Direct naar artikelinhoud
Lezersbrief

'Stad neemt al afscheid van wantrouwen, nu het rijk nog'

De gemeente vertrouwt bijstandgerechtigden in het vinden van werk, de overheid niet, schrijft Bastiaan Meinders, deelnemer van de Nationale Denktank. 'Zo ontvouwt zich een patstelling.'

Wethouder Vliegenthart van Amsterdam.Beeld Marc Driessen

De gemeente Amsterdam is onlangs begonnen aan een experiment met soepeler bijstandsregels; alle bijstandsgerechtigden in Amsterdam kunnen nu bijverdienen.
­
Amsterdam kwam hiermee in ­opspraak, omdat de stad als eerste gemeente lak heeft aan de participatieplicht die is vastgelegd in de Participatiewet.

De versoepeling is geheel tegen de intentie van het rijk om bijstandsexperimenten strak af te kaderen. Gemeenten horen naar een speciale pilotstatus voor zo'n bijstandsproef te solliciteren, zodat er vervolgens beperkingen aan het experiment gesteld kunnen worden door de overheid.

De recalcitrante houding van Amsterdam is een doorbraak in het uitrollen van beleid op basis van vertrouwen in plaats van wantrouwen.

Wanneer het even tegenzit en je op de bank terechtkomt, bestaat er een sterk sociaal vangnet en hulp in begeleiding naar werk. Daarnaast wordt door het vastleggen van de sollicitatieplicht in de Participatiewet de werkloze burger aangespoord elke week een paar sollicitaties eruit te sturen.

Tegenprestatie
Wanneer deze verplichting er niet zou zijn, zou er natuurlijk niks gebeuren, is de gedachte. De hang naar zekerheid door het invoeren van de sollicitatieplicht, is een uiting van het wantrouwen dat heerst bij de overheid tegenover de burger. Dit wantrouwen vormt de voedingsbodem voor het oerwoud aan regels en verplichtingen rond de vorm­geving van de gemeentelijke bijstandsproef. Maar juist vertrouwen hoort het uitgangspunt te zijn als het gaat om versoepeling van regels in de bijstand.

Utrecht, dat een bijstandsproef wilde uitvoeren op basis van vertrouwen, werd teruggefloten. Een experiment moet namelijk aan veel voorwaarden voldoen waardoor het voor gemeenten lastig is recht te doen aan het uitgangspunt van vertrouwen.

De participatieplicht stelt namelijk dat deelnemers in de proef een tegenprestatie moeten leveren in ruil voor de versoepeling van regels. Bijvoorbeeld in de vorm van vrijwilligerswerk of mantelzorg. Indien de deelnemers deze verplichting niet nakomen, is het einde oefening. Het was ook einde oefening voor gemeente Utrecht toen die weigerde haar deelnemers zo'n tegenprestatie op te leggen.

Patstelling
Het is een opmerkelijke situatie: de gemeente vertrouwt bijstandsgerechtigden toe zelf werk te vinden, maar de overheid vertrouwt niet dat gemeenten dit zelfstandig kunnen organiseren. Zo ontvouwt zich een patstelling waarbij experimenten op basis van vertrouwen worden tegengehouden door een oude traditie van wantrouwen.

Amsterdam rukt zich nu los uit deze traditie en zet zich af tegen de centrale overheid. Hiermee wordt de eerste stap gezet om vertrouwen weer leidend te laten zijn in wet- en regelgeving. Vandaar een oproep aan de centrale overheid: vertrouw gemeenten die willen experimenten met vertrouwen!

Bastiaan Meinders, deelnemer Nationale Denktank

Vertrouwen is essentieel bij soepeler regels voor de bijstand