De stem die opstijgt uit het schermpje in een zaal in het Haagse Paleis van Justitie is verdraaid en klinkt Brabants in drie toonsoorten tegelijk. Marinier ‘5G’, die in een andere zaal zit, vindt het hele gedoe een „farce”. „Het is veertig jaar geleden. En hier zit ik nu.” Op het videoscherm voor de pers zijn de leden van de rechtbank zichtbaar. Daarvoor zijn raadslieden op hun rug te zien en links een hokje waarin de afgeschermde getuige zich bevindt.
Maandag begon het uitzonderlijke getuigenverhoor van de mariniers die betrokken waren bij de ontzettingsactie in 1977 van een door negen Molukse kapers gegijzelde trein bij De Punt, in Drenthe. Bij de actie kwamen zes kapers en twee gijzelaars om het leven. En hoewel het veertig jaar geleden is en eventuele misdaden verjaard zijn, ligt de gebeurtenis nog altijd gevoelig.
Nabestaanden van twee van de omgekomen kapers, Max Papilaja en Hansina Uktolseja, zijn ervan overtuigd dat zij zijn geëxecuteerd door de mariniers, terwijl zij al buiten gevecht waren gesteld. Zij hebben een civiele zaak aangespannen tegen de staat. Geluidsopnames tijdens de operatie van de toenmalige Bijzondere Bijstandseenheid (BBE), die dit voorjaar werden vrijgegeven, zouden nieuw bewijs bevatten.
Lees ook: De nieuwe feiten van het onderzoek in 2014 naar de Molukse treinkapingOnherkenbaar
Om de identiteit van de mariniers te beschermen die destijds bij de inzet betrokken waren, is op verzoek van de staat besloten dat zij onherkenbaar voor het publiek mogen getuigen.
Om vast te kunnen stellen of mariniers bij hun acties misschien „zonder noodzaak ernstig verwonde kapers hebben gedood” zijn de betrokken militairen deze en volgende week gevraagd te getuigen. Daarbij worden zij onder meer geconfronteerd met die opnames. In typoscripten daarvan lijken manschappen tijdens de actie te spreken over het „hartstikke doodschieten” van kapers en van het geven van een „genadeschot”.
De eerste getuige die aan het woord kwam, was maandag dus marinier 5G, die de zaak een aanfluiting vindt. Hij vertelt dat hij pas de trein in is gegaan nadat de actie voorbij was. Zijn taak was als ziekenverzorger een andere dan die van andere manschappen. ‘Meneer 5G’, zoals de rechtbank hem aanspreekt, weet zich drie dingen goed te herinneren. Hij zou zijn beschoten vanuit de „cockpit” van de trein door kaper Max Papilaja. En hij „denkt” dat hij een of twee keer heeft teruggeschoten. Desgevraagd verklaart de getuige dat hij heeft geschoten met zijn 9 millimeter Browning. Elke soldaat-verpleger heeft volgens hem alleen een handwapen.
Lees ook: Broer Molukse treinkaapster spreekt voor het eerstVerder was hij tijdens de operatie, die slechts enkele minuten in beslag nam, druk bezig met het verzorgen van een slagaderlijke bloeding die een marinier had opgelopen door rondvliegend glas. Ten slotte was meneer 5G een van de vier mannen die de brancard de trein uitdroegen met daarop een dodelijk geraakte gijzelaar: Ansje Monsjou. „Heel droevig, toen we haar naar buiten droegen, dacht ik dat ze nog leefde.”
In 2014 bleek uit een door de toenmalige minister van Justitie Ivo Opstelten bekendgemaakt rapport dat Ansje Monsjou per ongeluk door scherpschutters zou zijn gedood.
Het verhoor van meneer 5G maakt vooral duidelijk dat veertig jaar voor het menselijke geheugen een heel erg lange tijd is. Op de vraag of hij weet of zijn collega’s ook op de trein hebben geschoten, moet hij ontkennend antwoorden: „Je staat stijf van de adrenaline. Je moet in een split second beslissen. Je hebt een zwaar vest aan. En de collega’s staan naast en achter je. Maar je let niet op wie wat doet.”
Nog minder herinneren
Meneer 5D, de volgende getuige die wordt gehoord, weet zich nog minder te herinneren. Wel denkt hij ook, net als meneer 5G, dat er vanuit de „cockpit” geschoten is.
Advocaat Liesbeth Zegveld, die optreedt voor de nabestaanden, had tijdens een regiezitting laten doorschemeren dat zij de indruk heeft dat het ministerie van Defensie de belangen van haar cliënten mogelijk schaadt, door de betrokken mariniers te beïnvloeden. Dat leverde een woordenwisseling op met de landsadvocaat. De bezwaren van Zegveld tegen het optreden van Geert-Jan Knoops als raadsman voor alle mariniers werden door de landsadvocaat, Bert-Jan Houtzagers, weggewuifd.
Maar deze maandag vragen de rechters steeds heel expliciet aan de getuigen hoe zij door Knoops zijn voorbereid op het getuigenverhoor. De mariniers kunnen immers niet meer worden vervolgd voor hun optreden in de trein, maar zij verklaren onder ede en zouden zich wel schuldig kunnen maken aan meineed.