Direct naar artikelinhoud
Reportage

Duits vakmanschap staat hoog aangeschreven, maar vind maar eens vakmensen

Duits vakmanschap staat hoog aangeschreven, maar vind maar eens vakmensen
Beeld Hollandse Hoogte / dpa Picture-Alliance GmbH

Wie wordt de nieuwe bondskanselier? Weer Angela Merkel (CDU/CSU) of toch Martin Schulz (SPD)? In de aanloop naar de verkiezingen van 24 september reist Erik van Zwam langs de vroegere grens van de Bondsrepubliek Duitsland en de DDR, op zoek naar de kracht en zwakte van de Duitse economie. Deel 5: De exportindustrie in Gotha.

Made in Germany, de Amerikaanse president Trump heefter ernstige bedenkingen bij. Hij dreigt Duitse exportproducten met forse importheffingen. Het Amerikaanse handelstekort met Duitsland was in 2016 volgens de Verenigde Staten 65 miljard dollar (56 miljard euro). De Duitsers berekenen het iets anders en komen uit op 49 miljard euro. Bij ‘gemaakt in Duitsland’ gaat het om auto’s, maar ook machines en geneesmiddelen. En een stadje dat stevig meeproduceert aan die Duitse export is Gotha.

Tekst loopt door onder afbeelding

Duits vakmanschap staat hoog aangeschreven, maar vind maar eens vakmensen
Beeld RV

Gotha, met 45.000 inwoners, ligt in het groene hart van Duitsland, in het Bondsland Thüringen. “Een vrachtwagen rijdt van hier in één nacht naar de noord-, zuid-, oost- of westgrens van Duitsland”, zegt Martina Grauel van de gemeente. Als sinds de negentiende eeuw is Gotha een plek waar middelgrote ondernemingen, vooral in de machinebouw en metaalindustrie, zich graag vestigen. Niet voor niets werd hier in 1875 de Sozialistische Arbeiterpartei Deutschlands opgericht, de voorloper van de huidige SPD.

De industriestad ligt tussen de uitgestrekte bossen van Thüringen en heeft een prachtige historische binnenstad. Veel bedrijven hier hebben een geschiedenis van honderd jaar of meer en overleefden het DDR-tijdperk. In Oost-Duitsland produceerden ze vooral voor de binnenlandse markt. Na de val van de muur in 1989 werden DDR-ondernemingen overgenomen door Treuhand, het agentschap dat de meeste Oost-Duitse staatsbedrijven onder zijn hoede nam en privatiseerde. Meestal na een stevige afslanking. Efficiency werd de leidraad bij de terugkeer in de markteconomie.

Tekst loopt door onder afbeelding

Duits vakmanschap staat hoog aangeschreven, maar vind maar eens vakmensen
Beeld Louman&Friso

Gotha heeft de hoogste omzet van alle steden en regio’s in Thüringen. De bedrijven produceerden in 2016 gemiddeld 35,3 procent van hun goederen voor de export, en dat was 1,6 procent meer dan het jaar daarvoor. Op het stadhuis van Gotha geven ze grif toe dat bedrijven profiteerden van de euro die ten opzichte van de dollar lekker goedkoop was. Maar het sterkste punt dat elke onderneming in Gotha zal noemen om het Duitse succes te verklaren, is de kwaliteit van de producten, gemaakt door ingenieurs en vaklui.

“Het probleem van de Verenigde Staten is dat zij slechtere producten leveren. Dat zie je met auto’s. Volkswagen, Mercedes en BMW leveren betere auto’s dan Ford, General Motors of Chrysler”, aldus Grauel. En al is het Trump misschien een doorn in het oog, Amerikanen betalen maar wat graag voor dat ‘Made in Germany’, zegt ze.

Vergrijzing voelbaar

Maar de vakmensen om die kwaliteit te maken, komen niet uit de lucht vallen. Techniek staat in Duitsland hoger aangeschreven dan bijvoorbeeld in Nederland, maar de uitstroom van oudere werknemers is groot. Ook in Duitsland is de vergrijzing voelbaar. En de aansluiting van de vaardigheden van studenten als het beroepsonderwijs ze aflevert en wat bedrijven aan vaardigheden nodig hebben, kan beter. “In Duitsland leiden we te weinig ambachtslieden en technische vakkrachten op. Het aantal vakscholen neemt af en dat is, nu steeds meer technici met pensioen gaan, zorgwekkend”, zegt Elke Göring-Rasch.

