Medewerker van politie wil werken met hoofddoek
Utrecht
De administratief medewerkster wil graag buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) worden, maar moet daarvoor haar hoofddoek afdoen. Volgens de medewerkster belemmert de kledingscode haar carrièremogelijkheden binnen de politie omdat ze vanwege haar hoofddoek geen uniform mag dragen.
De klacht is dinsdag behandeld tijdens een zitting van het College voor de Rechten van de Mens. De vrouw vindt dat de politie haar discrimineert op grond van haar levensovertuiging. De klacht zet de hoofddoekdiscussie bij de politie weer op scherp.
De politiemedewerkster, die anoniem wil blijven, werkt sinds een jaar als administratief medewerker bij de servicedesk van de politie. Onlangs behaalde ze het theorieonderdeel van de opleiding tot buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA). Aan het praktijkonderdeel mag ze vooralsnog niet beginnen, omdat haar hoofddoek in strijd is met de gedragscode van de politie. Haar teamchef, die haar destijds groen licht gaf voor het theoriegedeelte van de opleiding, verklaarde dinsdag dat hij niet wist dat ze niet aan de training mocht beginnen vanwege haar hoofddoek. ‘Het was een vergissing’, verweerde hij zich tegenover de voorzitter van het College.
Om de medewerkster tegemoet te komen bood Eenheid Rotterdam haar wel een uitzonderingspositie aan: achter de balie mag ze nog steeds geen aangiftes opnemen, maar wel via videoverbinding – mits zonder uniform.
Wibren van der Burg, hoogleraar Rechtsfilosofie en Rechtstheorie aan de Erasmus Universiteit, trad dinsdag op als gemachtigde van de politiemedewerkster. Volgens Van der Burg is de gedragscode in strijd met de Grondwet en is de huidige uitzonderingspositie van de verzoekster niet voldoende. ‘Het is alsof je tegen mij als docent zou zeggen: je mag wel lesgeven, maar niet in contact staan met studenten.’ De klacht bij het College voor de Rechten van de Mens is een principezaak, zegt de hoogleraar. ‘We zijn niet tégen de politie, maar vóór inclusiviteit.’
In mei barstte de hoofddoekdiscussie binnen de politie hevig los toen de Amsterdamse politiechef Pieter-Jaap Aalbersberg de gedragscode die religieuze uitingen verbiedt ter discussie stelde in een interview met het Algemeen Dagblad.
Hij hoopte met de opheffing van het hoofddoekverbod diversiteit binnen de Nationale Politie te bevorderen. Aalbersberg ontving felle reacties op zijn voorstel.
gedragscode
In 2011 stelde het ministerie van Veiligheid en Justitie de ‘gedragscode lifestyle-neutraliteit’ in voor de politie. De gedragscode bepaalt dat een politieambtenaar een ‘neutrale houding’ moet uitstralen. Dat betekent onder meer dat religieuze uitingen als keppeltjes en hoofddoeken niet toegestaan zijn. Ook een ‘uitzonderlijke haardracht of haarkleur’ is verboden, evenals zichtbare piercings en tattoos . Een woordvoerder van de Nationale Politie zegt niet te willen reageren zolang de zaak nog voor een oordeel ligt bij het College voor de Rechten van de Mens. ‘Dat oordeel wachten we eerst af.’ Op 14 november doet het College voor de Rechten van de Mens een uitspraak over de zaak. <