Royalty: Aan de koninklijke dis
Een mooi servies maakt een gezellig diner helemaal af. Voor staatsbanketten geldt dat al helemaal. Hierbij ontvangen de koning en koningin buitenlandse gasten. Tijdens deze diners, die vooral een diplomatieke aangelegenheid zijn, is het van belang dat de tafel mooi gedekt, zodat die bijdraagt aan een feestelijke en ontspannen sfeer.
De Dienst Koninklijk Huis heeft voor 1,4 miljoen euro een nieuw servies gekocht voor het koningspaar. Want, zo meldde de Rijksvoorlichtingsdienst, er was te weinig van het oude servies om ‘het gewenste aantal gasten te ontvangen’ (waarschijnlijk is er in de loop van de jaren heel wat gesneuveld). Bovendien kon het servies dat het koningspaar gebruikte, niet meer worden geleverd.
Het servies is door een Nederlandse ontwerper gemaakt, en bestaat uit 350 couverts. Want voor de grootste staatsbanketten, die zo’n acht keer per jaar plaatsvinden, zijn er minstens 275 nodig. Het ontwerp van de borden is in de stijl van Delfts Blauw, en net als op de glazen komen de sierlijke gouden letters W en M terug. Maar er is meer: zo staat er op verschillende borden een ijsvogel afgebeeld. Dit is het symbool van Willem van Oranje. Het vogeltje, dat een vacht heeft met oranje, wit en blauw, bouwde volgens de overlevering een nestje in een korf dat op de golven van de zee dreef. Hoe het ook stormde en de golven tekeergingen, het nestje bleef drijven. Dit beeld werd ook gebruikt voor Willem van Oranje: in de Tachtigjarige Oorlog bleef hij net als het nestje drijven, hoe erg de tegenspoed ook was. Zijn lijfspreuk was dan ook saevis tranquillis in undis (rustig te midden van de woelige baren).
In het verleden was het zo dat het nieuwe staatshoofd bij zijn of haar aantreden een nieuw servies kreeg. Bij Willem-Alexander is dit zonder reden nog niet gebeurd. Nu kan hij genieten van zijn nieuwe servies. En dat is nog niet eens het enige: ook zijn lakeien hebben een nieuwe outfit gekregen, in dezelfde koningsblauwe kleur als op de borden.
Koninklijke serviezen gaan mee met de mode. Heeft de koning nu bewust gekozen voor een Nederlands ontwerp (hij wil vooral het symbool van nationale eenheid zijn en daar past een Hollands servies goed bij), vroeger kwam serviesgoed ook vaak van buiten ons land. Koningshuizen kozen bijvoorbeeld voor Chinees porselein, en later ook uit landen als Duitsland en België. Zoals stadhouder Willem IV, die in 1747 een porseleinen theeservies uit China liet komen. En koning Willem II bestelde voor zijn dochter Marianne een huwelijksservies bij een Brusselse fabriek.
Hoe dineren de andere landen? Wie goed naar de foto’s kijkt van bijvoorbeeld Britse staatsbanketten, ziet veel goud. Het bestek is verguld, net als de borden. Op de tafels staan bloemstukken, in grote gouden vazen. Het Deense koningshuis werkt meer met zilver, en eenvoudig witte porseleinen bordjes. Dit zien we ook terug bij het Deense buurland Zweden.
De serviezen van het koningshuis zijn nooit in de winkel te koop. Als burgers hun servies koninklijk willen maken, moeten ze wachten op belangrijke gebeurtenissen. Bijvoorbeeld bij een geboorte, huwelijk of een jubileum. Dan worden er allerlei bekers, borden en ander serviesgoed gemaakt met foto’s of tekeningen die mensen kunnen aanschaffen om te bewaren. Nog steeds zijn op rommelmarkten en in tweedehandswinkels dit soort spullen uit het verleden te koop. In Engeland is ook veel oud serviesgoed te vinden, zoals mokjes met koningin Elizabeth erop. Maar wie weet breekt Willem-Alexander met de traditie, en wordt zijn speciale servies ook voor ons op de markt gebracht.
31 mei: Koning Willem-Alexander is aanwezig bij het 50-jarig jubileum van het NAVO-kwartier in Brunssum.
3 juni: koningin Máxima opent het 70e Holland Festival in Amsterdam.
6 juni: Koning Willem-Alexander bezoekt het Behouden Huis in Oudkarspel.