Direct naar artikelinhoud

De menselijkheid van Van der Laan schemert zelfs door in een ANP-bericht

Godzijdank bestaan er bestuurders die een woord als poosje gebruiken
Beeld de Volkskrant

Er is de afgelopen dagen veel gezegd en geschreven over Eberhard van der Laan, en als ik het goed heb, zullen er vandaag honderden of misschien wel duizenden mensen voor zijn woning applaudisseren en 'Aan de Amsterdamse grachten' zingen. Het is allemaal terecht.

Ik wilde het nog even hebben over het taalgebruik van Van der Laan. De brief waarin hij vertelde dat hij zijn werk nu neerlegde, was erg mooi, met de al veel geciteerde laatste zin: 'Zorg goed voor onze stad en voor elkaar.' Die zin werd in een dag iconisch. Dat je bijna gaat hopen dat zo'n zin, omdat hij zo simpel en zo mooi is, iets van een gevolg zal hebben voor het leven in de stad. Wie weet. Er zijn gekkere dingen gebeurd.

Maar een andere zin uit zijn brief, die ik op de een of andere manier heel Van der Laans vond, was misschien nog prachtiger: 'Aan dit poosje komt nu een einde.'

Godzijdank bestaan er bestuurders die menselijk zijn, en aardig, die humor hebben, en een prettige stem, die fel kunnen zijn maar ook vooral aardig, die niet hysterisch zijn en ook niet hysterisch te krijgen zijn, en godzijdank bestaan er bestuurders met taalgevoel die een woord als poosje gebruiken. Je komt ze alleen niet vaak tegen.

Godzijdank bestaan er bestuurders met taalgevoel die een woord als poosje gebruiken, je komt ze alleen niet vaak tegen

Ik geloof, ik heb het meen ik zelfs op school geleerd, dat taalgevoel erg belangrijk is als je politiek bedrijft, maar daarvan heb ik bij de meeste Nederlandse politici nooit iets gemerkt. Behalve dus bij Eberhard van der Laan.

Het woord 'poosje' sloeg terug op de eerste zin van zijn brief: 'In januari schreef ik u dat ik slecht nieuws had gekregen van mijn artsen, maar dat ik nog een poosje uw burgemeester hoopte te blijven.' Aan dit poosje kwam dus nu een einde. Dat iemand zich, in wat zijn meest radeloze dagen moeten zijn, op deze manier kan uitdrukken, vind ik alleen al een burgemeesterschap waard.

En het goeie is dat dat poosje terugkomt in neutrale nieuwsartikeltjes, waardoor de menselijkheid van Van der Laan zelfs doorschemert in een ANP-bericht.

Maar ook, in die eerste zin, die woorden 'schreef ik u'. Elke Amsterdammer heeft door die drie woorden het gevoel dat hij eigenlijk een persoonlijke correspondentie met Van der Laan onderhoudt. Want hij maakte niet iets bekend, hij liet niet iets mededelen, nee, hij schreef iets. Aan ons. En dan het eind, waarin hij de Amsterdammers en passant bedankt voor hun tegenspraak. Wie doet dat, wie verzint dat? Wie kan dat, in zijn afscheidsbrief?

Aan alle poosjes komt een einde, dat zit in hun natuur, maar dit poosje heeft veel en veel te kort geduurd.

Aan alle poosjes komt een einde, maar dit poosje heeft veel en veel te kort geduurd