Direct naar artikelinhoud

Flexwerk is voor lageropgeleiden vooral opstap naar werkloosheid

Voor hogeropgeleiden is een flexbaan een bruikbare opstap naar vast werk, voor lageropgeleiden is het vooral een opstap naar werkloosheid.

Journalistencollectief 'Bureau Wibaut'Beeld An-Sofie Kesteleyn

Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onderzocht wat er is geworden van mensen die in 2012 een flexbaan aannamen. Na drie jaar, in 2015, had 26 procent van hen een vaste baan. 20 procent flexte nog steeds, 7 procent was zzp'er geworden en 49 procent had geen werk. Van die laatste groep had de helft zelfs geen uitkering.

De flexbaan is een tijdelijke baan, een baan als uitzendkracht, oproepkracht of stagiair, of een baan met een vast dienstverband van maximaal twee maanden. Ooit werd dit soort banen wel aangeprezen als een mooi opstapje voor mensen die zo konden doorstromen naar vast werk, maar de afgelopen jaren werd de doorstroming van flex naar vast steeds minder.

Wie in 2007 ging flexen, had nog een kans van 35 procent om binnen drie jaar een vaste baan te bemachtigen, maar in de jaren daarna daalde die kans telkens weer, tot nu dus 26 procent. Het goede nieuws is dat de doorstroming voor het eerst niet weer verder is gekrompen: de dalende trend is doorbroken.

Het slechte nieuws is dat de flexbaan alleen voor hogeropgeleiden een redelijke kans kan bieden op een vaste baan. De meeste mensen beschouwen een vaste baan nog altijd als de meest gewenste arbeid en flexcontracten of zzp-schap als noodoplossingen. Van de hoogopgeleide flexers heeft na drie jaar 36 procent een vaste baan. Nog eens zoveel werkt dan nog steeds in een flexbaan of is zelfstandige geworden.

Doorstroom vaste baanBeeld .
CBS: de kansen van een flexer op een vaste baan zijn erg afhankelijk van de sector waarin hij werkt.

De lageropgeleiden flexers hebben veel minder kans op een vaste baan. Na drie jaar is het slechts 16 procent van hen gelukt die hoofdprijs te bemachtigen. Slechts een procent of 14 werkt na drie jaar nog altijd als flexer of als zzp'er. Rond 60 procent is werkloos.

Vorig jaar becijferde het CBS al dat de kansen van een flexer op een vaste baan erg afhankelijk zijn van de sector waarin hij werkt. De grootste kansen zijn er voor flexers in het openbaar bestuur, onderwijs en zorg; dat zijn ook sectoren waar meer hogeropgeleiden werken. De minste kans hebben flexers in de landbouw, horeca, en cultuur, sport en recreatie, sectoren met veel lageropgeleiden.