Direct naar artikelinhoud

Welke buffer heeft mijn bejaarde moeder nodig?

Mijn moeder heeft door de verkoop van haar huis een fors bedrag op haar spaarrekening staan. Ze leeft zuinig. Ze wil haar kinderen geld schenken, maar vraagt zich af hoeveel reserves zij voor zichzelf nodig heeft.

Een huisarts op bezoek bij een vrouw met rugklachtenBeeld anp

Ouderen maken vaak extra zorgkosten, vooral in de laatste tien jaar van hun leven. De komende jaren worden de eigen bijdragen voor zorg lager, maar het is onzeker of dat zo blijft. Wie 20 tot 30 duizend euro achter de hand houdt, heeft waarschijnlijk wel genoeg om tegenslagen op te vangen.

Ouderen gebruiken soms hun hele eigen risico van de zorgverzekering van 385 euro per jaar. Een deel van de zorg - zoals fysiotherapie - betalen zij zelf of ze sluiten er een aanvullende verzekering voor af. Wie zorg of hulpmiddelen zelf betaalt, kan eventueel belastingaftrek krijgen. Voor die aftrek bestaat wel een inkomensafhankelijke drempel, zodat je een deel zelf betaalt. En belastingaftrek betekent alleen een verlaging van het belastbare inkomen. Dat beperkt het voordeel nog meer.

Goed nieuws is dat thuiswonenden sinds enkele jaren verpleging en verzorging aan huis ontvangen via de zorgverzekeringswet. Voor die wijkverpleging geldt geen eigen bijdrage. De zorg is beperkt en moet vaak worden aangevuld met hulp van de gemeente, op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Voor Wmo-zorg geldt wel een eigen bijdrage.

Het nieuwe kabinet wil vanaf 2019 een maximale eigen bijdrage voor Wmo-zorg invoeren van 17,50 euro per vier weken. Het maakt dan niet uit of een huishouden één of vier uur per week huishoudelijke hulp krijgt en welke overige Wmo-voorzieningen er worden afgenomen zoals vervoer, dagbesteding, woningaanpassing enzovoorts. Of gemeenten hiervoor genoeg geld hebben, is nog onduidelijk. Het is mogelijk dat zij hierdoor minder overhouden om mensen met een laag inkomen vrij te stellen van eigen bijdragen.

Hoe meer verzorging iemand nodig heeft, hoe lager de overige uitgaven

Wie intensieve zorg nodig heeft, moet een beroep doen op de Wet langdurige zorg (Wlz). Dat kan in een verzorgingshuis, maar ook thuis. De eigen bijdrage is maximaal 10 duizend euro per jaar. Wie langer dan zes maanden in een verzorgingshuis zit en geen partner thuis meer heeft, gaat meer betalen. De bewoner krijgt dan zakgeld. Ik ga ervan uit dat dit genoeg is.

Hoe meer verzorging iemand nodig heeft, hoe lager de overige uitgaven. Een hulpbehoevende geeft minder uit aan zaken zoals reizen en auto. Tijdens de Wmo-jaren bedragen de extra uitgaven ongeveer 1.000 tot 2.500 euro per jaar en voor Wlz-zorg thuis zo'n 5.000 tot 8.000.

Uitgaande van acht tot tien jaar met verhoogde zorgkosten waarvan drie kwart Wmo-jaren kom ik uit op 20 tot 30 mille aan buffer. Dat komt ongeveer overeen met de individuele vrijstelling voor vermogen in box 3. Zelf een berekening maken en regelmatig de rekensom herzien is aan te raden.

Zelf een vraag aan Reinout? geldvraag@volkskrant.nl