Tekst loopt door onder afbeelding

Vergrijzing voelbaar
Beeld RV

Göring-Rasch is afdelingshoofd bouw op de Fachschule in Gotha. Daar laten bouwvakkers, dakdekkers en wegwerkers zich in twee jaar omscholen, als ze hun vak fysiek niet meer aan kunnen. De Fachschule leidt ze op tot voorman op de bouw, tot constructeur of tot planner die fabrieken opnieuw inricht, of toezichthouder. “De jongste hier is 22 jaar en de oudste 50”, zegt Göring-Rasch. In Duitsland vermeld je er meteen bij dat zij ingenieur is, bouwingenieur. Zo’n titel heeft bij de Oosterburen betekenis, die wordt gerespecteerd. De meeste leraren op deze school in Gotha zijn ingenieur.

“De baangarantie is 120 procent”, zegt Göring-Rasch. Bij binnenkomst van de school, gebouwd ergens in de negentiende eeuw, hangt in het monumentale trappenhuis een prikbord met vacatures. “Ik krijg directeuren van bedrijven aan de lijn die blijven bellen, smeken om afgestudeerde vakkrachten, want daar is een schromelijk tekort aan.”

Tekst loopt door onder afbeelding

Vergrijzing voelbaar
Beeld Hollandse Hoogte / dpa Picture-Alliance GmbH

De stad Gotha doet er alles aan om haar industrie te faciliteren. De gemeente legt een nieuw glasvezelnet aan voor snel internet, bouwt woningen voor het groeiend aantal werknemers en verbetert de wegen. Probleem is dat alle plekken op bedrijfsterreinen zo goed als verkocht zijn. Bestaande bedrijven kunnen nog uitbreiden en vijf ondernemingen bouwen op dit moment nieuwe fabriekshallen. Maar dan bereikt Gotha toch haar fysieke grenzen. De stad wil zich er niet door laten kisten. Op het stadhuis wordt naarstig naar een oplossing gezocht.

"Onze werknemers zijn gelukkig geen jobhoppers"

• Bedrijfsleider Hans Tenberg
• Kundig Schleiftechnik
• Product: slijpmachines

Hans TenbergBeeld RV

“Wij maken slijpmachines voor hout, kunststof en grafiet. Het gaat om precisiewerk tot op een tweehonderdste van een millimeter voor het slijpen van remschijven, maar ook voor het houtfineer voor dashboards van BMW’s of raamkozijnen. De slijpmachines gaan de hele wereld over en kosten van 10.000 tot 600.000 euro. Grote exportmarkten zijn India, de VS en Europa. “De export van onze slijpmachines neemt elk jaar toe”, zegt bedrijfsleider Tenberg trots.

Bij Kundig ontwikkelen ze de machines en zetten de onderdelen in elkaar. Alle onderdelen worden door gespecialiseerde toeleveranciers uit de omgeving van Gotha gemaakt. In 1993 kwam het bedrijf bij toeval in Gotha terecht. “Via een schoolvriend die de omgeving hier kende. Het is een goede keus geweest.” Vooral vanwege het personeel. “Iedereen die hier werkt is technicus, monteur, constructeur, een vakman. Ik ben de koopman.” Techniek en innovatie, daar gaat het om bij Kundig. “Techniek zit Duitsers in de genen. Dat is maar goed ook want we hebben nauwelijks eigen grondstoffen, dus onze economie moet het hebben van toegevoegde waarde.”

Kundig doet er alles aan om zijn vakkrachten vast te houden. “Gelukkig zijn de werknemers geen jobhoppers.”

"Een kleedkamerkast voor de prijs van een Opel Corsa"

• CFO Holger Plenge 
• C+P Stahlmöbel 
• Product: stalen kleding- en schoenenkasten

Holger PlengeBeeld RV

Kleedkamerkasten, van die grijze met bovenin de deur luchtinlaatgleuven, die maakt C+P Stahmöbel. In oude speelfilms over sport, arbeiders of een Amerikaans politiekorps zijn ze in overvloed te zien. De moderne versies hebben frisse kleuren. C+P maakt ook kluisjes voor leerlingen van Nederlandse scholen. “Sinds 1964 exporteren we die naar Nederland. Zo’n 2 miljoen euro per jaar”, zegt Holger Plenge de financiële topman van C+P in Gotha. In de moderne schoolkluisjes zit een stopcontact om de smartphone of de laptop op te laden.

