Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Sport

‘De eredivisie is populairder dan ooit’

Jacco Swart en Alex Tielbeke Ondanks het pessimisme over de terugval van het Nederlandse profvoetbal staat de eredivisie er goed voor. „Bijna elke week wordt een record gebroken bij het kijken naar live voetbal.”

Ze zien aan de kijkcijfers dat meer Nederlandse voetballiefhebbers geïnteresseerd zijn in NAC tegen VVV dan in Barcelona-Real Madrid. ‘Ons voetbal’ is de krachtterm waarmee ze de eredivisie propageren, met het idee: het zal misschien niet altijd top zijn, maar onvoorspelbaar en aanvallend is het wel. Met de „sterren van morgen” die hier achter de dijken acteren.

Dit seizoen dreigt een van de slechtste in het Europese clubvoetbal te worden voor Nederland, maar verwacht geen cynisme of bijtende analyses van Jacco Swart en Alex Tielbeke. Zij zijn de directeuren van de Eredivisie CV, de organisatie die de belangen behartigt van de achttien eredivisieclubs. Ze zitten op barkrukken aan een verhoogde tafel in hun kantoor in Zeist, met uitzicht op het complex van de KNVB.

Hun voornaamste doelen: de kwaliteit van het voetbal verbeteren, de competitie aantrekkelijk houden en het ‘merk’ eredivisie zo goed mogelijk vermarkten. En ze moeten voor eensgezindheid zorgen. Een collectieve visie. Met clubs die allemaal eigen belangen en voorkeuren hebben. Het is masseren, enthousiasmeren, lobbyen. Vier thema’s uitgelicht.

1. Kunstgras, hoe nu verder?

Tielbeke: „Het is niet meer de keuze of we het doen, maar hoe we het gaan doen.” Deze week is een werkgroep geïnstalleerd die onder leiding van Swart gaat onderzoeken hoe de eredivisie kunstgrasvrij kan worden gemaakt.

Brandende vragen: hoe kan dit worden georganiseerd en gefinancierd? De werkgroep komt met een voorstel dat wordt voorgelegd aan de eredivisieclubs. Daarna zal er, bij een positief oordeel, over worden gestemd door alle 34 betaald-voetbalclubs op 12 december tijdens de Algemene Vergadering Betaald Voetbal. De achttien kunstgrasclubs zijn in de meerderheid.

Zij zullen financieel gecompenseerd moeten worden, willen ze overstag gaan – dat is de verwachting. Veel vragen liggen nog open. Swart: „Wie gaat het betalen? Krijgen kunstgrasclubs die overgaan een eenmalige vergoeding of structureel? Doen we het gefaseerd of in één keer? Wat betekent dit voor clubs die promoveren naar de eredivisie en nog niet op natuurgras spelen? Moeten zij meteen over? Worden zij gecompenseerd?”

Wat de ombouwoperatie gaat kosten, is in dit stadium nog niet te zeggen, maar dat het om miljoenen gaat is zeker. Het is „veel ingewikkelder dan alleen de kosten voor het veld”, zegt Swart. Er wordt nu getraind op het kunstgras in de stadions, als deze vervangen worden door echt gras is trainen daar niet meer mogelijk en zullen clubs extra trainingsvelden moeten huren of aanleggen. Dus nog meer kosten. En er worden straks inkomsten misgelopen uit evenementen die nu nog worden gehouden in stadions met kunstgras. Swart: „Bij sommige clubs is kunstgras ingesleten in hun clubcultuur, in de goede zin van het woord.”

Twee jaar is dit al onderwerp van gesprek binnen de ECV. Vorige maand kwam het in een stroomversnelling door een manifest in het AD, waarin honderd kopstukken opriepen tot een verbod in de eredivisie. In het strategisch plan van de ECV stond al dat uiterlijk in 2020 overal op dezelfde ondergrond moet worden gespeeld in de eredivisie – ofwel: echt gras.

