Direct naar artikelinhoud

Billy Graham, Amerika’s nationale voorganger, is niet meer

Billy Graham (1918-2018)Beeld REUTERS

Hij bereikte miljoenen zielen, bekeerde niet weinigen, gaf het evangelische christendom wereldwijd een gezicht en bad meer dan eens aan het presidentiële bed in het Witte Huis. Had Amerika een protestante paus gehad, was zijn naam Billy Graham geweest. Vandaag overleed hij, 99 jaar oud.

Zoals de presidenten van de Verenigde Staten elk hun eigen Library hebben – een ‘bibliotheek’ die eigenlijk een museum is – zo heeft ook Billy Graham die. De vergelijking is passend: de man die in 1918 werd geboren als boerenzoon in Charlotte, North Carolina, zou in Amerika als prediker een status bereiken die niet onderdeed voor die van een president.

Bij het einde van de tentoonstelling, vlak voor de uitgang, krijgen bezoekers een video-boodschap te zien, waarin hen wordt opgeroepen het gebouw niet te verlaten zonder de beslissing te nemen ‘Jezus te aanvaarden’. Dankzij een timer blijven de deuren enige tijd gesloten; snel ontsnappen aan de oproep tot bekering is er niet bij. Misschien bedacht Billy Graham dit niet zelf – de Library werd in 2007 gebouwd door zijn zoon en opvolger Franklin. Maar het is zeker in de geest van de evangelist die uiteindelijk iedereen ertoe wilde bewegen ‘Jezus aan te nemen als Verlosser en Heer’, ook Woody Allen bijvoorbeeld, in een tv-interview in 1969.

Zowel zijn boodschap als zijn methode waren as American as apple pie

Allen: “Is het niet een beetje egotripperij dat God geen andere goden voor zijn aangezicht duldt?”

Graham: “Oh nee, God is perfect.”

Allen: “Dat vind ik weleens moeilijk te geloven als ik ’s ochtends in de spiegel kijk.”

Graham: “Maar in Gods ogen ben je mooi. Want God houdt van ons allemaal. Hij heeft jou gemaakt als Woody Allen en hij verwacht van jou dat je leeft naar zijn normen. En als je dat niet doet, biedt Hij je hulp. Verlossing.”

De woordkeus is klassiek evangelisch, maar de setting niet: hoeveel predikers gingen in die jaren naar een gastheer als Woody Allen om zich op tv te laten ondervragen? Graham gíng niet alleen, hij zat er ook nog ontspannen bij en begreep dat een beetje humor geen kwaad kon – niemand hoefde hem de mores van de moderne media uit te leggen. Zo was het vanaf het begin: Graham paarde een onversneden boodschap – ‘That old time religion’ – aan een eigentijdse presentatie en sloot niemand uit. Hij wilde met iedereen praten en werkte samen met allerlei kerken van min of meer conservatieve snit.

Dat, gevoegd bij zijn persoonlijkheid en zijn politieke antenne, verschafte hem een religieus aureool waar niemand in Amerika aan kon tippen. Zowel zijn boodschap (de noodzaak van individuele bekering) als zijn methode (massale rally’s met vurige, emotionele preken en populaire muziek) waren as American as apple pie. En altijd mondde het uit in de ‘oproep tot het altaar’, de gang van de zondaar, door het gangpad, naar het podium, om daar zijn ‘hart aan de Heer te geven’.

Pad van zaagsel

Over dit pad van zaagsel (de sawdust trail, een begrip dat stamt uit de begintijd van de evangelisatietent) was William Franklin Graham zelf als 16-jarige jongen naar voren gegaan tijdens een campagne van de rondreizende evangelist Mordecai Ham. Opgegroeid in een rechtzinnig calvinistische familie, ging de bekeerde Billy naar het Bob Jones College in Tennessee, een rigide school, die hij al snel inruilde voor de Florida Bible Institute. Daar sloot hij zich bij de Southern Baptists, en in 1939 werd hij dominee in die kerk. Maar Graham was een prediker, geen predikant: hij werkte slechts twee jaar in een gemeente voor hij overstapte naar Youth for Christ, waar hij zich ontpopte als een ongekend succesvolle spreker in de arena van opwekkingscampagnes, ofwel ‘kruistochten’.

Op uitnodiging van lokale gelovigen organiseerde Graham in 1949 een campagne in Los Angeles die hem nationale roem zou brengen. De bedoeling was dat hij drie weken zou optreden, het werden er acht. "Het geloof is zo modern geworden als een atoombom in de donderende opwekkingsbijeenkomsten die ds. Billy Graham elke avond houdt in een gigantische tent bij de kruising van Washington Boulevard en Hill Street,” schreef de Los Angeles Daily News. “Maar de moderniteit betreft alleen de buitenkant en doet niets af aan de traditionele vurigheid en kracht van een ouderwetse gospel-meeting.” Over de spreker noteerde de krant: “Billy Graham, pas dertig jaar oud, is een lange en knappe man, met intens blauwe ogen en een opzwepende vitaliteit.”

