Direct naar artikelinhoud
Sporen van de Reformatie

Geen Ruysdael of Rembrandt zonder Calvijn

'Het korenveld, op de achtergrond de Zuiderzee', Jacob van Ruysdael.Beeld Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam

Deed de reformatie het beeld in de ban? Welnee, zeggen kunsthistorici Tanja Kootte en Wessel Stoker. Het protestantisme gaf de kunst juist een nieuwe impuls. 'Je kunt zien dat schilders als Rembrandt en Ruysdael calvinist waren.'

Bezoek een protestantse kerk en je weet, hier staat het woord centraal. Dankzij de beeldenstorm is het soberheid troef in de protestantse wereld. Geen heiligenbeelden, geen kunst aan de wanden, geen muurschilderingen. Een bezoeker is bij het zien van de met de blokkwast gewitte muren al snel geneigd te denken dat protestanten een slecht ontwikkeld gevoel voor esthetiek hebben.

Tanja Kootte, conservator bij Museum Catharijneconvent in Utrecht, hoort dit soort vooroordelen regelmatig. "Het is een misvatting", zegt ze in haar werkkamer. "De opvatting dat door het protestantisme het beeld werd ingeruild voor het woord, is veel te zwart-wit." Deed de reformatie het beeld in de ban? Welnee, zegt ook emeritus-hoogleraar esthetica Wessel Stoker. "Reformatie betekent letterlijk re, streepje, formatie. Re-formatie dus. Beelden en afbeeldingen verdwenen niet, wel werd er op een nieuwe manier naar gekeken." Stoker was als godsdienstfilosoof en estheticus verbonden aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en is daar tegenwoordig gasthoogleraar.

Luther stelde dat met een beeld niets mis is, zolang het geen idool wordt

Oké, het klopt dat dankzij Luther en Calvijn de heiligenbeelden uit de kerken verdwenen. Maar dat betekende allerminst, benadrukken Kootte en Stoker, dat kunst geen rol meer speelde. De reformatie, zeggen ze, gaf juist een nieuwe impuls aan het artistieke leven.

"Luther stelde dat met een beeld niets mis is, zolang het geen idool wordt", zegt Stoker. Kootte: "Luther had absoluut oog voor het beeld en de betekenis ervan. Dat blijkt meteen al als hij zijn eerste bijbelvertaling publiceert. Die staat vol illustraties. Ook gewone mensen moeten de Bijbel tot zich kunnen nemen." Daarmee springt meteen een belangrijke verandering in het oog. "Kunst werd soms bijna een illustratie bij een tekst. Op een bepaalde manier werd een kunstwerk gedegradeerd", zegt Stoker.

Het beeld bleef dus ook in hervormde contreien aanwezig, maar wie schilderijen van protestantse meesters bekijkt, kan constateren dat de keus voor onderwerpen wel veranderde. Heiligenlevens en devotietaferelen verdwenen van het repertoire, daarvoor in de plaats kwamen bijbelse voorstellingen.

Overspelige vrouw

Een nieuw thema werd bijvoorbeeld het verhaal van de overspelige vrouw. In deze bekende bijbelse geschiedenis brengt een groep farizeeërs en priesters een vrouw bij Jezus met de vraag of ze gestraft moet worden voor overspelig gedrag. In plaats van de vrouw te berispen, spreekt Jezus de farizeeërs aan met de bekende woorden 'Wie zonder zonde is werpe de eerste steen'. Kootte: "Dat dit thema protestantse schilders aansprak is niet voor niets. Het sluit naadloos aan bij de boodschap van Luther en de zijnen. Jezus alleen vergeeft de zonden en niet een priester." Volgens Kootte zit er ook een antikatholieke boodschap in verstopt. "De priesters druipen beschaamd af, ze zijn door Jezus buiten spel gezet. Iets dat de protestanten graag zagen."

De reformatie maakte onderdeel uit van een aantal in elkaar grijpende ontwikkelingen in de zestiende eeuw. Humanisme, renaissance en reformatie maakten voor tijdgenoten van Luther en Calvijn deel uit van dezelfde beweging. Kunst krijgt in deze tijd een andere lading. Stoker: "In de Middeleeuwen bestonden er buiten de kerk om nauwelijks beelden. Vanaf de renaissance gebeurde dat wel, denk aan de beelden van Bernini in Italië. Iets soortgelijks zie je ook in de reformatie. Beelden en schilderijen zijn niet langer objecten om tot te bidden, maar het worden zelfstandige kunstwerken." Ook veranderde volgens Stoker de betekenis die aan kunstwerken werd gegeven. "In de Middeleeuwen was het duidelijk: een beeld werd beleefd als goddelijk, in ieder geval verwees het daarnaar. Je ziet dit verschijnsel tegenwoordig nog altijd in de oosters-orthodoxe kerk bij iconen en soms ook in de katholieke kerken. Vanaf reformatie en renaissance wordt de betekenis een zaak van interpretatie. De betekenis verandert al naar gelang het perspectief van de toeschouwer."

De voorlieden van het protestantisme dachten allemaal net iets anders over de positie van kunst. Zo zette Luther een streep door de verering van heiligenbeelden, maar mochten schilderijen van hem in de kerken blijven hangen. Stoker: "In zijn eigen kerk in Wittenberg bleef het altaarstuk gewoon in ere, al werd er wel een lutherse variant van gemaakt. De schilder Lucas Cranach, een goede vriend van Luther, schilderde het. Er zijn klassiek reformatorische zaken te zien: de gekruisigde Christus staat centraal, links van hem staat een prekende Luther, een teken dat het bijbelwoord centraal staat, en rechts een luisterende menigte."