„Het gaat om de mindset”, zegt Swart. „Als we dit als Nederlands voetbal een belangrijk thema vinden waarmee we een eerste stap willen zetten om weer op het niveau te komen waar we denken te horen, dan moeten we dit ook met elkaar willen oplossen. Iedereen zal daarin moeten bijdragen. Ook financieel.”

Hij benadrukt: „Wat je ook van kunstgras vindt, één ding kun je in mijn optiek niet stellen: dat je het de clubs die op kunstgras spelen kwalijk neemt dat ze gebruikmaken van de mogelijkheden die er zijn. De FIFA- en UEFA-reglementen staan het toe en het is opgenomen in het licentiereglement van de KNVB.”

2. De tv-gelden en het getouwtrek

Tielbeke: „Mopperen over de verdeelsleutel is niet terecht, want daar zijn we met z’n allen bij geweest en stemden we unaniem mee in.” De oplossing voor het kunstgrasprobleem wordt onder meer gezocht in een herverdeling van de tv-gelden. Kleinere clubs – lees: kunstgrasclubs – zouden meer moeten krijgen, klinkt het.

In 2012 werd met het Amerikaanse tv-netwerk Fox een deal gesloten voor ruim 1 miljard euro voor twaalf jaar. Dat geld wordt jaarlijks verdeeld op basis van een meerjarige ranglijst. Dit seizoen bedraagt de pot 70,7 miljoen euro. Ter illustratie: Ajax staat eerste op die ranking met 9,2 miljoen euro (12,95 procent), waar nummer laatst VVV-Venlo 1,7 miljoen ontvangt (2,45 procent). De nummers één tot en met vijf verdelen 52 procent, bijna 37 miljoen.

Er zijn twee opvattingen, zegt Tielbeke: „Grote clubs zeggen: geef ons nog meer, dan kunnen we Europees beter presteren. Daar heeft iedereen voordeel van, financieel en de eredivisie qua platform. En er is een groep kleinere clubs die zegt: geef ons meer, dan kunnen wij ervoor zorgen dat wij meer sportieve kwaliteit in ons team zetten, waarmee je op basis van gelijkwaardigheid in staat bent om de algehele prestatie van de eredivisie te versterken. Zo wordt de competitie beter. Voor beide valt wat te zeggen.”

Vijf jaar terug is ingestemd met deze verdeling. Tielbeke: „Vervolgens zijn we een paar jaar verder en het is weer een thema.” Tielbeke en Swart werken beiden ruim vijftien jaar in het voetbal. „In die tijd hebben we denk ik wel zeven keer een discussie over de verdeelsleutel gehad. Dat zijn de taaiste. Je wil altijd meer voor je eigen club, daar word je intern in eerste instantie op afgerekend.”

Dan valt het woord dat eigenlijk de gehele anderhalf uur boven het interview hangt: solidariteit. In hoeverre zijn clubs bereid over hun schaduw heen te stappen, in het belang van het Nederlands voetbal?

Dit speelde in mei rond de nieuwe competitieopzet. Het plan, in het kort: een kleinere eredivisie met zestien teams, een kampioenspoule met daarin de eerste zes van de reguliere competitie, inkrimping van de eerste divisie en een plattere verdeling van (nieuwe) inkomsten. Achterliggend idee: meer topduels, meer intensiteit, en dus voetbal op hoger niveau. Dit model zou in het meest optimistische scenario 50 miljoen extra opleveren. Na een half jaar vergaderen werd het voorstel niet eens in stemming gebracht. Tien clubs waren tegen, waar een meerderheid van vijfzesde nodig was.

Clubs vreesden het kind van de rekening te worden, zegt Swart: „Die zeiden bijvoorbeeld: hoe mijn inkomsten ook stijgen, dat weegt niet op tegen het verhoogde risico op degraderen naar de eerste divisie. En er waren veel clubs die zeiden: hoe krijg ik het thuis uitgelegd?”

