Recensie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

Cultuur

Recensie Muziek

Bij Goldfrapp verdwijnen live helaas de nuances

Elektropop In hun beste nummers zit de muziek van Goldfrapp vol lagen. Maar live blijft enkel een pulserend dansritme over. In haar glimmende discokleren maakt zangeres Alison Goldfrapp er het beste.

Alison Goldfrapp
Alison Goldfrapp

Het liefst laat Alison Goldfrapp zich kennen als het zuchtmeisje van de Britse elektropop. Ze kan prachtig zingen, opera zelfs, maar op het podium zet ze het op een zuchten zodra er een beat begint. Zwoele zang en zoemende ritmes zijn de terugkerende factoren in het achttienjarig bestaan van het duo Goldfrapp. In de studio combineren ze uiteenlopende stijlen als triphop, glamrock, folktronica en zelfs een vleugje ouderwetse cabaretmuziek.

Live blijft er van die al nuances maar een fractie over. Het pulserende dansritme regeert en verschillende soorten flitslicht bepalen het podiumbeeld. Niet voor niets blijft het twaalf jaar oude ‘Ooh La La’ de publieksfavoriet. Met een door glamrockband T. Rex beïnvloede boogieritme ontsnapte het aan de dictatuur van de voorgeprogrammeerde dansbeats, die op het podium handig werden verhuld door een hardwerkende drummer.

In haar glimmende discokleren maakte Alison Goldfrapp (51) er het beste van, met hoge uithalen in het geëxalteerde ‘Utopia’ en nieuwe energie in de recente hitsingles ‘Anymore’ en ‘Everything is Never Enough’. In het bezwerende ‘Become the One’ hield Goldfrapp haar publiek ernstig voor dat iedereen zijn best zou moeten doen om degene te worden die je werkelijk bent. Als zelfhulpgoeroe is ze minder geschikt. Haar overtuigingskracht werd niet gediend door het feit dat de woorden er zuchtend uit kwamen.

Gaandeweg kreeg Goldfrapp de zaal in beweging en ging er een hypnotische effect uit van muziek die in golven door de Utrechtse Rondazaal spoelde. De twee synthesizerdames in hun lange jurken kwamen naar voren om keytar (draagbaar keyboard) te spelen in het feestelijke slotnummer ‘Strict Machine’, een wonderlijke kruising tussen de cadans van David Bowies ‘The Jean Genie’ en het sensuele van Donna Summers ‘I Feel Love’. Als licht entertainment voor de vrijdagavond kon het er prima mee door.