Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Privacy

Overheden maken nieuwe afspraken over privacy potentiële radicalen

Terrorismebestrijding Instanties mogen de privacy van moslims met radicale ideeën niet schenden. Maar de criteria om informatie over hen te delen zijn vaag.

Foto Koen van Weel

Justitie, politie, gemeenten en zorgverleners hebben nieuwe afspraken gemaakt over het delen van gegevens over vermeende moslimradicalen. Het gaat om personen die niets strafbaars hebben gedaan, maar toch als potentieel gevaarlijk worden beschouwd. Om deze mensen te ‘deradicaliseren’ zou het nodig zijn om informatie uit te wisselen over hun denkbeelden, gedragingen en verleden.

Deze gevoelige informatie wordt al gedeeld tussen onder meer gemeenten, politie, justitie, GGZ en reclassering. De wijze waarop dit gebeurt, verschilt per gemeente. Nu zijn er landelijke afspraken gemaakt waarin is vastgelegd wanneer gegevens wel en niet mogen worden uitgewisseld en hoelang deze bewaard mogen blijven. Terrorismecoördinator NCTV werkte meer dan een jaar aan een ‘model-convenant’ dat in de komende weken door gemeenten zal worden overgenomen.

Lees ook het achtergrondverhaal over de omgang met persoonsgegevens: Op een ‘watchlist’ - ook als je niets misdaan hebt

De afspraken moeten het beleid meer in lijn brengen met de privacywetgeving. Die staan op gespannen voet met pogingen die de overheid doet om grip te krijgen op onwenselijke gedachtevorming in de samenleving. Zo delen professionals informatie met de autoriteiten over moslims met radicale ideeën, terwijl daar niet altijd een juridische basis voor is. Ook vereist de wet criteria op basis waarvan informatie gedeeld kan worden, dit om willekeur te voorkomen. In het geval van radicalisering zijn die criteria vaag en geheim, zo vond NRC uit.

Daarnaast zijn er vragen gerezen over de opslag van gegevens over vermeende radicalen. Gemeenten geven tegenover NRC aan dat hun gegevens worden bewaard, ook nadat is vastgesteld dat er geen sprake was van radicalisering. Volgens de NCTV mogen hun gegevens worden bewaard voor het afleggen van verantwoording.

De NCTV bekijkt of een wetswijziging nodig is. Want hoewel het delen van informatie over radicaliserende personen „operationeel gezien soms als wenselijk wordt gezien, biedt de wet hier niet altijd ruimte toe”, aldus de NCTV. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten zegt de geschetste privacyproblemen te herkennen.

Privacywaakhond Autoriteit Persoonsgegevens zegt dat de overheid bij het verwerken van persoonsgegevens is gebonden aan de Wet bescherming persoonsgegevens. „Indien wij signalen krijgen dat hier iets gebeurt wat niet voldoet aan de wet, dan kunnen wij besluiten daarop te handhaven”, zegt een woordvoerder.