Opinie

Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

De zinloosheid van een voetbaltoernooi

Wilfried de Jong

Het geeft een prettige rust als de voetbalcompetities zijn afgelopen. Spelers hangen tijdens hun vakantie rond bij zwembaden en hun clubs tasten ondertussen diep in de buidel voor een nieuwe spits. In stadions zijn de netten opgeknoopt en houdt een sproei-installatie de grasmat sappig.

Landerigheid troef.

Er is één bromvlieg die de zomerse kalmte verstoort: de Confederations Cup. Een keer in de vier jaar spelen de kampioenen van zes verschillende continenten een toernooi, samen met de wereldkampioen en het gastland van het komende WK.

De Confederations Cup valt het best te omschrijven als ‘het toernooi dat altijd verrot slecht uitkomt’.

Wereldkampioen Duitsland heeft een B-ploeg gestuurd en Ronaldo doet met Portugal geen stap te veel na een uitputtend seizoen bij Real Madrid. Toch is het hele toernooi live op de Nederlandse televisie te volgen. Ik vermoed dat de NOS ons op deze sympathieke wijze alvast laat wennen hoe het is om voetbaltoernooien te volgen zonder inbreng van het Nederlands elftal.

Betekenisloze wedstrijden sussen ons in slaap. In de afgelopen week lag ik vaak gestrekt op de bank met een goede maaltijd in de pens en kon ik heerlijk wegsoezen bij voetbalcommentaar op half volume. Op deze manier buit je de zinloosheid van een voetbaltoernooi maximaal uit.

Zondag keek ik met een half oog naar een potje van Duitsland B tegen het armzalig spelende Kameroen. Het geboden voetbal was maar zo-zo. Regelmatig werd de Duitse coach Löw in beeld genomen, in de hoop dat hij voor enige opwinding zou zorgen door zich weer te krabben op plekken waar jeuk werd vermoed.

Nadat een Duitse en Kameroense voetballer waren afgefloten na een duel met hoog opgestoken benen, maakte de scheidsrechter een hoekig gebaar. Hij beeldde een televisiescherm uit en wilde uitsluitsel van de videoreferee, het nieuwste speeltje van de FIFA dat op dit toernooi werd uitgeprobeerd.

Wat orde moest scheppen bij moeilijk te nemen beslissingen, bracht juist een enorme chaos.

Na langdurige bestudering van het luchtduel werd aanvankelijk een verkeerde speler van Kameroen van het veld gestuurd. Na woest commentaar van zijn medespelers bekeek de scheidsrechter de videobeelden opnieuw. Ja, hij zat fout. Nu was een andere speler van Kameroen de klos. Hij werd onterecht en te zwaar bestraft met een rode kaart en moest naar de kleedkamer.

De discussie duurde een eeuwigheid. Het gedoe met de videobeelden op het veld had niets met voetbal te maken en het falen van een middelmatige scheidsrechter werd er alleen maar door vergroot.

De Confederatie Cup, het is mijn toernooi niet. Confederatie, dat woord doet in niets aan gras en een bal denken, eerder aan een wekenlange internationale meeting voor bobo’s met zitvlees.

Heus, een paar weken zonder voetbal is geen ramp.

Wilfried de Jong is schrijver en programmamaker.