Zo voorkom je dat je wagen problemen ondervindt door de vrieskou
Met temperaturen die constant flirten met het vriespunt wordt het bijzonder koud deze week. Vooral ’s nachts. Voor wie de wagen buiten laat overnachten, kan dat wel eens problemen opleveren. Denk maar aan bevroren ruiten of een vastgevroren handrem. Met deze tips kunt u iedere ochtend moeiteloos naar het werk vertrekken.
De kans op problemen - zowel met het voertuig als op de weg - is groter tijdens de wintermaanden. Wie het risico op pech of een ongeval tot een minimum wil beperken, neemt dan ook het best de nodige voorzorgsmaatregelen. Al zijn niet alle methodes even effectief. Sommige zijn zelfs ronduit slecht voor een voertuig of voor jezelf.
Met de hulp van Touring, dienst voor pech- en reisbijstand, maakten we een oplijsting van preventieve tips en de meest doeltreffende methodes voor een snelle ontdooiing.
Aangevroren voorruit lastig? 25 tips voor je auto bij vriesweer
Nu de eerste nachtvorst in ons land is gearriveerd, krijgen heel wat automobilisten ‘s ochtends weer te maken met een aangevroren voorruit. Een lastig karwei? Niet per se: met de slimme tip van deze weerman is je voorruit zo weer ontdooid.
Je hebt geen ijskrabber meer nodig als je de tip van Weathers gebruikt. Hij doet namelijk ontsmettingsalcohol verdund met water in een verstuiver, waarna hij het mengsel enkel nog op zijn voorruit moet spuiten. De alcohol doet het ijs meteen verdwijnen. “Zorg er wel voor dat je de chemicaliën buiten bereik van kinderen bewaart”, waarschuwt de weerman.
En dan hebben we nog 25 andere tips voor je auto bij vriesweer
1. Laat je motor niet warmdraaien terwijl je ijs krabt
Wel doen: meteen wegrijden na het starten. Bij koude motor is het benzineverbruik en ook de schadelijke uitstoot zeer hoog. De katalysator ‘slaapt’ nog, de olie is bij wintertemperaturen zeer stroperig.
Een motor is bij vriestemperaturen pas na 4 kilometer warmgelopen en bereikt pas dan zijn normale prestaties en normale verbruik. Van stilstaand warmdraaien zal de motor sneller verslijten.
2. Doe geen lange startpoging
Wel doen: als de motor niet vlot aanslaat, dan doe je beter een paar korte startpogingen dan een lange. De batterij is een van de zwakste punten van een auto in de winter en als ze te zwaar belast wordt, zal ze het begeven.
3. Geef géén gas bij het starten
Blijf van dat gaspedaal af. De meeste huidige benzinemodellen beschikken over elektronische injectie- en ontstekingssystemen die de hele operatie beheren zonder dat je het gaspedaal moet aanraken.
4. Ontkoppel tijdens het starten
Als je het ontkoppelingspedaal indrukt tijdens het starten, kan de motor vrijer draaien, zelfs in neutraal.
5. Koplampen helpen batterij
Als het starten niet wil lukken, vooraf even de koplampen aansteken om de batterij op te warmen.
6. Ruitenwissers zijn geen ijswissers
Gebruik je ruitenwissers niet om ijs te wissen: dit ruïneert niet alleen je ruitenwissers, maar zorgt ook voor een ondoorzichtige brij op de ruiten.
7. Giet nooit warm water op bevroren ruiten
Absoluut uit den boze: aangevroren autoruiten proberen te ontdooien door er warm water over te gieten. Hierdoor kan de autoruit barsten en bovendien kan het water, eens het afgekoeld is, gaan aanvriezen.
8. Wrijf je ruit in met shampoo
Aan de binnenkant van je voorruit kan je tegen dampaanslag de ruit inwrijven met een beetje schoonmaakmiddel of shampoo.
9. Dek je ruiten af
Dek je ruit niet af met krantenpapier, want dit kan aankoeken als het bevriest. Gebruik karton of speciale folie.
10. Stop een kurk achter je ruitenwisser
Om vastgevroren ruitenwissers te voorkomen: stop een kurk tussen de autoruit en de ruitenwissers.
11. Krab ijs weg met hulp van ontdooispray
Bij het ijs krabben is het opletten voor krassen. Een brede krabber werkt het best en het is een goed idee om ontdooispray te gebruiken. Vooral niet te zuinig zijn daarmee.
