De Utrechtse Dom brokkelt af
Utrecht
Staande in de Lantaarn, de imposante 25 meter hoge ruimte in het bovenste gedeelte van de Domtoren, wijst beheerder Jaap van Engelenburg een plek aan die illustreert dat het Utrechtse icoon snakt naar een onderhoudsbeurt. Op een punt waar twee middeleeuwse bogen bij elkaar komen, is het natuursteen afgebrokkeld. Er zijn klemmen aangebracht om verder verval te voorkomen.
Het was in deze ruimte dat Van Engelenburg in 2015 de scheuren in een hoekstuk van een van de gotische bogen voor het eerst opmerkte. ‘Mijn oog viel erop en ik dacht: hoe kan dat nou? Toen wist ik: deze prachtige dame is oud en krakkemikkig aan het worden, er moet wat gebeuren.’
Na de melding van de torenbeheerder deed de Utrechtse monumentenwacht een onderzoek naar de staat van de 112 meter hoge toren. De uitkomst was zo alarmerend, dat vorig jaar op twee niveaus netten zijn geplaatst om het afbrokkelende natuursteen op te vangen.
30 miljoen
In de komende weken begint het onderzoek naar de staat van de binnenkant van de Dom. Dan had ook de steiger moeten zijn geplaatst vanwaaruit de conditie van de buitenkant van de toren kan worden onderzocht. Een zo hoge steiger bleek echter niet zo snel te regelen. De planning is nu dat het onderzoek van de buitenkant aan het eind van dit jaar begint.
Dan moet ook blijken hoeveel de opknapbeurt precies gaat kosten; voorlopig is de zeer globale schatting ergens tussen de 10 en de 30 miljoen euro. Het Rijk en de provincie hebben elk 4 miljoen euro toegezegd, de gemeente heeft alvast 2,5 miljoen euro opzijgelegd. Utrecht wil fondsen gaan werven voor de rest van het bedrag en wellicht ook acties opzetten om geld te verzamelen, via bijvoorbeeld crowdfunding.
Dat geld zal er wel komen, is de verwachting. ‘De liefde voor de Dom zit heel diep bij veel Utrechters’, zegt torenbeheerder Van Engelenburg, zelf geboren en getogen in de stad. Zijn conditie is uitstekend: soms beklimt hij vijf keer per dag de 465 traptreden van de toren, waarvan de bouw in 1321 begon. Eeuwen later is de Dom nog steeds het gekoesterde hart van de stad.
‘Zestig jaar hebben ze eraan gebouwd’, vertelt de torenbeheerder. ‘Behalve bakstenen gebruikten ze allerlei soorten natuursteen. Dat werd aangevoerd over het water, onder meer uit België en Duitsland. In de wijde omgeving waren ze toen onder de indruk van de hoogste toren van het land. En nog steeds is de Dom indrukwekkend.’
Als Van Engelenburg liefdevol over een blok natuursteen wrijft aan de buitenkant van de toren, kruimelen er kleine stukjes af. ‘Tufsteen is gevoelig voor slijtage.’ Wie beter naar de buitenmuren kijkt, ziet dat in de loop van de jaren sommige verweerde stenen al eens vervangen zijn door gladde exemplaren. De Dom is vaker gerestaureerd, elke veertig tot vijftig jaar is groot onderhoud nodig. De laatste opknapbeurt was in 1975. De werkzaamheden weerspiegelen de opvattingen van de tijd waarin die plaatsvonden.
betonnen vloertje
‘Kijk, dit zouden we nu bijvoorbeeld nooit meer zo doen’, zegt Van Engelenburg. Hij wijst op een betonnen vloertje dat begin vorige eeuw in een van de binnenruimtes is gestort. Op enkele plekken is de ijzeren bewapening er doorheen geroest.
Tijdens vorige restauraties ging men honderd jaar geleden een stuk grover te werk dan nu. ‘Fouten van voorgaande restauraties zullen we moeten herstellen’, zegt Van Engelenburg. Hij tikt tegen een voeg tussen de blokken. Omdat het cement volgens hem een verkeerde samenstelling heeft, drukt het de stenen kapot. ‘Door dat soort misrekeningen zitten we nu letterlijk met de brokken.’
Bij nieuwe restauratie gaan de werkers niet over één nacht ijs. Eerst wordt elk stuk natuursteen van de toren handmatig beklopt en beoordeeld. In een digitale tekening krijgt elke steen een nummer. Onderzoeksinstituut TNO, de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en de vakgroep Erfgoed van de gemeente kijken mee wat de beste aanpak is voor de restauratie. Er zal discussie zijn over de uitvoering, vermoedt Van Engelenburg. ‘Deze natuursteen is behoeftig, zijn levensduur is op’, zegt hij, wijzend op een hoekstuk aan de buitenkant van de toren. ‘Maar zo’n verweerd stuk steen is eigenlijk ook te mooi om weg te halen.’ <