Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

NRC checkt: ‘Treinen nog nooit zo vaak op tijd als in 2017’

Dat liet spoorbeheerder ProRail op 28 december weten aan de media.

Foto Marcel van Hoorn/ANP

Wat is de aanleiding?

Spoorbeheerder ProRail verstuurde op 28 december cijfers over het afgelopen jaar. „In 2017 reed 90,5 procent van de treinen op tijd. Niet eerder reden de treinen in Nederland zo vaak op tijd.” Het citaat werd in vrijwel alle geschreven landelijke media, ook NRC, overgenomen.

Waar is het op gebaseerd?

Dagelijks meet ProRail de aankomsttijden van zo’n 5.000 treinen op vijftig stations.

En, klopt het?

De ProRail-cijfers gaan over de zogenoemde treinpunctualiteit, waar het bedrijf prestatieafspraken over heeft met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Als een trein binnen drie minuten na de aankomsttijd in de reisplanner aankomt, is deze nog ‘op tijd’. Het cijfer meet niet de reizigerspunctualiteit, ofwel hoeveel procent van de reizigers op tijd op de plaats van bestemming aankwam.

ProRail laat weten sinds 2011 volgens de huidige meetmethode treinpunctualiteit te meten. Uit toegestuurde cijfers blijkt dat 90,5 procent inderdaad het hoogste percentage sinds 2011 is. Daarna komt 2014 met 90,2 procent en dan 2011 met 89,8 procent. Bij de 90,5 procent horen zowel de NS-treinen als die van regionale vervoerders, zoals Arriva en Keolis. Volgens ProRail reed op regionale lijnen zelfs 93,9 procent van de treinen op tijd in 2017. De bewering van ProRail klopt dus, maar er is wel een aantal kanttekeningen te plaatsen.

Zo tellen uitgevallen treinen niet mee in de cijfers. „Die kunnen immers niet punctueel zijn”, zegt een woordvoerder van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, dat de ProRail-cijfers jaarlijks beoordeelt. Bij de reizigerspunctualiteit, die sinds 2015 wordt gemeten, telt de uitval wél mee in het totaal. Die uitval verschilt jaarlijks iets. In 2017 viel 2,4 procent van de NS-treinen uit. dat is meer dan in de andere twee goed scorende jaren, 2014 en 2011. Toen vielen 1,9 procent (2014) en 1,4 procent (2011) van de treinen uit.

De punctualiteit van ProRail meet ook niet hoeveel zitplaatsen er waren in de treinen, dus hoe comfortabel de reis was voor de reiziger. De NS meet wel ‘klanttevredenheid’. Die stijgt sinds 2001 (45 procent) naar 78 procent in 2009, begint dan wat te schommelen rond de 74, 75 procent, maar is in de eerste elf maanden van 2017 weer bijna 80 procent. Dus ook daar gaat het (weer) beter.

Nog een kanttekening: er wordt pas sinds 2011 met deze methode gemeten. Vóór 2011 heeft ProRail enkel cijfers over het hoofdrailnet, het spoornetwerk waar alleen de NS rijdt. Die cijfers zijn er bovendien pas vanaf 2001. De hoogste jaarpunctualiteit tussen 2001 en 2011 werd bereikt in 2004: 87 procent.

Van vóór 2001 zijn geen cijfers beschikbaar. Nu zou het kunnen dat in de 20e eeuw treinen punctueler waren, maar pas sinds 2001 zijn die cijfers eerlijk te vergelijken.

De meetmethode van ProRail is getoetst en gevalideerd door een accountant. De cijfers van ProRail worden jaarlijks beoordeeld door het ministerie. Het rapport over 2017 komt pas in het voorjaar. Bij de start van de concessie (2015-2025) – die NS het recht geeft treinen te laten rijden – is de manier waarop het ministerie ProRail controleert getoetst door KPMG.

Conclusie

Volgens cijfers van ProRail reden in 2017 inderdaad de meeste treinen op tijd. Door verschil in meetmethode zijn die cijfers niet exact te vergelijken met de jaren voor 2011, maar de percentages vanaf 2001 liggen een stuk lager. Doordat uitgevallen treinen niet meetellen is niet te zeggen of een recordaantal treinen volgens planning aankwam. Ook zegt de punctualiteit van ProRail niets over het comfort tijdens de reis of de klantbeoordeling. Maar deze laatste lijkt de laatste jaren (weer) te stijgen.

Al met al, ook omdat de meetmethode van de treinpunctualiteit door een onafhankelijke partij gevalideerd is, beoordelen we de bewering als waar.

Ook een bewering zien langskomen die je gecheckt wilt zien? Mail nrccheckt@nrc.nl of tip via Twitter met de hashtag #nrccheckt