Léon van Bon heeft inmiddels al heel wat testfietsen onder zijn kont gehad. Veel daarvan zijn van de mainstream merken, maar zo nu en dan komt er een onbekende exoot voorbij. Want wie had er tot nu wel eens gehoord van het kleine Italiaanse merk CBT? Lees hieronder zijn verhaal uit Fiets 03/2017.

Tekst en foto’s: Léon van Bon

Ergens in een hoekje van Bike MOTION tref ik Louis de Koning. Die naam zegt je misschien niet zoveel, maar Louis is een oud-beroepsrenner. We waren één jaar ploeggenoten bij WordPerfect, de wielerploeg van Jan Raas. Louis is een aardige kerel die ik zo nu en dan tegen het lijf loop bij een koersje van oud-beroepsrenners. Hij is van de generatie van mijn broer, die twee hebben samen heel wat duels uitgevochten. Trots staat Louis tussen de fietsen van CBT, het merk dat hij in Nederland vertegenwoordigt. Hoofdredacteur Rodrick heeft me meegesleept naar zijn stand voor een nieuwe testfiets. Louis pakt een rode CBT vast. “Deze lijkt me echt iets voor jou.” De fiets ziet er goed uit en maakt me nu al nieuwsgierig. Ik houd er wel van om zo nu en dan een exoot aan de tand te voelen. Eentje die (vooralsnog) onbekend is. De planning wordt doorgenomen en een paar maanden later staat hij klaar voor de test.

Echte racer
CBT, ik heb er nog nooit van gehoord, maar Louis praat me bij. C.B.T. Italia (Construction Bicycles Tardivo) is opgericht in de jaren ’50 door Giovanni Tardivo. Het is een klein Italiaans merk dat sinds het begin van de jaren ’70 frames begint te produceren. De fietsen worden volledig gefabriceerd in hun fabriek in het noordwesten van Italië.

Er staat een CBT Obsession voor mij klaar. Hij oogt als een echte racer. Hij heeft een laag balhoofd, is kort gebouwd en beschikt over een aerodynamisch uiterlijk. Hij ziet er best stoer uit. Ik ben niet zo enthousiast over de graphics, maar daar zullen de smaken vast over verschillen. De voorvork is dik en sluit prachtig aan op de schuine buis en de balhoofdbuis. De ruimte voor de 25 millimeter banden is minimaal. De achtervork is kort gebouwd om zijn beloofde agressieve racestijl nog meer karakter te geven. Een gedeelte van de zitbuis is plat, zodat de achterbouw nog korter kan zijn. Ook voor is de ruimte voor de achterband erg beperkt. De band loopt vlak langs de liggende achtervork en de zitbuis. Ik vind het er wel cool uitzien. De achtervork is asymmetrisch om ruimte te geven voor het voorblad, maar wel met de maximale stijfheid. De kabels lopen mooi door het balhoofd naar de achterrem en de schakelunits. Zo wordt voorkomen dat de kabels langs het frame schuren.

Potenza-groep
De echte Italofielen zullen blij worden van de afmontage van de fiets. Er zit namelijk Campagnolo op, en dat kom ik niet zo vaak tegen. Ik ben benieuwd hoe de Potenza-groep bevalt. Ondanks dat het de vierde groep in de hiërarchie van Campagnolo is (Super Record, Record en Chorus gaan hem voor), is het wel de tegenhanger van Shimano Ultegra. De aluminium groep ziet er netjes uit. Op het compact crankstel zitten een 50 en 34 tandwiel. Op het achterwiel zit een 12-27 cassette. Ik zou er zo de bergen mee in kunnen.
De wielen zijn van een eigen merk en ogen met hun brede velg modern en strak. De naam Nix kan in Nederland nog wel voor associaties zorgen. Nix aan of Nix mis mee. Enfin, dat zullen we straks weten.



Schakelen met de knie
Het weer verwent me vandaag en ik heb zin in een testritje. De CBT staat me al een paar dagen aan te staren of ik hem wil meenemen om buiten te spelen. Wat ik al vermoedde, voelt ook meteen zo. De fiets is door zijn korte bouw heerlijk reactief. Ik zet het zadel nog wat verder naar achteren om wat meer lengte te creëren. Ook de bovenbuis is relatief kort. Ik heb er zin in. De vorm begint langzaam weer wat te groeien en dat voelt goed. Ik ben in Salland en geniet van de buitenlucht. Je ruikt de boerenbedrijven en even verderop de bossen. Ik vind het prettig. Ik zet aan en de fiets reageert direct. Elke trap lijkt raak. Ik heb nu al het gevoel dat het mijn eigen fiets is. Ik vind hem comfortabel en strak genoeg, maar het gevoel komt volgens mij vooral door de geometrie. Lekker direct.
Het is wel even wennen aan het schakelen met de duim. Met de Potenza-groep kun je per tandje naar beneden schakelen. Op zich is dat voor een toerist als ik geen probleem. Ik kan me echter voorstellen dat het in een koers handig is, om in één keer naar het kleinste tandwieltje te kunnen schakelen. Oud-renner Rudi Kemna was vroeger geobsedeerd door buiscommandeurs. Je kent ze wel, de schakelhendeltjes aan je schuine buis. Rudi vertikte het om met de nieuwere systemen te rijden, waarmee je, net als nu, aan je remgreep kon schakelen. Iedereen reed er al mee, behalve Rudi. Hij wou dat niet. Waarom? Wanneer Rudi ging sprinten, schakelde hij in volle sprint in één keer naar de elf… met zijn knie. Ja, je leest het goed, met zijn knie! Tegenwoordig is Rudi ploegleider van Team Sunweb.

