Striptekenaars moeten eigen werk terugkopen
Rotterdam
Toen diverse media eind juli berichtten dat het Strips! Museum failliet verklaard was, dacht tekenaar Marissa Delbressine: ‘daar ligt nog werk van mij!’ Ze gaf twee dubbele strippagina’s in bruikleen bij de opening van het Rotterdamse museum, nog maar een klein jaar geleden. De expositie waarvoor ze bedoeld waren, ging uiteindelijk niet door. ‘Het is jeugdwerk uit 2008. Een van mijn eerste stripverhalen die boven het amateurniveau uitstijgen. Natuurlijk wil ik die pagina’s terug.’ En dus nam Delbressine contact op met de curator die het faillissement van Stichting Strips afhandelt. ‘Ik kreeg een algemene e-mail: binnen een week moest er een boedelbijdrage van vijfenzeventig euro binnen zijn. Daarna zou ik mijn werk zelf bij het museum moeten ophalen. Als ik niet wilde instemmen, vroegen ze me van mijn eigendomsrecht af te zien. Slim geformuleerd natuurlijk: “vragen” staat er, maar je schrikt toch. Straks gaan ze mijn werk veilen, denk je dan.’
Delbressine is niet de enige striptekenaar die dit bericht ontving. Volgens Thomas Langedijk, secretaris bij de Beroepsvereniging Nederlandse Stripmakers, gaat het in totaal om zo’n dertig tot veertig kunstenaars. ‘En ook om liefhebbers; verzamelaars die hun pronkstukken hebben uitgeleend.’ Langedijk vermoedt dat een te groot optimisme over het aantal bezoekers heeft bijgedragen aan het faillissement van Stichting Strips.
Het bedrag dat nu door de curator gevraagd wordt, zou een bijdrage zijn aan de onkosten die worden gemaakt bij het teruggeven van de kunstwerken. Buitenproportioneel en oneerlijk, vinden veel striptekenaars. ‘De museummedewerkers hadden alles al uitgezocht en klaargelegd om verzonden te worden.’, zegt Langedijk. Volgens de secretaris wordt er door de curator geen duidelijk inzicht in de kosten gegeven. ‘We hebben ook nog voorgesteld om alles in één keer op te laten halen door een volmacht, zodat de kosten omlaag kunnen. Daar gaan ze niet op in.’
klopt niet
‘Het idee dat ik mijn uren niet maak en ze laat uitbetalen door de tekenaars, klopt niet’, stelt curator Laurens Prickartz. De onrust is hem niet ontgaan. Volgens Prickartz is het een misvatting dat alle strips al helemaal gesorteerd klaar lagen. ‘Ik moet de kosten voor dat werk doorberekenen, anders worden de crediteuren nog met extra kosten opgezadeld. Zo werkt dat bij een faillissement.’ De curator noemt de gevraagde bijdrage zeer schappelijk. ‘Niet eens alle kosten worden verhaald, maar ik begrijp dat het voor mensen best een hoop geld kan zijn. Het gaat om 61 euro exclusief btw.’ Prickartz heeft er begrip voor dat een groep kunstenaars een advocaat in de arm genomen heeft. ‘Dat is hun goed recht. Het is een gevoelige kwestie. Ik ben er niet op uit om mensen boos te maken.’
Zo’n twintig striptekenaars hebben zich bij advocaat Claudia Berghout gemeld. Die heeft inmiddels een klacht ingediend bij de rechter-commissaris. ‘De werkzaamheden die de curator wil verhalen op de kunstenaars, behoren tot zijn normale wettelijke taken. Hij specificeert niet welke extra werkzaamheden een boedelbijdrage rechtvaardigen’, vindt Berghout.
Striptekenaar Marissa Delbressine hoopt dat de gevraagde bijdrage wordt geannuleerd of verlaagd. <