Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Cultuur

Eerbetoon aan de Joodse bioscoop-pionier(s)

Abraham Tuschinski Hij was al jaren een van de ‘toppers’ in het reservebestand van de Rotterdamse straatnamencommissie en krijgt nu dan eindelijk een ‘eigen’ straat: Abraham Tuschinski.

Ansichtkaart met daarop het Grand Théâtre van Tuschinski aan de Pompenburgsingel.
Ansichtkaart met daarop het Grand Théâtre van Tuschinski aan de Pompenburgsingel. Foto gemeentearchief

De naam van de Pools-Joodse marktkramerszoon is onlosmakelijk verbonden met het extravagante filmtheater in Amsterdam (1921), maar Abraham Tuschinski bouwde zijn bioscoopimperium op in Rotterdam en woonde hier tot zijn deportatie naar Auschwitz. De autodidact (56) werd daar vergast op 17 september 1942, afgelopen zondag 75 jaar geleden.

Voor de Rotterdamse straatnamencommissie was dit een reden om de procedure voor de Tuschinski-straat vóór die datum afgerond te hebben – een procedure die begon in juli met het verzoek drie straatnamen te bedenken voor de nog te bouwen woonwijk tussen de G.J. de Jonghweg, ’s Gravendijkwal en de Rochussenstraat om de hoek.

Bingo, dacht voorzitter Jantje Steenhuis van de straatnamencommissie meteen. „Tuschinski woonde de laatste jaren van zijn Rotterdamse leven in de Rochussenstraat. Een passender locatie zouden we waarschijnlijk nooit vinden. In het stadscentrum zijn nauwelijks nog straten te vernoemen en het moet een plek zijn waarmee hij op een of andere manier verbonden is.” Daarna ging alles heel vlug. Er werd een versnelde procedure opgestart zodat de besluitvorming over de nieuwe straat meteen na het zomerreces afgesloten kon worden. Eind augustus gingen de gebiedscommissie, de verantwoordelijk wethouder en de gemeenteraad akkoord.

Uitgaansleven

De straatnamencommissie is blij dat Tuschinski terugkeert in het straatbeeld, al start de bouw van de nieuwe wijk pas begin 2018. Op dit moment zijn er slechts twee tastbare herinneringen aan hem: een stolperstein voor de deur van Rochussenstraat 77c en de naam van Club Thalia, genoemd naar zijn eerste bioscoop. Steenhuis: „Tuschinski heeft veel betekend voor het Rotterdamse uitgaansleven. Hij opende in 1911 zijn eerste bioscoop (Coolvest) en zou er in de dertien daaropvolgende jaren nog vijf openen: Thalia 2 (Hoogstraat, Thalia 1 moest wijken voor het stadhuis), Cinema Royal (Coolsingel), Scala (West-Kruiskade), Olympia (Binnenweg) en – twee jaar na de opening van zijn Amsterdamse theater – het Grand Théâtre (Pompenburg). Knap voor een analfabeet en arme kleermaker.”

Hij onderscheidde zich door als eerste in Nederland handel te zien in bioscopen die anders waren dan andere. Bezoekers waren voor hem gasten die je in de watten moest leggen in plaats van melkkoeien die je kon wegstoppen in ranzige zaaltjes met slechte stoelen. Hij concurreerde iedereen weg met zijn nieuwe concept.

De theatergigant onderscheidde zich ook in andere opzichten, zegt de voorzitter van de straatnamencommissie. „Hij kwam als achttienjarige in 1904 vanuit Russisch Polen naar Rotterdam, naar verluidt vanwege de pogroms maar volgens onze informatie vonden die niet plaats in het gebied waar hij vandaan kwam. Wij zien hem als een economische vluchteling, vooral ook omdat hij hier arriveerde met twee Joodse jongens uit dezelfde streek die al snel weer terugkeerden naar hun geboortegrond. Tuschinski was mogelijk onderweg naar Amerika – dit wordt betwijfeld – maar ging hier aan de slag als vestenmaker. In 1905 liet hij zijn kersverse echtgenote overkomen met wie hij een pension begon voor landverhuizers. Terwijl professionele filmvertoningen in Nederland nog in opkomst waren, opende hij zijn eerste bioscoop. Tuschinski mocht niet lang genieten van zijn succes. Hij verloor zijn levenswerk en zijn woning aan de Coolsingel tijdens het bombardement op 14 mei 1940, zijn verjaardag.”

Andere straten

Behalve Tuschinski krijgen nog twee Joodse theatergiganten uit Rotterdam een straat naar hen vernoemd. Het gaat om Karl Weisbard (1877-1942) en Samuel Soesman (1853-1911). Steenhuis: „Eerstgenoemde kwam in dezelfde tijd als Tuschinski uit Oekraïne naar Rotterdam, opende in 1919 de Wester Bioscoop (WB Theater), toen de grootste van Nederland, en werd tevens vermoord in Auschwitz. Soesman werkte zich ook op tot succesvolle bioscoopbaas met uiteindelijk zijn eigen theater aan de Coolsingel: het Casino-Variété.”

Tuschinski, Weisbard en Soesman staan volgens de straatnamencommissie symbool voor alle medewerkers die bijdroegen aan het succes van hun theaters én voor alle Joodse ondernemers uit Rotterdam die werden vermoord in de concentratiekampen. Wethouder Eerdmans:

„Ik heb het advies voor de straatnaam ‘Tuschinskistraat’ uiteraard overgenomen, want ik vind dat het verhaal van de Joodse ondernemer Tuschinski niet vergeten mag worden.”

Schrijfster Tanya Commandeur presenteert vrijdag 29 september bij boekhandel Van Gennep haar historische roman ‘Uit liefde, Meneer Tuschinski’.