Direct naar artikelinhoud
Column

Het wordt stil rondom Rutte: al zijn vertrouwelingen zijn weg

Lex OomkesBeeld Maartje Geels

Jan de Koning was een betrekkelijk stille kracht in de politiek van de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. Stil, maar o zo invloedrijk en daarmee belangrijk. Voor zijn partij en zeker voor Ruud Lubbers. 

Zo vlak na zijn overlijden en alle lovende woorden voor Lubbers is het goed De Koning nog één keer aan de vergetelheid te ontrukken. Bovendien zit er in de rol van De Koning in de politiek wellicht een belangrijke les voor Lubbers' verre opvolger Mark Rutte.

Lubbers voer blind op De Koning

Drie keer speelde De Koning als informateur een rol in de kabinetsformatie en drie keer werd Lubbers daarop premier. Het valt toch moeilijk te ontkennen dat er enig oorzakelijk verband tussen die twee feiten moet zijn geweest.

Steun en toeverlaat

Dries van Agt, nog lijsttrekker in 1982 en daarmee beoogd premier van het CDA, trok zich na de verkiezingen terug en ijverde voor Jan de Koning als zijn opvolger. Dat werd echter Ruud Lubbers, fractievoorzitter van het CDA. Het zou kunnen duiden op enige rivaliteit tussen de twee, maar niets is minder waar. In de eerste twee kabinetten onder zijn leiding werd De Koning Lubbers' steun en toeverlaat. Hij maakte, als informateur en in zijn eerste weken als minister van sociale zaken, kwartier voor het roemruchte Akkoord van Wassenaar, waardoor de vakbeweging niet meer in de weg zat bij het bezuinigingsbeleid van het centrum-rechtse eerste kabinet-Lubbers.

Lubbers kon blind varen op De Koning. Zijn belang voor het succes van de man die de langstzittende premier ooit zou worden, kan niet worden overschat, zo stelde van de week nog een voormalig topambtenaar, die zowel met Lubbers als De Koning nauw samenwerkte. Lubbers voer blind op De Koning.

Jan de Koning, in 1981, als minister van Landbouw en Visserij.Beeld ANP

Na zijn tweede kabinet wisselde Lubbers van coalitiepartner en, zonder dat daar noodzakelijkerwijs een verband is, stapte De Koning uit de Haagse politiek. Het derde kabinet-Lubbers haalde echter bij lange na niet het succes van de twee kabinetten daarvoor. En daar ligt volgens diezelfde topambtenaar wel een oorzakelijk verband. Lubbers stond er min of meer alleen voor. De man die hem kon afremmen of aanmoedigen was er niet meer.

Bewijs dat je nooit aan een derde kabinet moet beginnen, stelde collega Hans Goslinga zaterdag in deze krant. Maar geldt dat ook als je ervoor zorgt dat je de mensen op wie je blind kunt varen om je heen houdt?

Te laat

Voor Mark Rutte komt die les te laat. Edith Schippers, vertrouwelinge van Rutte toen hij nog oppositieleider was en zij vice-fractievoorzitter, verdween al voor de verkiezingen. En vorige week raakte de man die inmiddels ook drie kabinetten op zijn naam heeft staan, Halbe Zijlstra kwijt.

Zijlstra was de Jan de Koning van Mark Rutte. In het eerste kabinet mocht Zijlstra als staatssecretaris op onderwijs oefenen voor het grote werk. Tijdens het tweede kabinet hield hij als fractievoorzitter van de grootste regeringspartij de premier uit de wind, het huidige kabinet kwam mede door zijn bemoeienis tot stand.

Anders dan veel van zijn voorgangers hield Zijlstra op het ministerie van buitenlandse zaken het politieke reilen en zeilen aan het Binnenhof nauwkeurig bij, zo verzekeren mensen om hem heen. Zijlstra was, ondanks verantwoordelijkheden in het buitenland, kortom nog immer in de buurt, mocht de premier hem nodig hebben.

Niet zozeer het feit dat hij aan zijn derde kabinet begonnen is, als wel dat het stil rondom hem wordt, zou weleens Rutte's makke kunnen worden.

Lees ook

- Columnist Hans Goslinga waarschuwt: Als Rutte wijs is, beschouwt hij dit als zijn laatste termijn.
- Een terugblik op de carrière van Ruud Lubbers: een groot staatsman met een groot verantwoordelijkheidsgevoel.
- Alle columns van Lex Oomkes zijn te lezen op trouw.nl/lexoomkes.