Direct naar artikelinhoud
column

Ikzelf had liever Jan geheten, zegt Rob Schouten

Rob SchoutenBeeld Maartje Geels

Carlos Hugo Klynstra, ik laat de naam even zachtjes rondzingen, nog maar eens: Carlos Hugo Klynstra. 

Klinkt inderdaad wat hybride maar ach, dat klinken wat mij betreft Selence van Vliet of Donovan de Groot ook. Ik zelf heet Rob, van Robert, 'we noemen hem Robbie', beetje Engels denk ik, naar de na WO II immens populaire bevrijders, maar ik wilde vroeger liever Jan heten, naar mijn vader en twee opa's en twee ooms en drie neven. Familienaam. Nu heb ik dezelfde naam als een voormalige waterpolo-bondscoach en een Amerikaanse kladschilder, maar ach, wat doet het ertoe. Zou ik als Jan iemand anders zijn geweest dan als Rob? Ik weet het niet: what if?

Omgekeerde weg

Die Carlos Hugo Klynstra uit de eerste regel is de in onecht gewonnen zoon van prins Carlos de Bourbon de Parme, de zoon van prinses Irene, de vrouw die uit liefde ooit haar lidmaatschap van het Koninklijk Huis opgaf; haar kleinzoon bewandelt nu in zekere zin de omgekeerde weg. Hij wil graag net als zijn vader prins de Bourbon de Parme heten in plaats van Klynstra, maar zijn vader probeert die wens te dwarsbomen; de Raad van State heeft zich inmiddels over de heikele kwestie gebogen.

Waarom zou je als veelbelovende jongeman in deze polderwereld nog een zogenaamde prins willen worden

Het klinkt allemaal als een studie in flauwiteiten, zij het enigszins begrijpelijke flauwiteiten. Prins Carlos ontkent niet de vader van jongeheer Klynstra te zijn, maar wil hem niet erkennen, ze hebben geen band met elkaar. Flauw, alsof die jongen er wat aan kan doen! Moeder Brigitte Klynstra, voormalig vriendin van onze prins Carlos, noemde haar zoontje Carlos Hugo, om de vader dwars te zitten en de afkomst van haar zoontje te benadrukken. Eveneens flauw. Prins Carlos heeft inmiddels een uit zijn wettige verbintenis geboren zoontje ook Carlos genoemd, kennelijk om te laten zien dat zijn weigering hem menens is, noem het maar sportief. En trouwens, waarom zou je als veelbelovende jongeman in deze polderwereld nog een zogenaamde prins willen worden, ook kinderachtig.

Anderzijds is de traditie van naamsverandering ook zo oud als de weg naar Rome: Abram werd Abraham, Saulus Paulus, Agnes Bojaxhiu Moeder Teresa, Jan Foudraine Amrito, Adrianus Kyvon André van Duin, Petra Laurentien. In Amerika namen emigranten en bloc andere namen aan zodat ze beter in de markt kwamen te liggen. 

Prinsen en poorters

Het is een soort wederdoop. Met je nieuwe naam begin je ook een nieuw leven en dat wil deze telg van het onroemrijke geslacht Klynstra kennelijk ook. Maar zijn biologische vader denkt aan eigen dynastieke belangen en probeert hem de voet dwars te zetten. Voor een gewone burger die met doopnaam en al het graf in gaat, klinkt het allemaal als hogere onzin. 

Maar het lijkt me ook het bewijs dat de egalisering van Nederland nog lang niet is afgerond. Dat je betere en mindere families hebt. Prinsen en poorters. Het moet een hele klus voor de Raad van State zijn om er een wijs besluit in te nemen, de juiste kinderachtigheid te belonen. En als Carlos Hugo dan misschien geen prins de Bourbon de Parme mag heten dan misschien toch in plaats van Klynstra Grootstra. Misschien helpt dat.

Lees hier alle afleveringen van de column van Rob Schouten