Direct naar artikelinhoud

Kroeg failliet? Dan kopen we die toch met het hele dorp

De dorpskroeg heeft het zwaar. Vooral in kleine plaatsen zien cafébazen hun klantenbestand snel slinken dankzij leegloop en vergrijzing. Steeds vaker nemen inwoners het heft in eigen hand: ze nemen de kroeg samen over en verhuren hem aan een uitbater.

Gasterij Schuttershof in Esbeek.Beeld Marcel Wogram

Bart Bakker (32) legt zijn handen op de porseleinen tap van de Kerckhaen in Westbeemster en wacht. De bruine tafels en stoelen van zijn kroeg zijn onbezet, de houten toog is vrij. Zijn uitzicht op het zonovergoten Noord-Hollandse lintdorpje (120 huizen tussen de blauwe borden) weerspiegelt de rust in zijn kroeg. De Jisperweg is uitgestorven. De enige beweging komt van schapen in de weilanden, en zelfs zij liggen loom in de schaduw.

Bakker moet zijn bazen serveren, want zijn klanten zijn ook zijn werkgever

Lang zal het niet meer duren. De parkeerplaats tussen de kerk en de dorpskroeg - zelf een oude schuilkerk - is volgeparkeerd. Er is een uitvaart aan de gang in de katholieke enclave en het dorp is uitgelopen.

Als de kerkgangers zich straks voor koffie en cake naar de Kerckhaen verplaatsen, moet Bakker zijn bazen serveren. Want zijn klanten zijn ook zijn werkgever. Bakker verdient aan de biertjes die hij tapt, maar hij is geen eigenaar van het café. Hij pacht de kroeg van de inwoners van Westbeemster, die het etablissement in 2005 kochten. De dorpsbewoners konden niet langer aanzien dat de lokale ontmoetingsplaats leegstond, nadat de vorige eigenaar in 2001 met pensioen was gegaan. Ze zetten een stichting op en zamelden geld in voor de aankoop van de dorpskroeg. En met succes: dorpelingen en lokale bedrijven leenden de stichting rentevrij de helft van de benodigde 6 ton. Genoeg om verdere financiering bij de bank en gemeente te krijgen.

Bart Bakker (32), uitbater van de Kerckhaen.Beeld Marcel Wogram

Laatste ontmoetingsplaats

Een dorp dat zijn lokale kroeg koopt om die te heropenen of voor sluiting te behoeden is een zeldzaamheid, maar een steeds vaker voorkomend verschijnsel. Het gaat niet super met de Nederlandse kroegen. De omzet van de cafébranche lag in 2015 7 procent lager dan acht jaar daarvoor en het aantal kroegen nam tussen 2008 en 2015 af van 13- tot 11 duizend, volgens cijfers van het CBS. Kroegen in kleine dorpen hebben het het zwaarst. Leegloop en vergrijzing maken de spoeling steeds dunner. Maar het dorpscafé is vaak de laatste ontmoetingsplaats.

Een inzamelingsactie kan de redding van de bedreigde kroeg betekenen - en daarmee de redding van het dorpsleven. Meestal wordt zo'n reddingsactie op touw gezet door een stichting of coöperatie die de dorpelingen voor dat doel oprichten. Het belangrijkste verschil tussen de twee organisatievormen is dat in een coöperatie de leden de beslissingen nemen en in een stichting het bestuur.

Zo schafte een dorpscoöperatie in Ferwerd (Friesland) afgelopen zomer het leegstaande dorpscafé 't Hoekje aan. In Eext (Drenthe) probeert een stichting momenteel de aankoop van hun dorpshuis plus kroeg financieel rond te krijgen. In Amsterdam-Noord kochten de stamgasten in maart 'hun' café 't Sluisje na een crowdfundingsactie in de buurt. 't Sluisje ligt weliswaar niet in een dorp, maar de overname had dezelfde reden: het ging om het behoud van de kroeg voor de buurtbewoners.

