Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Sport

Sloveense schansspringer grijpt kans waar de lucht ijl is

Tour de France Matige daler Primoz Roglic moest vol in de ankers bij elke haarspeldbocht – maar werd de eerste Sloveen ooit die een Tour-etappe won.

Toen Primoz Roglic (27) afgelopen zondag achter Bauke Mollema vierde werd in de vijftiende etappe van deze Tour, pakte de Sloveen diezelfde avond het routeboek om te zien wat hem te wachten stond. Tegen ploegmakker Tom Leezer zei hij: „Etappe zeventien, die wil ik winnen”. Leezer antwoordde: „Primoz, is dat niet een beetje te zwaar?” Roglic schudde zijn hoofd. De rit met drie mythische Alpencols was voor hem.

Woensdagmiddag, een uur of vier. Met nog zes kilometer voor de top van de Col du Galibier gaat Roglic, in een niet zo heel ver verleden middelmatig schansspringer van beroep, op de pedalen van zijn celeste-groene fiets staan. Kalmpjes rijdt hij weg bij zijn medevluchters, en dat zijn niet de minsten: de Spanjaard Alberto Contador en de Belg Serge Pauwels. Roglic pakt metertje voor metertje, en als de camera’s even gericht zijn op wat er twee minuten achter het trio gebeurt in de groep met favorieten voor de eindzege, rijdt hij zich honderden meters los, de blik verbeten gericht op het asfalt voor hem. Roglic rijdt alleen naar het hoogste punt van deze Tour, op 2.642 meter, daar waar de lucht ijl is en waar elke inspanning een enorm uithoudingsvermogen vraagt. Maar de jonge Sloveen van LottoNL-Jumbo is goed voorbereid naar Frankrijk gekomen: hij deed een hoogtestage in de Spaanse Sierra Nevada en stoomde zijn lichaam klaar voor presteren met zuurstofschuld.

Als Roglic naar opzij kijkt, ziet hij zijn ouders staan, zijn buren en een groep met veertig vrienden. Overal waar hij kijkt wappert de vlag van zijn vaderland. Het maakt dat hij kan blijven trappen in een ogenschijnlijk te zwaar verzet. Maar Roglic kan dit: hij is een tijdrijder, fietst op spierkracht, en niet op souplesse.

Op de top heeft hij zo’n beetje anderhalve minuut voorsprong. Dan begint voor hem het spannendste gedeelte: met de hete adem van een groep op hol geslagen klassementsrenners moet hij zich zo snel als hij kan naar het dal laten vallen. Roglic is voor weinig bang, liet zich als jonge tiener al met honderd kilometer per uur van een skischans storten, vloog tien seconden door de lucht en probeerde dan voor een jury met een fraaie techniek te landen. Maar op een fiets afdalen is andere koek: Roglic houdt er niet van. Maar nu moet het, wil hij zijn ploeg de eerste overwinning in de geschiedenis schenken.

LottoNL-Jumbo is voor de derde keer actief in de Tour, maar de formatie won nog nooit een Tour-etappe. Lars Boom was in 2014 de laatste, maar toen heette de ploeg nog Belkin, opvolger van Rabobank.

Het team snakt er zo naar, zeker na het uitvallen van de Nieuw-Zeelander George Bennett, dinsdag.

Het eerste gedeelte van de afdaling richting Serre Chevalier is het meest technisch – steeds moet Roglic met dat vermoeide lijf vol in de ankers voor weer een nieuwe haarspeldbocht. Op zijn techniek valt wel wat aan te merken: zijn lichaam hangt links van de fiets als het naar rechts gaat. Maar toch gaat het hard. Een jagende groep met volleerde dalers als Chris Froome en Romain Bardet komt amper dichterbij. Het heeft te maken met de macht die Roglic in zijn benen heeft: de Sloveen kan als geen ander in zijn uppie snelheid genereren.

In het dal, vijf kilometer voor de finish, drapeert Roglic zijn onderarmen over zijn stuur en snijdt hij door de wind naar de finish. Hij wint als eerste Sloveen in de geschiedenis een Tour-etappe. En dat in het vijfde jaar dat hij op een racefiets zit.

Roglic stopte pas in 2012 met schansspringen, omdat hij wist dat hij de wereldtop niet zou halen. Hij leende geld van zijn vader voor een racefiets en ontdekte bij toeval dat hij hard kon fietsen. Bij een klein Sloveens team won hij gelijk wedstrijden, waarmee hij internationaal ook opviel. Merijn Zeeman, coach bij LottoNL-Jumbo, haalde hem eind 2015 naar Nederland. Hij noemt die keuze donderdag „een voltreffer”.

Vorig seizoen moest de Sloveen het vak nog leren. Roglic had er vooral moeite mee om in opeengepakt peloton te fietsen. Hij moest ook leren wat vallen was, en hoe je moet herstellen van een zware bergrit. In de Giro van vorig jaar wist hij niet waar hij het zoeken moest. „Dit is toch niet normaal meer”, riep hij naar zijn coach toen hij ellendig van vermoeidheid omhoog probeerde te fietsen. Even daarvoor had hij wel de tijdrit in de Chianti-streek gewonnen, die Tom Dumoulin op zijn lijstje had staan.

Een jaar later is hij een wielerleven verder, geslepen door mannen met kennis, getransformeerd tot een renner met een veelbelovende toekomst. Roglic vond het al mooi om überhaupt aan de Tour mee te doen. „En nu blijk ik de kwaliteit te hebben om een Tour-etappe te winnen. Ongelooflijk.”