De evangelist was niet geheel immuun voor het giftige karakter van Nixons persoonlijkheid

Na Los Angeles volgden Boston, Washington en andere steden, tot New York aan toe, en Graham kreeg eigen radio- en televisieprogramma’s die in heel het land werden uitgezonden. Dat hij samenwerking met de gevestigde kerken – verenigd in de Amerikaanse Raad van Kerken – niet uit de weg ging, leverde hem de afkeuring af van de scherpslijpers onder de evangelicalen. De Bob Jones-universiteit verbood studenten op straffe van uitsluiting bijeenkomsten van hun oud-student bij te wonen; Graham ‘deed meer schade aan de zaak van Jezus Christus dan enig ander nu levend persoon’.

Maar wat Graham verloor aan steun onder fundamentalistische evangelicalen, won hij aan prestige en invloed bij mainstream America, inclusief het establishment van Washington, en dat tot aan het hoogste niveau. Voor president Eisenhower gold hij als een goede vriend, een vertrouweling zelfs, en dat zou daarna ook gelden voor Johnson, Nixon, Carter, Reagan, Bush sr, Clinton en Bush junior, die dankzij Graham het geloof vond en de drank afzwoer. Toen was zijn ster zo hoog gerezen, dat het de prediker was die de president een gunst bewees door vriendschappelijke banden aan te gaan. Bij de opening van de Billy Graham Library waren George W. Bush, Bill Clinton en Jimmy Carter aanwezig, en hoezeer zij ook politiek verschilden, over Graham spraken ze alle drie even lovend.

Lees verder na onderstaande karakteristieke preek van Billy Graham.

Dat wil niet zeggen dat het bondgenootschap tussen de evangelist en de politiek altijd even gunstig uitpakte en ook niet dat Graham altijd even onpartijdig was, zoals hij zelf graag mocht beweren. Sterker: hij had zijn lancering in Los Angeles grotendeels te danken aan zijn felle anti-communisme, dat hem de sympathie opleverde van de machtige krantenbaron William Randolph Hearst, die zijn redacties de opdracht gaf Graham uitbundig te promoten (‘Puff Graham’). Het waren de beginjaren van de Koude Oorlog en door Graham op het schild te heffen, voedde Hearst zijn eigen kruistocht tegen het alles wat communistisch kon zijn. “De principes van Christus vormen de enige ideologie die sterk genoeg is om het communisme te stoppen,” verklaarde Graham. “Als het communisme een land verovert, maakt het van iedere man een slaaf. Als het christendom een land verovert, maakt het van iedere man een koning.”

Verwantschap

Hoewel geregistreerd als Democraat, zoals veel zuidelijke Amerikanen vóór de jaren zestig, toonde Graham de meeste verwantschap met de Republikeinen. Onder Eisenhower ontwikkelde hij een nauwe band met vice-president Richard Nixon, en in 1960 belegde hij een conferentie met collega-predikanten om te bespreken hoe de rooms-katholieke John Kennedy van een overwinning kon worden afgehouden. Die strategie mislukte, maar Nixon belandde in 1969 alsnog in het Witte Huis, en met hem Billy Graham als frequente bezoeker en adviseur. De twee bespraken in detail hoe Nixon in 1972 campagne moest voeren om herkozen te worden en welke rol Graham daarbij zou kunnen spelen – ze traden in 1970 zelfs gezamenlijk op bij een evangelisatie-rally, waarbij Graham zich keerde tegen demonstranten die Nixon uitfloten wegens de Vietnam-oorlog. “Ik geloof dat de Heer met u is,” zei Graham tegen de president.

De evangelist was niet geheel immuun voor het giftige karakter van Nixons persoonlijkheid, zo bleek uit tapes uit de jaren zeventig die in 2002 openbaar werden. Tijdens een gesprek over een interview dat Graham zou geven, ontstak Nixon in een tirade tegen de Joodse dominantie in de pers: “Newsweek wordt helemaal gerund door Joden, The New York Times, The Washington Post ook: totaal Joods.”

Waarop Graham antwoordt: “Deze houdgreep moet gebroken worden, anders gaat het land ten onder.”

En later, op een andere tape, spreekt hij over Israëlische joden als ‘de synagoge van Satan’.

