ja tegen zeg."

We woonden met z'n achten in een vieze eengezinswoning, naar Nederlandse maatstaven extreem armoedig

V Eer uw vader en uw moeder

"Lief, warm, gul: het zijn eigenschappen die ik van mijn moeder heb meegekregen. Maar als er vroeger nare dingen gebeurden, kon mijn moeder behoorlijk gemeen worden. Dan riep ze bijvoorbeeld dat het helemaal niet de bedoeling was geweest dat ik geboren zou worden. Ze had al een afspraak voor de abortus gemaakt, maar die ochtend was de wekker niet afgegaan. Het was hetzelfde rode Hema-wekkertje waarop ik jarenlang kon zien dat ik wéér niet op tijd op school zou komen. We werden aan ons lot overgelaten. We woonden met z'n achten in een vieze eengezinswoning, naar Nederlandse maatstaven extreem armoedig.

"Mijn moeder hield van ons, dat weet ik zeker, maar ze had het veel te druk met overleven. Mijn vader dacht dat hij een PKK-strijder was, of een zoon van Jezus: zijn schizofrenie bracht hem op de gekste plaatsen. De combinatie van medicijnen, drank en drugs maakte hem extreem gewelddadig. Ik zou niet eens meer kunnen zeggen hoe vaak hij mijn moeder te lijf ging, voor mijn gevoel gebeurde het de hele tijd. We probeerden hem tegen te houden waardoor we zelf óók klappen opliepen. Ik herinner me dat ik me als klein meisje soms afzijdig hield, en hoe schuldig ik me daar vervolgens over voelde, maar het was ook zo zinloos allemaal: we konden hem echt niet de baas.

"De politie stond iedere week voor de deur, gealarmeerd door de buren. Soms belandde mijn moeder in het ziekenhuis. Dan moesten wij mee naar het bureau, om een verklaring af te leggen. Daarna werden we weer naar huis gestuurd. Mijn vader kwam meestal na een paar uur weer vrij, nog woedender dan toen hij werd opgesloten, om zijn woede op ons af te reageren. Hij wist namelijk zeker dat wij de politie hadden gebeld...

"God, dit is gewoon een slechte film hè? Drama op drama. Ik wil mensen liever inspireren dan treurig maken, maar goed, het is niet anders: ik heb een kutjeugd gehad. Ik ben ook heel lang erg boos op mijn vader geweest, wilde helemaal niets met hem te maken hebben tot ik voldoende afstand had genomen en kon zien dat hij, behalve een knettergekke klootzak, ook een fantastische, creatieve man was. Hij had bravoure, een interessante vriendenkring, sprak vijf verschillende talen en was uiteindelijk ook het slachtoffer van zijn eigen opvoeding. En weet je wat ik ook ging denken? Er zijn mensen die het véél erger hebben gehad dan ik. Ik ben niet verkracht, of met de dood bedreigd, en ik had tenminste nog een dak boven mijn hoofd. Ik blijf ook zeggen dat ik geluk heb gehad, die slachtofferrol past helemaal niet bij mij.

Ik zou mijn vader willen verlossen. Ik zou hem uit liefde doden

"Vijf jaar nadat ik uit huis was gegaan, werd mijn vader opgenomen in een inrichting. Voor ons gezin braken betere tijden aan. Mijn moeder is streng islamitisch opgevoed, ze mag niet scheiden en heeft ook nooit een andere man gehad, maar ze kon wel op adem komen. Het was ons ook duidelijk hoe ziek mijn vader was. Een patiënt. Iemand die geholpen moest worden. In juli 2016 ging het alsnog fout: door allerlei veranderingen in wetten op het gebied van de zorg voor langdurig psychiatrische patiënten werd hij, letterlijk, van de ene op de andere dag op straat gezet. Hij kwam in de daklozenopvang in Tilburg terecht: een schizofrene man met een drugsprobleem, tussen de junkies. Hij begon weer steeds meer te gebruiken, werd gewelddadiger en met de dag gekker.

"Een half jaar geleden hebben mijn zusjes en ik ingegrepen en hem in een appartementje in Waalwijk geplaatst. Mijn moeder - die verder natuurlijk niets meer met hem te maken wil hebben - is wel bereid om zijn was te doen. Dat vind ik heel grootmoedig. Ze komt in zekere zin nooit meer van hem af. En wij ook niet. Hij zou opgenomen moeten worden, maar mijn vader lijkt buiten alle regelingen te vallen...

"Hij belt me minstens vijf keer per dag. Voordat hij begint te raaskallen, heeft hij meestal wel duidelijk gemaakt wat hij van me wil: geld. Om te kunnen scoren. Ik zeg nee, maar uiteindelijk maak ik elke keer weer iets aan hem over. Laat die man zijn drugs maar gebruiken, als hij daar blij van wordt. Wat moet ik dan doen? Als hij toch die psychische ondersteuning niet krijgt, als hij toch aan zijn lot wordt overgelaten... Mijn vader leeft niet. Hij lijdt alleen maar."