3. Europa en de bedreigingen

Swart: „We zijn een opleidingsland voor Nederlandse talenten, en dreigen dat ook voor de Premier League te worden. Je kunt NAC niet verwijten dat ze zes spelers van Manchester City huren, zij krijgen die spelers gratis aangereikt. Plus: hun trainingscomplex wordt verbouwd. Moet de directeur van NAC dan zeggen: dat doe ik niet? Ik begrijp het, maar het tast tegelijkertijd een kroonjuweel van het Nederlandse voetbal aan.”

We spreken over de nieuwe wereldorde in het voetbal. „Fascinerend maar ook beangstigend” noemt Swart de opmars van de City Football Group, dat via een netwerk van clubs en samenwerkingsverbanden op vijf continenten een soort conglomeraat vormt. Swart: „Ik vind het absurd dat zij bijna driehonderd spelers onder contract hebben. Daar moet paal en perk aan gesteld worden, om de competitieve verhoudingen enigszins te normaliseren.”

Swart ziet overeenkomsten tussen de City Group en multinationals als Shell en Heineken. „Het verschil tussen die bedrijven en het voetbal is dat wij in emotie handelen. Onvoorspelbaarheid is de levensader van sport. Maar op deze manier neemt de kans dat het voorspelbaar wordt toe.”

In dat verband plaatst hij ook de overname van Cercle Brugge door AS Monaco. „Schokkend. Cercle is nu een filiaal van Monaco. Een soort tweede-niveauclubje. Dat beïnvloedt de Belgische infrastructuur in negatieve zin.”

Ook Red Bull heeft meerdere clubs door Europa. Het is niet mogelijk dat zij een club in Nederland overnemen, zegt Swart. „De UEFA-regels staan het toe, maar het mag niet volgens het KNVB-reglement, omdat zij al clubs in Duitsland en Oostenrijk hebben. Die regelgeving zet ons op een concurrentieachterstand, maar ik vind het niettemin verstandig dat we het hier zo doen.”

De kloof groeit tussen de tussen de Europese top en de rest. Feyenoord, Anderlecht en Celtic verloren in de Champions League kansloos van City, Bayern en PSG. Swart denkt dat een nieuwe Super League onontkoombaar is. „Dat is ook goed, een derde laag erboven.” Boven de Champions League en Europa League. Al verwacht hij het pas op z’n vroegst na 2024.

Wat betreft de Super League pleit Swart voor toegang op basis van sportieve gronden. „Iedereen moet kans houden mee te doen.” Tielbeke: „Het moet geen gekocht circus worden, met deelname op basis van grootste economieën en best gevulde prijzenkasten.”

4. De eredivisie, een sterk product

Tielbeke: „De eredivisie is populairder dan ooit. Bijna iedere week wordt er een record gebroken bij het kijken naar live voetbal.”

Het is de paradox: het chagrijn over het voetbal mag aan de toog soms groot zijn, de eredivisie blijft „ongelooflijk aantrekkelijk”, zegt Tielbeke. Hij dreunt de gemiddelde kijkcijfers in Nederland op: ruim 3 miljoen naar de samenvattingen en 2,5 miljoen naar de liveduels.

In 195 landen wordt de eredivisie live uitgezonden. „Ook in Wit-Rusland, Chili en Myanmar. We krijgen hoge waardering voor de aanvallende spelopvatting. Er wordt hier meer gescoord dan in andere competities.” Het vroege aanvangstijdstip op zondag, 12.30 uur, is belangrijk. „Als je op hetzelfde tijdstip zou beginnen als de Premier League, snijd je jezelf in vingers.”

De competities in Engeland, Spanje, Italië, Duitsland en Frankrijk zijn van een andere orde, en economisch is er in Rusland en Turkije veel meer mogelijk dan hier. Doel is om met de eredivisie qua marktaandeel „best of the rest te blijven”, zegt Tielbeke. Zorgen zijn er zeker. „Wordt de interesse aangetast door de Europese prestaties? Daar kijken we naar.”

Waar hopen ze over vijf jaar te staan met de eredivisie? Swart: „Wedstrijden voor volle tribunes, op natuurgras, met talenten van Nederlandse clubs, die een jaar langer hier willen spelen ten opzichte van nu. En dat de top van de eredivisie een goede positie heeft in de Europese competities.”