Het door Lucas Cranach geschilderde altaarstuk in de stadskerk van Wittenberg.Beeld Wikimedia

Schuttersstukken

Andere hervormers waren strenger. Calvijn en Zwingli, hun invloed was in Nederland groot, verdreven beelden en schilderijen uit de kerken. "Maar daarbuiten hadden ze er helemaal geen problemen mee", zegt Kootte. Zeker in het Nederland van de zeventiende eeuw was dat goed te zien. De bestuurlijke elite, die vrijwel uitsluitend bestond uit calvinisten, liet geen kans onbenut om zich in vol ornaat te laten schilderen. Schuttersstukken, kooplieden met blozende wangen, vergaderende regenten met een grote kanten kraag - wereldwijd hangen musea vol met Hollandse meesters. Kootte: "De regenten waren calvinist. Op een enkele uitzondering na hebben ze zich allemaal laten portretteren. Zelfs iemand als de Utrechts theoloog Voetius - iemand die bekend stond als steil gereformeerd - liet talloze portretten van zichzelf maken."

Van een beeldverbod was bij Calvijn dus geenszins sprake. "Alleen God mocht niet worden afgebeeld van Calvijn. God was immers geest en dus onstoffelijk. Gods grootheid valt volgens Calvijn af te leiden uit de schepping. Hij schrijft dat letterlijk: de schoonheid van God is in de schepping te zien", zegt Stoker.

Gisbertus VoetiusBeeld Wikimedia

Hij meent de sporen van Calvijns denken veelvuldig te zien in de Nederlandse schilderkunst. Stoker wijst op Jacob van Ruysdael, de schilder uit de zeventiende eeuw wiens indrukwekkende wolkenluchten een spreekwoordelijke status hebben gekregen. Onder kunsthistorici wordt verschillend gedacht hoe zijn landschappen geïnterpreteerd dienen te worden. Stoker meent de geloofsovertuiging af te kunnen lezen van de doeken. "Als calvinist verbond hij landschapskunst aan religieuze gedachten. Alleen zijn zijn religieuze opvattingen slechts indirect af te leiden. Volgens sommige van mijn collega's is het onzin om hier een religieuze boodschap in te zien. Ik zou eerder zeggen dat schilders als Ruysdael de werkelijkheid zien als uitdrukking van de schepping van God. Dat sluit aan bij de gedachte van de reformatie dat er geen tegenstelling is tussen profaan en heilig, de opvatting dat kerk en wereld één geheel vormen."

Zo bekijkt Stoker ook het werk van Rembrandt. "De grootste calvinistische schilder." Volgens Stoker zit het werk van Rembrandt vol met protestantse boodschappen. "Neem het beroemde schilderij van de verloren zoon. Alle aandacht gaat uit naar de vader, die genade verleent aan zijn zoon. De genadevolle handen van de vader zijn extra groot geschilderd." 'Sola Gratia, alleen genade' (en geen goede werken om in de hemel te komen) was een van de motto's van de reformatie. Volgens Stoker is deze protestantse manier om beeldende kunst te maken ook tegenwoordig hier en daar nog in zwang. "In feite staat iemand als Henk Helmantel ook in deze traditie. Hij schildert stillevens en ziet dat als een eerbetoon aan God."

Laten we niet vergeten dat het protestantisme ook het geloof was van de opkomende burgerij

Rouwborden

Maar hoe zit het dan met die kale protestantse kerkinterieurs? "Dat moet ook reuze mee zijn gevallen", zegt Kootte. De ruimte die de weggehaalde heiligenbeelden achter lieten, werd snel opgemerkt door deftige families. Kootte haalt een afbeelding van een protestantse kerk uit de zeventiende eeuw tevoorschijn. "Overal zie je vierkante en ruitvormige borden hangen, rouwborden zijn dat, waarop naam, titel en wapenschild van prominente overledenen staan."

In sommige oude kerken zijn de rouwborden nog te zien, bijvoorbeeld in Hogebeintum in Friesland en in de Utrechtse Nicolaikerk. "Hoe dichter bij de kansel des te meer rouwborden er hingen." De kleurige borden waren niet het enige waaraan de kerkbezoekers zich kon vergapen. Her en der kwamen praalgraven, die wat weelderigheid betreft niet onderdeden voor de gebeeldhouwde heiligen die in katholieke kerken te zien waren. En er kwamen herenbanken, fraai bewerkt en mooi versierd. "Laten we niet vergeten dat het protestantisme ook het geloof was van de opkomende burgerij."

Pas in de Franse tijd, onder invloed van de Franse Revolutie, werden de protestantse kerken zo kaal gemaakt als we ze nu kennen. Familiewapens werden van grafzerken geschuurd, bonte borden van de muur gehaald. Het was deze tweede beeldenstorm die, onder het mom van vrijheid, gelijkheid en broederschap, de schoonheid uit de kerken haalde.

Vanaf 22 september t/m 28 januari 2018 is er in het Museum Catharijneconvent in Utrecht de tentoonstelling 'Luther', over kunst en de reformatie, met tal van pamfletten, schilderijen en spotprenten.

Tekst loopt door onder de illustratie.

Rouwborden
Beeld Gemma Pauwels

Sporen van de Reformatie

Dit is deel 23 van een serie over de Reformatie, die in 2017 500 jaar geleden begon. Trouw reist dit jaar de wereld over om de sporen van het protestantisme in beeld te brengen. Wat was de invloed van deze beweging op ons denken, op de kunsten, op taal, op wetenschap en op politiek? En wat zien we daar nu nog van? Lees hier alle afleveringen.

Quiz: Heeft Maarten Luther dit echt gezegd?

Doe de grote Luther-citatenquiz van Trouw.