Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Oorlog

Nederland was bijna bestempeld als belastingparadijs

Bijna lukte het Europarlementariër Paul Tang (PvdA) om Nederland formeel aan te merken als belastingparadijs. Hij kwam één stem tekort.

Paul Tang van de PvdA in de plenaire zaal van het Europees Parlement in Straatsburg.
Paul Tang van de PvdA in de plenaire zaal van het Europees Parlement in Straatsburg. Foto SANDER KONING/ANP

Het scheelde bizar weinig: woensdag werd Nederland bijna formeel tot belastingparadijs bestempeld door het Europees Parlement. Uiteindelijk kwam het initiatief van Duitse en Nederlandse sociaaldemocraten één stem tekort. „We waren zo dichtbij”, zei een van hen, Paul Tang (PvdA), na afloop. „Ontzettend balen.”

Aanleiding voor de stunt is de zwarte lijst van belastingparadijzen die de EU vorige week publiceerde. Er staan zeventien landen op, waaronder Nepal, Samoa en Mongolië, maar geen enkel Europees land. Een beetje potsierlijk, aangezien keer op keer blijkt dat landen als Nederland, Malta, Ierland en Luxemburg een cruciale rol vervullen bij het opzetten van slimme constructies die belastingontwijking tot doel hebben.

Het imago van belastingparadijs zit Nederland dwars. In 2013 besloot de Tweede Kamer middels een motie zelfs dat de ‘de kwalijke kwalificatie’ onjuist is en door de regering actief dient te worden bestreden. Vorig jaar beloofde toenmalig minister Jeroen Dijsselbloem (Financiën) dat Nederland „onderdeel van de oplossing” zal worden. Maar vorige week meldde de NOS op basis van interne documenten van de Europese Commissie dat Nederland in Brussel nog steeds niet erg hard rent in de strijd tegen belastingontwijking.

Lees ook dit achtergrondartikel: Belastingparadijs, maar hoe lang nog?

Het Europees Parlement stemde woensdag in met een reeks aanbevelingen naar aanleiding van een eigen, grootschalig onderzoek naar de ‘Panama Papers’, een datalek waarmee in 2016 opnieuw fiscale ontsnappingsroutes werden blootgelegd. Het eist betere bescherming voor klokkenluiders en strengere gedragsregels voor tussenpersonen en advocaten die belastingconstructies helpen optuigen, en dat herleidbaar en openbaar wordt wie er precies achter bedrijven en brievenbussen schuilgaan.

Fiscale praktijken

Onderdeel van de stemming was het voorstel om de Europese zwarte lijst van belastingparadijzen uit te breiden. Hoewel Nederland met de schrik vrijkwam, werden de eerste twee delen van het amendement wél aangenomen. En hierin staat met zoveel woorden: Nederland is een belastingparadijs. Althans: dat recent onderzoek van de Universiteit van Amsterdam en van de OESO aantoont dat Nederland „excessieve” fiscale praktijken kent. Alleen het laatste zinnetje, om Nederland ook echt als belastingparadijs aan te merken, haalde het niet.

Saillant: van de 34 Duitse christendemocraten in het Europarlement stemden bijna de helft vóór het amendement, tegen de officiële fractielijn in. „Er is een stevig conflict aan het ontstaan tussen grote en kleine landen”, zegt Esther de Lange (CDA) hierover. Kleine landen, kunnen volgens haar niet bogen op een grote interne markt, zoeken daarom naar andere manieren zoeken om aantrekkelijk te zijn voor investeerders en krijgen nu een preek van grote landen. „Deze strijd helpt de discussie en de noodzakelijke aanpak niet vooruit.”

Het CDA steunde wel de aanbevelingen ten aanzien van de Panama Papers. „Als gewone burgers en het MKB netjes hun belasting betalen dan mogen anderen de dans ook niet ontspringen.” Tang zegt dat de strijd voor eerlijke belasting keihard doorgaat”. Uiteindelijk waren er evenveel stemmen voor als tegen het amendement: 327. Bij zo’n gelijkspel wordt het amendement als verworpen beschouwd.