Direct naar artikelinhoud

Populisten stuiten op een glazen plafond

Marine Le Pen

Het was een uitstekende score die Marine Le Pen zondag behaalde, maar niet de doorbraak waar haar aanhangers op hadden gehoopt. Na de Brexit en de zege van Donald Trump hadden ze niets minder dan de eerste plaats voor ogen. Nu eindigde Le Pen ‘slechts’ als tweede, met 21,5 procent van de stemmen.

De ietwat teleurstellende uitslag doet denken aan wat Nederland in maart meemaakte bij de Tweede-Kamerverkiezingen. PVV-leider Geert Wilders stond lang bovenaan in de peilingen, maar kreeg uiteindelijk slechts 13 procent van de stemmen. Hij werd ruim voorbij gestreefd door de VVD. Zijn vijf zetels winst smaakten bitter.

Zo’n glazen plafond zie je overigens ook bij traditionele partijen

Populistische partijen mogen dan in opmars zijn, toch lijkt het alsof er een bovengrens zit aan hun resultaten. Dat is inderdaad het geval, bevestigt Wouter van der Brug, hoogleraar politieke wetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. “Bij gewone proportionele verkiezingen met meerdere partijen zie je dat populisten ergens bij een kwart of een derde van de stemmen op een soort plafond stuiten. Veel meer potentieel is er kennelijk niet voor populistische thema’s als migratie en veiligheid.”

Zo’n glazen plafond zie je overigens ook bij traditionele partijen, relativeert de politicoloog. In die zin is er niets afwijkends aan populisten. Een andere kanttekening is dat populisten het magische plafond van één derde wel kunnen doorbreken in een tweede ronde, wanneer de verkiezingen uitdraaien op een duel.

Oostenrijk

Dat laatste bewees Norbert Hofer, de aanvoerder van de rechts-populistische Oostenrijkse Vrijheidspartij. Hij haalde vorig jaar in de eerste ronde van de Oostenrijkse presidentsverkiezingen 35 procent van de stemmen, zeg maar tegen het plafond aan. In de tweede ronde brak hij erdoorheen, met 46,2 procent. Desondanks ging de eindzege naar zijn Groene concurrent Alexander Van der Bellen, die 53,8 van de kiezers achter zich kreeg.

Ook Frankrijk koerst nu af op een presidentieel duel, op 7 mei, maar een nek-aan-nek-race als in Oostenrijk lijkt het niet te worden. In de peilingen blijft Marine Le Pen steken op 40 procent, terwijl haar sociaal-liberale uitdager Emmanuel Macron met 60 procent zou winnen.

Het FN is zeker niet uitgespeeld

Toch is niet iedereen er gerust op. Want wat als veel Macron-stemmers thuisblijven, juist omdat de zaak al beklonken lijkt? Of wat als vooral Macron-aanhangers er een lang weekend op uittrekken, omdat de Fransen op 8 mei vrij zijn vanwege bevrijdingsdag? Een verrassing valt kortom niet uit te sluiten, ook niet nu veel afgevallen presidentskandidaten hun achterban hebben opgeroepen om op Macron te stemmen.

Primeur

Sowieso moet je de winst van Le Pen niet bagatelliseren, waarschuwde de krant Le Monde gisteren in een commentaar. Het blijft immers een primeur dat het Front National in een eerste ronde van de presidentsverkiezingen concreet boven de 20 procent uitklimt. Bovendien zit er een stijgende lijn in de resultaten. In 2002 was Frankrijk al geschokt toen Marine’s vader Jean-Marie bij de eerste ronde van de presidentsverkiezingen een onverwacht hoge score van 16,9 procent haalde. Marine ging daar in 2012 overheen, met 17,9 procent. En dit jaar scoorde ze nog beter, dankzij 7,6 miljoen kiezers – 1,2 miljoen meer dan de vorige keer.

Het FN is zeker niet uitgespeeld, beaamt Van der Brug, ook niet als Le Pen geen president wordt. De partij bestaat al 45 jaar en speelt al decennia een grote rol in de Franse politiek. Dat zal zo blijven. Iets soortgelijks geldt voor rechts-populistische partijen die in andere West-Europese landen zijn opgekomen – met als enige uitzondering Duitsland, waar de AfD (Alternative für Deutschland) vooral bezig is om zichzelf in de voet te schieten.

Maar zelfs in Duitsland is er wel degelijk potentieel voor een rechts-populistische partij, zegt Van der Brug. Dat zag je in 2015, op het hoogtepunt van de vluchtelingencrisis. Toen stond de partij in de peilingen veel hoger dan nu. “Hoe saillanter de migratiecrisis in de actualiteit is, des te beter de scores van de rechts-populisten. Als we de verkiezingsreeks van dit jaar – eerst Nederland, nu Frankrijk en straks Duitsland – gehad zouden hebben in 2015, zouden radicaal-rechtse partijen het beduidend beter hebben gedaan.”

Lees ook: Twee tegenpolen gaan door in de race om het Franse presidentschap.