Graham verontschuldigde zich in 2002 , en zei dat hij slechts met de president had meegepraat, iets waarvoor hij vergeving vroeg. En kreeg, zo mag men veronderstellen, want zijn standing leek er niet onder te lijden. Op dat moment was hij ook al 88 jaar oud en aan het einde van zijn loopbaan; geen moment om iemand onderuit te halen. Bovendien geldt in Amerika vanouds het adagium dat Graham zelf ook zijn leven lang verkondigde – in de woorden van zijn biograaf Grant Wacker: “Hoe je de boel ook verpest hebt, je krijgt altijd een tweede kans.”

In 2006 hield Graham zijn laatste rally, in het Flushing Meadows-park in New York

Graham was ‘America’s Pastor’, zoals de titel luidt van Wackers boek, en niet alleen omdat hij op momenten van nationale eenheid (presidentiële inauguraties en begrafenissen) de nationale voorganger was, maar ook omdat in zijn leven de na-oorlogse geschiedenis van Amerika werd weerspiegeld, inclusief de minder glorieuze momenten. Graham was conservatief zoals Amerikanen dat kunnen zijn, maar ook liberaal zoals Amerikanen dat kunnen zijn: open voor anderen, in het bezit van onwaarschijnlijke vrienden, niet bang grenzen over te gaan.

Twee voorbeelden: hij keerde zich van meet af aan tegen de rassensegregatie, dreigde in 1953 een optreden af te blazen als de touwen tussen blank en zwart niet werden weggehaald en had nauwe banden met Martin Luther King, voor wie hij zelfs een keer borgtocht betaalde. En hij erkende in paus Johannes Paulus II, die hij drie keer ontmoette, een geloofsbroeder. In beide gevallen trad Graham ver buiten de traditionele mores van zijn blanke en evangelische achterland, maar dat paste bij hem. Hij zocht bondgenoten op plaatsen waar zijn geestverwanten ze niet vermoedden en dolende zielen op plekken waar niemand toegang toe had. Ook letterlijk: Graham was de eerste prediker die doordrong tot achter het IJzeren Gordijn. In 1978 trad hij op in Polen en langzaam maar zeker volgden daarna de andere landen van het Sovjet-blok. In 1992 voegde hij Noord-Korea toe aan zijn lijst, in 1993 China.

Zijn organisatie, de Billy Graham Evangelistic Association, drukte het resultaat van Grahams werk uit in de volgende cijfers: Graham hield meer dan 400 kruistochten, deed daarbij 185 landen aan en sprak live voor ruim 200 miljoen mensen. Van hen accepteerden 3,2 miljoen ‘Jezus Christus als hun persoonlijke verlosser’. Tellen we het radio- en televisiepubliek erbij, dan bereikte hij meer dan 2,2 miljard mensen.

Mondiaal evangelisch bouwwerk

De prediker was daarnaast grondlegger van een mondiaal evangelisch bouwwerk, uitvloeisel van het Internationale Congres voor Wereldevangelisatie dat hij in 1966 organiseerde in Berlijn, en vervolgens in veel andere plaatsen, waaronder Amsterdam (1986). “Dit hielp evangelicalen zichzelf, naast het Vaticaan en de Wereldraad van Kerken, te zien als een globale christelijke factor, een internationale beweging die tot meer in staat was dan zijzelf voor mogelijk had gehouden,” schreef Christianity Today, het blad dat Graham zelf oprichtte.

In 2006 hield Graham, die toen al jarenlang leed aan Parkinson, zijn laatste rally, in het Flushing Meadows-park in New York. Een jaar later overleed zijn vrouw Ruth, met wie hij in 1943 was getrouwd. Hij bleef alleen achter in Little Piney Cove, hun huis in North Carolina, door ouderdom steeds verder afgesneden van de wereld waar hij zo’n stempel op drukte. In 2012 publiceerde hij nog het boekje 'Nearing home', waarin hij schreef uit te zien naar de eeuwigheid. “Wanneer we van Christus zijn, weten we dat we na ons sterven eindelijk vrede zullen hebben, want dan zijn we thuis.”

Lees ook:

Hij was de vaste evangelist van het Witte Huis, en bad met Republikeinse én Democratische presidenten. Billy Graham gaf elf presidenten geestelijke en politieke raad. Het leverde de 88-jarige aalmoezenier een naar hem vernoemde bibliotheek op en een biografie.

Als geen ander heeft Billy Graham invloed gehad op de groei van de evangelische beweging in de afgelopen vijftig jaar. Zijn organisatie schat dat in de loop der jaren 200 miljoen mensen hem in levende lijve hebben horen prediken; vele honderden miljoenen hoorden hem via radio of tv.