D66: 'Welke richtlijnen heeft de politie op sociale media?'
D66 maakt zich zorgen over de privacy van omstanders, slachtoffers en daders die te zien zijn op beelden die de politie online zet.
Het gebeurt regelmatig dat de politie, op persoonlijke titel of als team, informatie deelt over politieacties in de buurt. Dit gebeurt door middel van persberichten en op televisie, maar ook via de facebookgroepen en twitteraccounts van de agenten en lokale bureaus.
Vaak gaan de verhalen gepaard met foto's of filmpjes waarop de buurt, een huis en soms ook omstanders te zien zijn. Allemaal informatie die terug kan leiden naar de identiteit van zowel het slachtoffer als de dader in een zaak.
Wordt daar wel goed genoeg over nagedacht? Dat vraagt Reinier van Dantzig (fractieleider D66) zich af in raadsvragen die hij woensdag heeft ingediend. Hij benadrukt dat de politie een voorlichtende rol kan spelen door online over het werk te vertellen, maar dan moet de informatie wel betrouwbaar zijn.
Fake news
Van Dantzig verwijst naar een blog van een ambulanceverpleegkundige over een jongen die lachgas heeft gebruikt en daardoor nooit meer hetzelfde zou zijn. Veel politieagenten deelden dit bericht, maar uiteindelijk bleek het verhaal niet waargebeurd. Hij beroept zich hierbij op een artikel van Vice met de titel: 'Hoe de politie jouw gedachte over drugs probeert te beïnvloeden'.
Een ander heikel punt is de privacy van de mensen in beeld. Van Dantzig verwijst hierbij naar een onderzoek van het tv-programma De Monitor (KRO-NCRV) naar het sociale mediagebruik van de politie. Meerdere Amsterdamse voorbeelden werden hier genoemd.
Anoniem?
Zo plaatste de politie beelden online waarop iemands huis vanbinnen was gefilmd of waarop adressen te herkennen zijn. Ook de anonimisering van mensen in beeld verloopt niet altijd vlekkeloos. Zo zijn mensen soms nog steeds aan stem en kleding te herkennen, zegt Van Dantzig.
De fractieleider vraagt daarom om opheldering over het sociale mediabeleid van de politie. Zijn er bijvoorbeeld richtlijnen voor agenten over wat ze online mogen zetten? Zit er een strategie achter de berichten die online komen? Het college gaat de antwoorden op deze vragen uitzoeken.