Direct naar artikelinhoud

Amsterdammers zijn in staat Van der Laan levend op een sokkel op de Dam te zetten

Amsterdammers hebben zich verzameld voor een steunbetuiging voor de ambtswoning van Eberhard van der Laan.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Het was een mooie, herfstige zondagmorgen in het park. De zon prikte al door de ochtendnevel, spinrag glinsterde, twee blonde meisjes van 16 bespraken wat ze voor ontbijt zouden nemen: een bagel met zalm en avocado, dan wel met roomkaas en gerookte kip. Toen ík 16 was ontbeet ik doorgaans met een mok oploskoffie van lauw water uit de geiser en een sjekkie van Samsongruis, maar de tijden veranderen.

In het gras was een groep zwangere vrouwen bezig met bevallingsoefeningen. Die hebben als enig effect, zo weet ik helaas uit ondervinding, dat je op het moment suprême nét voldoende adem hebt om 'Geef me godverdomme een ruggenprik' te kreunen.

De dames, het waren er vijf, stonden juist even uit te hijgen met flesjes water. Er kwamen condenswolkjes uit hun monden. Een kleintje, met een bescheiden buik, droeg een T-shirt met daarop in grote letters 'I know what I'm getting for Christmas'. Ze vertelde aan de andere vrouwen over iets 'magisch' wat ze had meegemaakt.

'Het stond vól met mensen', zei ze. 'En toen zongen we 'aan de Amsterdamse grachten', met zijn allen, voor de deur van de burgemeester. Het was zó mooi, zó saamhorig...' Haar stem beefde. 'En we klapten voor hem, heel lang. En toen kwam zijn vrouw. En ze zei dat Eberhard zelf te ziek was om naar buiten te komen... het was zó intens...' Ze haalde haar neus op en riep; 'O, God, ik ga 'm zó missen!'

Ze haalde haar neus op en riep; 'O, God, ik ga 'm zó missen!'

Ze begon te snikken. Drie van haar vriendinnen zetten meteen de omhelzingen, rugwrijvingen en ander geijkt troostwerk in. De vierde, een reuzin met een groen wollen mutsje die, zoals dat heet, 'op alle dagen liep', sprak voorzichtig sceptisch: 'Nou ja, missen, missen... je kent 'm toch niet persoonlijk of zo?'

De anderen wierpen haar vernietigende blikken toe en de snikkende vrouw riep, door haar tranen heen: 'Nou já, zeg, Anouk!'

Ach ja, zwangerschap maakt huilerig. De groeiende baby duwt je blaas steeds dichter naar je ogen, zoiets moet het zijn. Maar als ik burgemeester Van der Laan was, bleef ik binnen. Niet alleen de zwangere, maar zowat álle Amsterdammers zijn zo langzamerhand in staat hem nog levend en wel in brons te gieten en op een sokkel op de Dam te zetten, met die arme kleine voetballer Nouri bij wijze van sidekick ernaast, als Batman en Robin.

Zwangerschap maakt huilerig. De groeiende baby duwt je blaas steeds dichter naar je ogen, zoiets moet het zijn

'Ja sorry hoor, Jezus, ik ben die heiligverklaring een beetje zat', zuchtte de hoogzwangere reuzin met het mutsje. Ze grabbelde in haar tas. 'Moet er iemand een krentenbol?'

Maar ze kreeg geen antwoord.

Reageren? s.witteman@volkskrant.nl