Direct naar artikelinhoud

Waarom zou een homo zijn goede naam nog op het spel zetten in een kerk?

Wat bisschop De Korte rond Roze Zaterdag bezielde.

Margriet Oostveen in Den Bosch

De bisschop van Den Bosch had uitgelegd waar ik zijn woning aan de Parade kon vinden: 'Het enige tussen de cafés dat nog geen café is, als het ware.'

Zo sta ik op Roze Zaterdag om negen uur 's ochtends voor zijn deur, vlak voordat het hoofd van het grootste bisdom van Nederland ('290 kerken. Vijftig parochies. Eén miljoen gedoopten') de stad zal verlaten, 'omdat ik hier nu even niets meer te zoeken heb'.

Op het plein wordt het grote feestpodium met de roze banieren voltooid. Daarachter de Sint-Janskathedraal: het strijdtoneel. Omdat Gerard de Korte hier vorig jaar na twee zeer strikte voorgangers is benoemd door paus Franciscus en als even progressief geldt, stemde hij toe in een oecumenische gebedsviering in de kathedraal voor Roze Zaterdag. Maar toen die viering op weerstand stuitte, trok de bisschop zijn toestemming deze maand snel weer in. De diep teleurgestelde organisatie van Roze Zaterdag week uit naar de Grote Kerk, van de Protestantse Gemeente.

De deur gaat op een kier, de bisschop doet zelf open met een snelle, alerte blik op straat. Gauw naar binnen. Straks zal ik hem opzettelijk vragen of we zijn foto buiten kunnen maken, 'met de Sint Jan op de achtergrond'. Liever niet. Is hij bang? Dat niet, haast De Korte zich. Maar in Den Bosch is een bisschop 'erg aanspreekbaar', en vandaag lijkt dat hem 'maar even beter van niet'.

We zitten aan een tafel met tapijtje in de ontvangstkamer, naast een beeld van de heilige maagd. Hij schenkt de koffie in, ik begin over zijn pinksterbrief over de dan nog geplande viering en homoseksualiteit in het bijzonder: 'De Kerk vraagt van homoseksuelen een leven in onthouding', schrijft de bisschop.

Die verplichte onthouding, zeg ik. Dat is toch nogal wat.

De Kerk vraagt van homoseksuelen een leven in onthouding
Bisschop Gerard de Korte

Moet wel, zucht De Korte. Omdat homoseksuelen 'een knip' hebben gemaakt tussen seksualiteit en de trouwe 'langdurige liefde' die de Kerk daaraan 'nu eenmaal' verbindt. 'Homoseksuelen zijn daarin allang niet meer anders dan hetero's', zeg ik: 'En die krijgen een carnavalsviering.' Klopt, klopt, zegt De Korte: 'Dat het huwelijk een verbond is en geen contract dat je opzegt als één van beiden niet meer levert, dat is dus een probleem voor velen.'

Maar een bisschop is gebonden aan de lijn van zijn kerk en de bejubelde paus Franciscus denkt over homoseksualiteit precies zo. Dat vergeten diens fans nogal eens.

Grijze hoofden bij roze viering in de protestantse Grote Kerk.Beeld .

De Korte begint over de 'kwalijke geschiedenis' van de katholieke kerk, ze hebben 'heel veel onrecht gedaan aan homoseksuelen door de eeuwen heen', daarom juist wil hij hen altijd welkom heten. Ik: 'Waarom hebt u uw poot dan niet stijf gehouden? U hebt de wind mee.'

Hij ziet dat anders. De kathedraal is van het bisdom. En hij wil na zijn strenge voorgangers dat bisdom 'niet te veel meer opleggen', voordat zijn kerk helemaal 'verdampt'. Hij poldert achter de schermen door.

De katholieke kerk heeft heel veel onrecht gedaan aan homoseksuelen door de eeuwen heen
Bisschop Gerard de Korte
Bisschop Gerard de Korte

Ik vraag waar de weerstand dan precies zit. Niet in de kathedrale parochie, die doet nu mee aan de roze viering in de Grote Kerk. Wel bij 'een grote minderheid' van de priesters verderop in het bisdom. De protestbrieven stroomden binnen. Een kathedraal is geen 'schuur voor het woord' zoals bij de protestanten, het is een heilige ruimte. En dáár zou monseigneur zijn zegen aan homoseksualiteit geven? Het lukte niet om uit te leggen dat dit géén zegen zou zijn van 'de libertijnse cultuur' en 'ongeordende relaties', zegt De Korte. Alleen een zegen die zegt dat God met u is.

Ik vraag wat de boze priesters precies schreven. 'Excellentie, u speelt met het eeuwig heil', zegt hij. 'De duivel wrijft zich in zijn klauwtjes.' En: 'U bent een dwaalleraar.'

Deze mensen willen gewoon niet vertrappen waar ze vandaan komen. Ook al vertrapt het hen. Dát is pas trouw.

En de aartsconservatief kardinaal Eijk? Heeft die hem terug gefloten? 'Ik ben autonoom als bisdom', zegt De Korte. Maar hij ontkent het ook niet.

Dan wil ik naar de stampvolle Grote Kerk, waar de leeftijd van de aanwezigen me overvalt en ontroert. Je vraagt je als van het geloof gevallen katholiek toch af waarom een homoseksueel zijn goede naam in 's hemelsnaam nog op het spel zou willen zetten in een kerk. Maar zo veel grijze hoofden maken meteen duidelijk waar het aan ligt: dit zijn de homo's die wel binnen een kerkgemeenschap móesten opgroeien. Die niet in hun blote kont door de grachten varen, maar wel met eindeloos geduld en incasseringsvermogen een weg naar buiten vonden. 'Als ik omkeer, kom ik nooit weer, waar ik was', zingen ze nu.

Deze mensen willen gewoon niet vertrappen waar ze vandaan komen. Ook al vertrapt het hen. Dát is pas trouw.

m.oostveen@volkskrant.nl