De voorganger van C+P begon in 1877 als de Gebrüder Ruppel Metallwarenfabrik in Gotha. “In 1935 hadden we een even dikke catalogus met producten als nu”, zegt Plenge. Tijdens de DDR-tijd produceerde de Gotha Metallware Fabrik slechts voor de Oost-Duitse markt. Na de hereniging in ’89 is het bedrijf gesaneerd. Van de 991 werknemers bleven er 150 over. “Dat was indertijd ons werkkapitaal, die 150 vakkrachten. Zij zijn nooit ontslagen. Veel zijn er met pensioen. We hebben er nog 31 hier werken.”

Tekst loopt door onder afbeelding

<i>"Een kleedkamerkast voor de prijs van een Opel Corsa"</i>
Beeld RV

Zelf begon Plenge in 1996 bij C+P in Gotha. “Wij houden onze mensen vast. We hebben complexe producten en met onze 180 vaste krachten vinden we steeds nieuwe innovatieve oplossingen. Nieuwe medewerkers werken hier drie jaar als stagiair, dan zijn ze pas goed ingewerkt en weten we of iemand bij ons past.”

Alles draait bij C+P om het kwaliteitskeurmerk ‘Made in Germany’. De export is de afgelopen vijf jaar met 5 procent gestegen naar 30 procent van de omzet. Binnen heel C+P moet het naar 50 procent export, vertelt Plenge. Dubai is een belangrijke afzetmarkt. De VS is een interessante niche. “In Amerika zijn wij klein, maar bij concurrenten in de VS is alles op marketing gericht, op verkoop, niet op kwaliteit”, benadrukt Plenge. In die niche zit C+P. Zo haalde het bedrijf een grote opdracht binnen voor het rugbyteam van de universiteit van Oregon. Zeer luxe kleedkamerkasten van 7000 dollar het stuk. Normaal kost een kast 150 euro. “Voor dat bedrag koop je een Opel Corsa, dus is kwaliteit erg belangrijk en dat leveren wij. Amerikaanse bedrijven leveren alleen maar massaproductie.”

"We hebben hier alleen al zestien ingenieurs om te rekenen"

• Vicepresident Thomas Christ 
• Voestalpine 
• Product: rails voor tram en trein

Thomas ChristBeeld RV

Het staalconcern in Gotha maakt rails en wissels voor de hele wereld, ook voor trambanen in Rotterdam en Den Haag. “We ontwerpen en maken de rails hier op maat en daarna gaat het spoor naar de opdrachtgever, die het in de straat legt”, zegt vicepresident Christ van Voestalpine in Gotha.

Geen rails is hetzelfde. In Oslo moeten rails tegen temperaturen van min 20 graden kunnen en in Afrika plus 40. De ene rails moet op betonnen bielzen, de ander op hout of met ijzeren dwarsverbindingen tussen de twee rails. De breedte kan per opdracht verschillen, net als de dikte van het staal. “Elke stad heeft zijn eigen eisen. Het is precisiewerk. We hebben hier alleen al zestien ingenieurs om dat allemaal te berekenen”, zegt Christ.

Zijn vader werkte bij Voestalpine en Christ begon er in 1978. “We hebben nu 178 werknemers en die komen allemaal uit Gotha en omgeving.” Het personeel is honkvast en dat vindt Christ niet erg. “Het gaat om de mentaliteit hier. We maken relatief veel uit weinig. We eisen niet, maar doen. Je maakt: rails. Dat is Gotha.”

Voestalpine is een oud bedrijf, opgericht in 1874 in Gotha. Het begon als onderhoudsbedrijf van rails. Vanaf 1920 produceerde het gestandaardiseerde rails voor heel Duitsland in opdracht van de Reichsbahn. In de DDR-tijd had de railbouwer een monopolie. “Innovaties waren er niet”, zegt Christ. Na de hereniging ging het bedrijf verder met 160 van de 350 man personeel. “We hebben na de val van de Muur nooit één dag niet geproduceerd. In 1998 hadden we alweer 50 procent marktaandeel in Duitsland.” Nu bestaat 50 procent van de omzet uit export. Nauwelijks naar de Verenigde Staten. “Daar willen ze ‘Made in the USA’, daarom hebben we een Amerikaanse dochter.” Voestalpine is in zijn branche een grote speler. In Gotha steeg de omzet van 2015 op 2016 met de helft. Het bedrijf trekt regelmatig nieuw personeel aan. “Ingenieurs, technici, productieplanners en constructeurs. Ik hoop van harte dat de nieuwe generatie weer techniek gaat studeren, want aan technici is grote behoefte.”