12. Doe grafietpoeder in de sloten
Preventietip: breng op voorhand grafietpoeder aan in de sloten - steek je sleutel een paar keer in het slot om het poeder goed te verspreiden. Dit voorkomt bevroren sloten.
13. Stop antivries in je zak
Wie een klein busje antivriesspray in zijn jaszakken of handtas bewaart, krijgt altijd zijn deur open - zelfs als het slot bevroren is.
14. Gebruik geen handrem
Omdat de handrem kan vastvriezen, is het beter deze niet te gebruiken bij serieus vriesweer. Beter is de wagen in versnelling te zetten en - als je op een helling staat - wielblokken te gebruiken.
15. Rij met winterbanden
Controleer spanning en profieldiepte van de banden: drie tot vier millimeter is in de winter het minimum. Winterbanden zijn geen overbodige luxe. Bij een snelheid van 50 km per uur bedraagt de remafstand op harde sneeuw 23 meter met winterbanden en 55 meter met zomerbanden. Ook op nat wegdek beperken winterbanden de remafstand aanzienlijk. In een aantal Europese landen en op sommige bergpassen zijn winterbanden verplicht: wie er geen heeft, riskeert dan een fikse boete.
16. Gebruik antivries tot -30 graden
Het koelsysteem dient van voldoende antivriesmiddel voorzien te zijn. Laat het koelsysteem en de ruitensproeier van de auto beveiligen tegen temperaturen van minimaal -30 graden.
17. Was het zout weg
Strooizout tast chassis, carrosserie en banden aan. Regelmatig de auto wassen of naar de carwash gaat slijtage tegen.
18. Gebruik dieseladditief
Voor oudere dieselmotoren: bij aanhoudende vriestemperaturen van min zes graden of pieken van min twaalf, stolt de paraffine in diesel, waardoor de dieselfilter verstopt kan raken en de auto stilvalt. Bij moderne diesel komt dit nog erg zelden voor. Als het toch gebeurt, kan je bij een oude dieselmotor vijf tot zes procent benzine toevoegen. Moderne dieselmotoren hebben een speciaal additief nodig.
19. Strooi talkpoeder op de deurrubbers
Deurrubbers kunnen vastvriezen. Trek niet te hard aan de deuren want de rubbers kunnen loskomen. Smeer de rubbers vooraf in met talkpoeder. Je kan ook rubbervet gebruiken.
20. Installeer standverwarming
In Scandinavië is standverwarming dagelijkse kost. Zo wordt de auto altijd op temperatuur gehouden. Starten gaat dan moeiteloos, bovendien is ook het interieur aangenaam warm. Er zijn twee formules. In het eerste geval steek je gewoon de stekker in, in het tweede geval beschikt de auto over een apart motortje.
21. Laat de zetelverwarming niet aanstaan
Wel doen: de zetelverwarming enkel in de eerste minuten opzetten. Als de motor is warmgelopen en de normale verwarming genoeg warmte afgeeft, is de zetelverwarming volstrekt overbodig en hetzelfde geldt voor de achterruitverwarming. Daarom dat deze zich bij de nieuwere automodellen vanzelf uitschakelt.
22. Zet de airco op tijd af
Airconditioning moet je doseren in de winter. Airco verbruikt 0,6 liter per 100 km. Bij vochtig weer is airco wel nuttig om aangedampte ruiten vrij te houden. Kortstondig gebruik van de airco kost volgens de berekeningen van experts minder energie dan langdurig gebruik van de achterruitverwarming of de warmteblazer.
23. Wees spaarzaam met mistlicht
Blijf van die mistlichten af, behalve wanneer de zichtbaarheid minder is dan 50 meter. Mistlichten worden bij winterweer vaak aangezet, maar zijn slokoppen. Gewone verlichting kost 0,4 liter brandstof per 100 km, extra verlichting nog eens 0,2 liter daarbovenop.
24. Haal alles van het dak
Haal alles wat niet strikt noodzakelijk is van het dak, en naar beneden. Een bagagebox op het dak verhoogt het brandstofverbruik met tot 4 liter per 100 km. Ook andere bagagedragers op het dak veroorzaken extra verbruik, zij het minder.
25. Sneeuwkettingen voor extremen
Bij extreem winterweer zijn sneeuwkettingen noodzakelijk voor grip en trekkracht. Op plaatsen waar sneeuw ligt, kan door verkeersborden duidelijk aangegeven worden dat je de sneeuwkettingen verplicht moet gebruiken.