Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Verkeer en infrastructuur

NS presenteert (alweer) een nieuwe Sprinter

De spoorwegen hebben geleerd van de Fyra. De aanpak bij deze trein was totaal anders.

De nieuwe Sprinter is van voor tot achter gelijkvloers.
De nieuwe Sprinter is van voor tot achter gelijkvloers. Foto Bart Maat/ANP

“We zitten in een treinversnelling”, stelt directeur operatie van de NS Marjan Rintel tevreden vast. Ze staat voor het gordijn dat korte tijd later naar beneden valt om de nieuwe Sprinter te onthullen. Het is na de Flirt en de nieuwe intercity de derde presentatie van een nieuwe trein in anderhalf jaar. De jongste telg heet de Sprinter Nieuwe Generatie, of SNG. Voorzien van wifi, stopcontacten, gescheiden afvalinzameling én een invaliden-wc. Bovendien is hij - Deo volente - een stuk beter in elkaar gezet dan de hogesnelheidstrein Fyra.

De SNG is de derde generatie Sprinter, opvolger van de stoptrein. Ze trekken snel op en remmen snel af. Reizigers kunnen gelijkvloers instappen en ook mensen in een rolstoel kunnen direct van het perron de trein in rijden. Tussen de stoelen bevinden zich stopcontacten en usb-aansluitingen om telefoons en andere apparaten mee op te laden.

Anders dan Fyra

Bij de ontwikkeling van de nieuwe Sprinter is veel geleerd van de Fyra, vertelt Dré Vermeulen. Hij was als deskundige betrokken bij het onderzoek naar het mislukken van de hogesnelheidstrein. Een van de lessen was dat je als koper van begin af aan betrokken moet zijn bij het ontwerpen, bouwen en testen van een nieuwe trein. In samenwerking met de Spaanse bouwer CAF dus. Dat werd eerder niet gedaan, onder meer om de juridische verantwoordelijkheid volledig bij de bouwer te laten. Bij de SNG was Vermeulen samen met andere NS-experts van begin af aan al betrokken.

NS-medewerkers zagen er op toe dat iedere stap van de bouw zo goed mogelijk werd uitgevoerd. Zo kan een probleem met de aluminium constructie maar beter vastgesteld worden voordat het hele interieur erin gezet wordt, legt Vermeulen uit. “Als er dan al een verkeerde las gelegd wordt, is dat een enorm probleem.” Er is om die reden aangedrongen op veranderingen om het productieproces voorspelbaarder te maken. Bijvoorbeeld door stappen te automatiseren. Het team heeft overigens ook bij deze trein weer lessen geleerd die toegepast kunnen worden op de nieuwe intercity, die in 2021 gaat rijden.

Lees ook: Meer zitplekken en usb-stopcontact in nieuwe intercity

Eerdere nieuwe Sprinters

Ondanks alle voorbereidingen trad tijdens de aankoop een probleem op. Vanwege een onverwachte piek van het aantal reizigers had de NS in 2016 meer treinen nodig. De al bestelde Sprinters boden geen soelaas, omdat die nog enige tijd op zich lieten wachten. De oplossing werd gevonden bij Stadler. Die Zwitserse bouwer was eerder in de aanbesteding afgevallen, maar bleek wel als enige in staat op korte termijn te leveren.

Nadeel: het werden treinen van het model Flirt, “van het schap”. Inrichten naar eigen smaak zat er niet in. Voordeel: er stonden in recordtijd 58 nieuwe Sprinters op het spoor. De laatste kwam begin september uit de fabriek, zeker een jaar voor de eerste SNG.

Op de bok

De nieuwe cabine van de SNG is voor de machinist een verbetering, zegt Martijn de Jong. Hij is een van de eerste NS-werknemers die de trein hebben mogen besturen en mocht ook donderdagochtend de trein op heroïsche muziek met lichteffecten langzaam richting zijn onthulling rijden. Hij prijst de ligging van de trein op het spoor, en het geringe windgeruis op snelheid. “Een nieuwe cabine is voor een machinist het leukste dat er is.”

De SNG reageert volgens De Jong direct op de bediening waardoor het makkelijker is om hem comfortabel stil te zetten. Bij andere treinen zit er nog wel eens vertraging in. Onervaren machinisten schrikken dan dat het treinstel bij het perron niet tot stilstand komt, en gaan van de weeromstuit vol op de rem.

Ook voor het zwartste aspect van het werk van de machinist, zelfmoord op het spoor, is een nieuwe voorziening getroffen. Een camera achter de voorruit maakt beelden die samen met andere gegevens worden opgeslagen in een zwarte doos. Bij een aanrijding is daardoor geen forensisch onderzoek meer nodig. De tijd die nodig is voor de afhandeling wordt daardoor gehalveerd tot ongeveer een uur.

Een per week

De nieuwe Sprinters worden gebouwd in de CAF-fabriek in Baskenland. In totaal zijn 118 treinen besteld: 68 drieledige stellen en 50 treinen met vier delen. Zesledige treinen zijn eventueel ook een optie, maar dan hangt de NS liever twee drieledige treinstellen aan elkaar. Dan zijn de treinen flexibeler inzetbaar.

Op de piek van de productie, naar verwachting halverwege volgend jaar, produceert CAF één SNG per week. Met de opdracht is 505 miljoen euro gemoeid.

Uitproberen

Sinds februari van dit jaar wordt de trein al op de proef gesteld. In de zomer zijn testrondjes gereden op een speciaal proefcircuit in Tsjechië. Ook is de Sprinter in een testruimte blootgesteld aan extreem weer. Het grootste probleem bleek volgens de specialisten van de NS dat de cabine op de topsnelheid van 160 kilometer per uur bij een temperatuur van 25 graden onder nul onvoldoende warm blijft. Daar wordt nog aan gewerkt.

De eerste testkilometers in Nederland zitten er inmiddels op. Sinds het begin van deze maand wordt gereden op testvakken op de Hanzelijn en rond Utrecht. Treinspotters, kennelijk met goede contacten bij de spoorwegen, hebben de SNG’s al in het wild gezien en hun eerste foto’s gemaakt.

In het najaar 2018 hoopt de NS de eerste nieuwe Sprinters op te nemen in de dienstregeling. De treinen vervangen het oude Stadsgewestelijk Materieel (SGM), en zullen worden ingezet in het hele land.