Gerolde joint wijst naar ontkennende inbraakverdachte

Zijn DNA werd gevonden bij een gewelddadige woning-inbraak. Toch houdt de 41-jarige verdachte uit Tilburg tegenover de rechter vol dat hij van niets weet.

Op de late avond van 28 september vorig jaar bellen twee mannen aan bij een woning in Leeuwarden. Ze zeggen wiet te willen kopen, maar zo staat in het politieverslag dat verkoopt de huisbewoner naar eigen zeggen niet.

Om van hen af te zijn, biedt hij één van de mannen een joint aan. Dan gaat het mis. De inbrekers knijpen de keel van de bewoner dicht, drukken een pistool tegen zijn hoofd en bedwingen hem met kabelbinders. Volgens de getuigenis van het slachtoffer doorzoeken de mannen vervolgens het huis, en uiteindelijk gaan ze ervandoor met geld, sieraden en hasj. De joint eindigt op de grond opgerold maar niet opgerookt.

Deze joint is nu het voornaamste bewijs tegen de verdachte. Op het filter en het vloeipapier is namelijk zijn DNA gevonden. Bovendien herkent het slachtoffer de Tilburger als één van de inbrekers, wanneer hij een foto van hem onder ogen krijgt.

Maar voor de meervoudige kamer in Leeuwarden ontkent de verdachte elke betrokkenheid. Hij is nooit in het huis van het slachtoffer geweest, zegt de Brabander. ,,Ik weet niet waarom deze meneer naar mij wijst. Ik weet echt niet hoe die joint daar is gekomen.’’

Hoewel de officier van justitie erkent dat het bewijs steviger had gekund, is de eis een gevangenisstraf van drie jaar. De uitspraak is op 3 augustus.