Dorpskroeg de Keckhaen in Westbeemster.Beeld Marcel Wogram
Leegloop en vergrijzing maken de spoeling steeds dunner, maar het dorpscafé is vaak de laatste ontmoetingsplaats

Het klinkt als een vreemde zet, een dorp dat een commerciële onderneming begint. Is het niet vragen om een dorpsruzie? 'Bewoners zijn inderdaad vaak wat huiverig voor het commerciële karakter', zegt Joanneke Haasbroek van Stichting DBF. De stichting waarvoor ze werkt bevordert de leefbaarheid in Noord-Nederland, onder meer door te investeren in dorpskroegen. Momenteel heeft de stichting drie kroegen in haar bezit.

Juist de gezamenlijke inspanning voor het behoud van de dorpskroeg is essentieel, zegt Haasbroek. 'Er is draagvlak in het dorp nodig, zeker als er vastgoed bij betrokken is.' Als het dorp eigenaar is van de plaatselijke kroeg, zullen de bewoners eerder geneigd zijn erheen te gaan en hun feesten daar te organiseren, meent Haasbroek.

Tekst gaat verder onder de foto.

Biljarten bij eetcafé de Oude School in Warder.Beeld Marcel Wogram

Op een kleine 10 kilometer van Westbeemster ligt nog een dorp dat voldoende draagvlak wist te creëren om de dorpskroeg te redden. In de Oude School in Warder, aan de boorden van het Markermeer, biljarten zes Wardernaren. Op het grote tv-scherm analyseert Ronald de Boer een Europese wedstrijd van Ajax.

Al vijf jaar stonden vrijwilligers achter de bar van de dorpskroeg in Warder, toen het victoriaanse basisschoolgebouw aan de overkant van de straat in de verkoop kwam. Het risico was groot dat een projectontwikkelaar het gebouw zou slopen en vervangen door appartementen. Dat kon zomaar niet, vonden de Wardernaren. Ze leenden een stichting 400 duizend euro, in leningen van 5 duizend tot 40 duizend euro, en kochten het pand. De oude basisschool is een stuk meer waard, maar de stichting sloot een gunstige deal met de gemeente. De dorpskroeg verhuisden ze vervolgens naar de overkant en eetcafé de Oude School was geboren. Nu biljarten de Wardernaren al bijna tien jaar in het pand. Net als de Kerckhaen in Westbeemster heeft de kroeg inmiddels een commerciële uitbater, die huur betaalt aan de stichting.

Door van de kroeg ook een eetcafé te maken vergrootte De Oude School het klantenpotentieel

Rendabel

Maar de aankoop van de dorpskroeg houdt de leegloop en vergrijzing van het dorp niet tegen. Hoe voorkom je als dorp dat het klantenbestand te klein wordt en zorg je ervoor dat het een geslaagde onderneming blijft? De Oude School in Warder vond een oplossing door van de kroeg ook een eetcafé te maken. Daarmee vergrootte het dorp het klantenpotentieel. Daarnaast exposeert uitbater Foz Leloup graag kunst om bezoekers van elders te trekken. 'Op Warder alleen kan ik niet leven. In het dorp kunnen ze niet elke week komen eten.'

In Westbeemster vond men een andere oplossing om de Kerckhaen rendabel te maken: de kroeg is alleen op afspraak open. Op donderdag klaverjassen de bejaarden, op donderdag en vrijdag speelt de biljartvereniging een potje. Verder moet de kroeg het hebben van feesten en partijen. Maar op een willekeurige dinsdag is er voor uitbater Bakker geen reden om open te gaan: de kans op spontaan bezoek is nul. Zijn kroeg heeft daarom meer weg van een commercieel dorpshuis dan van een klassieke kroeg.

Eetcafé de Oude School in Warder.Beeld Marcel Wogram
Voor boerenrockbands als Mooi Wark komen ze uit heel Noord-Holland hiernaartoe
Uitbater Bart Bakker

Verder probeert Bakker eens in de maand een evenement te organiseren om bezoekers van buiten het dorp te trekken. 'Voor boerenrockbands als Mooi Wark komen ze uit heel Noord-Holland hiernaartoe.' De Kerckhaen is ook rendabel omdat de vaste lasten zo laag zijn: de dorpsstichting die eigenaar is betaalt alleen rente over de lening van de bank, niet over het kapitaal uit het dorp.