VI Gij zult niet doodslaan

"Als mijn vader een helder moment heeft, moet hij vreselijk huilen. Het is voor hem, voor iedereen, beter als er nu, na 54 jaar, een einde aan zijn leven komt. Het is niet ondenkbaar dat hij zelfmoord pleegt. Als hij dat doet, zou ik het vooral jammer vinden dat hij mij niet heeft gebeld. Dan zou ik hem een spuitje hebben kunnen geven. Heftig hè, dat ik dit zeg? Maar ik meen het wel. Ik zou mijn vader willen verlossen. Ik zou hem uit liefde doden."

Aan een man heb je niet zo veel. Vrouwen zijn sterker. En daadkrachtiger

VII Gij zult niet echtbreken

"Na drie keer te zijn verloofd, heb ik het idee dat ik ooit zal trouwen maar laten varen. Ik heb steeds geweten, zelfs toen ik een bruidsjurk stond te passen, dat ik het uiteindelijk toch niet zou doen. Superdom, eigenlijk. Misschien vond ik het wel moeilijk om nee te zeggen. En bindingsangst, ja, natuurlijk. Ik heb geen vader-syndroom aan mijn jeugd overgehouden - hoe kan ik een vader missen als ik er nooit een heb gehad? - maar wel de overtuiging dat je de dingen beter zelf kunt oplossen. Aan een man heb je niet zo veel. Vrouwen zijn sterker. En daadkrachtiger.

"Oké, er zijn uitzonderingen. Zoals Frans. Op een of andere manier weet hij me nog steeds te verrassen. Of ik ben moegestreden, dat kan ook. Het plan is in ieder geval dat we bij elkaar blijven. Misschien gaan we wel een gezin stichten. Dat roep ik al sinds mijn 34ste, dus echt geloofwaardig klinkt het misschien niet meer. Ik ben een beetje bang voor de schizofrenie in mijn familie - mijn oma en háár moeder leden aan dezelfde ziekte - en ik zie ook wel op tegen de verantwoordelijkheid die ik zou moeten dragen. Tegelijkertijd kan ik erg verlangen naar een leven waarin niet ik, maar mijn kind het allerbelangrijkst is."

VIII Gij zult niet stelen

"Ik maakte deel uit van een disfunctioneel gezin, maar ik zorgde er wel voor dat ik geen overtreding maakte. Ik was doodsbang voor de politie. Nog steeds. Bang voor autoriteiten. Terwijl ik niks verkeerd doe, niks te verbergen heb. Het is echt een trauma: ze waren er steeds, lachten ons uit, deden helemaal niets om ons te helpen. Niemand hielp ons. Ze zeggen vaak dat de zorg in Nederland zo goed is geregeld, maar ik heb daar zo mijn twijfels bij. Ik heb een tijd geleden een ontmoeting met de burgemeester van Waalwijk gehad, om het probleem van mijn vader op te lossen. 'Gaan we doen', zei hij, 'ik ga er voor zorgen'. En vervolgens hoor ik helemaal niks meer van hem. Ik word van het kastje naar de muur gestuurd, de ene ambtenaar heeft een ATV-dag, de ander is net op vakantie gegaan. Tot ik laatst ineens een app'je van de burgemeester zelf kreeg, of ik misschien een leuk filmpje wilde maken om de burgers van Waalwijk mee te inspireren of zoiets. Ik ben nog te boos geweest om te reageren. Misschien kan ik dat dan nu meteen even doen? Burgemeester, als u dit leest: fuck you."

IX Gij zult geen valse getuigenissen spreken tegen uw naaste

"Dit is wie ik ben. Het verbaast me dat niemand me gelooft. Ze vinden me mysterieus - of dom, dat lees ik ook wel eens op Twitter. Het komt allemaal door die directheid, denk ik. Ik wil nergens omheen draaien. En ik zou willen dat het me ook niet uitmaakt of ik een sneer krijg of een compliment, dat het niets verandert aan hoe ik over mezelf denk. Helaas. Zo ver ben ik nog niet."

X Gij zult niet begeren uws naasten huis; gij zult niet begeren uws naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn rund, noch zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is

"Vroeger was ik heel jaloers. Vooral op mijn beste vriendinnetje. Ze was knap, kreeg alles wat ze wilde hebben en woonde in een mooi, groot huis. Ik weet inmiddels hoe kinderlijk die emotie is. Toch zijn er nu ook volwassen mensen die jaloers zijn op mij. Tegen hen zou ik willen roepen: 'Niet nodig!' Als je mij een beetje volgt, weet je dat het echt niet alleen maar pracht en praal is. Ik heb veel zorgen. Extreem veel zorgen. Succes is een gevangenis. Ik heb een systeem gecreëerd waarin ik continu, optimaal moet blijven functioneren. Maar goed, tot dat inzicht ben ik inmiddels gekomen, ik heb mijn mega-depressie achter de rug. Binnenkort ga ik een periode van rust inlassen om te bedenken wat ik met de rest van mijn leven zou kunnen doen."

Arjan Visser interviewt iedere twee weken iemand aan de hand van de Tien Geboden. Hier leest u zijn andere interviews.

Lees ook'Ik ben niet zo'n kniekous-meisje, God is er 24 uur per dag'