Toch moet Bakker aanpoten om de eindjes aan elkaar te knopen. De uitvaart is afgelopen en Bakker en twee oproepkrachten rennen af en aan met koffie. Vanavond is er ook nog een vergadering, wat betekent dat Bakker het interieur weer moet ombouwen. Van dit soort activiteiten kan Bakker rondkomen, maar het is geen vetpot. 'Eigenlijk is er een nieuwe vloer nodig, maar bij elke investering moet ik me afvragen of ik die terugverdien.' Of hij het de komende jaren eigenlijk nog ziet zitten in zijn dorpskroeg? 'Het gaat goed zoals het nu gaat. Maar ik moet wel zeggen: als ik hetzelfde zou doen als ik hier doe, maar dan in Alkmaar of in Hoorn, zou het net wat makkelijker gaan.'

Tekst gaat verder onder de foto.

Gasterij Schuttershof in Esbeek.Beeld Marcel Wogram

Een café met zeshonderd eigenaren

Gasterij Schuttershof
Esbeek (Brabant)

De Esbeekse populatie (1.200 man) maakte zich in 2006 zorgen over de toekomst van de dorpskroeg. In het naburige Biest-Houtakker nam een Chinees restaurant de plaatselijke kroeg over. Wat als hun café Schuttershof zou veranderen in een wokrestaurant? Het dorp zou zijn ontmoetingsplaats kwijt zijn. Dat mocht niet gebeuren, dus greep de pas opgerichte Coöperatie Esbeek in. De kroeg heeft nu zeshonderd eigenaren, de helft van het aantal inwoners. Driehonderd van hen hebben een aandeel in de kroeg, variërend in waarde van 200 tot 2.000 euro. Met hun bijdrage kreeg de coöperatie een hypotheek voor het pand.

De exploitatie van de gasterij gebeurt commercieel, maar de uitbater zit wel vast aan een aantal contractuele verplichtingen: het café moet zeven dagen per week open zijn en plaats bieden aan alle verenigingen van Esbeek. Vernieuwingen om het café beter te laten lopen waren niet nodig, omdat het al goed liep, volgens coöperatievoorzitter Piet Verhoeven. Eigenlijk is het alleen maar beter gaan lopen sinds de dorpelingen eigenaar zijn, zegt hij. 'De leden van de coöperatie maken reclame voor het café. Het café heeft zeshonderd ambassadeurs.'

Gasterij Schuttershof is in bezit van de Coöperatie Esbeek. Honderden dorpelingen hebben een aandeel in de kroeg.Beeld Marcel Wogram
Ondernemers hebben belang bij de leefbaarheid van een dorp
Lokale ondernemer Gijs Wouters

In Ferwerd is weer iets te beleven

Eetcafé cafetaria 't Hoekje
Ferwerd (Friesland)

In Ferwerd (ongeveer 1.800 inwoners) stond de kroeg zo'n drie jaar leeg toen vijf lokale ondernemers besloten dat het dorp een impuls nodig had. Om het dorpsleven te stimuleren, maar ook uit eigenbelang. 'In de ondernemersvereniging leefde het idee om het café zelf te gaan runnen al langer. Ondernemers hebben belang bij de leefbaarheid van een dorp', zegt Gijs Wouters, een van de initiatiefnemers. Met die leefbaarheid was het slecht gesteld: de andere kroeg van het dorp was al eerder gesloten, een dorpshuis heeft Ferwerd niet.

De vijf richtten de 'Dorpscoöperatie Eetcafé Ferwert' (in Friese spelling) op, met nu 230 leden van binnen en buiten het dorp. Met geld van de dorpelingen plus een bijdrage van de provincie en de bank kochten ze het gebouw, dat ze verhuren aan een uitbater. De winst uit de verhuur gaat naar de leden.

Net als in Warder is 't Hoekje uitgebreid met een eetcafé om de horecagelegenheid op lange termijn winstgevend te houden. Daarnaast helpt het dat het dorp nu extra betrokken is, zegt Wouters. 'De leden komen ook eten. We doen het met elkaar.'

Voor de heropening stond 't Hoekje zo'n drie jaar leeg.Beeld Marcel Wogram