Afvallen
Dat in één keer schakelen gaat nu met de Potenza-greep dus ook niet. Ook niet met mijn knie. Het schakelen gaat redelijk soepel, alleen is hij in het zwaarder schakelen van de achterderailleur soms wat traag. Alsof de derailleur moeite heeft de kabel terug te trekken. Verder werkt de groep prima. De remmen gaan licht en de remkracht is makkelijk te doseren op de velgen. Hier merk ik weinig verschil met Shimano. Ik ben alweer thuis en loop richting de voordeur. Ik til de fiets naar binnen. Hij is niet opvallend licht en ik ben benieuwd naar zijn gewicht. Ik haal de weegschaal en schrik een beetje. 8,5 kilogram. Dat had ik niet verwacht. Ik heb het idee dat het overal een beetje aan ligt. Geen lichte groep, geen heel lichte wielen, geen carbon stuur of zadelpen. Hoewel gewicht me niet heel veel uitmaakt, vind ik dit wel een beetje tegenvallen. Aan de andere kant, ik mag zelf ook wel een paar kilo afvallen…

Goed bezig, Léon
Een aantal dagen later rijd ik met een groep vanuit Apeldoorn. Rodrick is er ook en springt even op de Obsession. “Ja een echte racer”, zegt hij na een kort rondje op de parkeerplaats. We kijken nog even naar de fiets en ik blijf het een leuke fiets vinden. Rodrick houdt zich wat op de vlakte. We rijden met een mannetje of 15 een rondje over de Veluwe. Op de Posbank leef ik me wat uit. Vol naar beneden, hangen in de bochten en bijtrappen waar het kan. Parcourskennis is mooi meegenomen. Ik ga als een speer. De fiets is heel stabiel en loopt heerlijk. Over de wielen zou ik eerder ‘nix mis mee’ zeggen, dan ‘nix aan’. Naar boven rijd ik met de eersten mee. Op 300 meter van het steile stuk versnel ik vol op het buitenblad. Ik ben verbaasd. Goed bezig, Léon, zeg ik tegen mezelf. Zodra ik langs de eersten rijd, hoor ik een zucht. Ik kan een glimlach niet onderdrukken. Ik zet vol aan, maar de weg wordt steeds steiler. Ik hark door en schakel terwijl ik druk hou op de pedalen. Twee tandjes lichter. Dat gaat prima. De fiets voelt goed. De benen lopen snel vol met zuur. Ik kijk achterom en hoop dat niemand volgt. Pff, snel op het binnenblad. Kapot. Hijgen, maar doen alsof het niets voorstelde, want de eersten van de groep komen er alweer aan. “Lekker fietsje zeker!?” “Ja joh, prima ding.” antwoord ik.

Obsessie?
We rijden in een lekker tempo weer richting de vertrekplaats. Ik vraag me af of dat fietsen van mij een obsessie is. Waarom vind ik het heerlijk om mijn hele lichaam te verzuren en snakkend naar adem boven te komen? Waarom kan ik mij vrijwel nooit inhouden als er wordt versneld? Is het een obsessie? Een obsessie is dwangmatig denken, een geestestoestand waarin een persoon bezeten is van een specifiek idee. Dat klinkt wel heel zwaar. Zo erg heb ik het ook niet maar het neigt er wel naar. “Pas op, paaltje!” schreeuwt iemand voor in de groep. Ik word uit mijn gedachtekronkel geslingerd en beland in de realiteit als ik ternauwernood het paaltje ontwijk. Nog 5 kilometer en we zijn er weer. Geen opmerkingen over het uiterlijk van de fiets. Geen positieve, geen negatieve en geen vragen. Het is wel eens anders. Blijkbaar valt de fiets niet zo op. Omdat het vandaag semi-nat is, is de fiets behoorlijk smerig geworden. We komen bij het vertrekpunt en ik haal mijn fiets uit elkaar. Ik merk dat door het zand op de zitbuis de band aanloopt. Ik haal het wiel eruit en ik zie dat waar het wiel het dichtst langs de buis loopt er bijna geen zand zit. Schoon geveegd door de band. Dit geldt ook voor de liggende achtervork. Een beetje te krap zou ik zeggen.



Comfort
Een van mijn laatste ritjes heb ik gepland in het gebied rond Bonn. De bergjes zijn hier ongeveer zoals in de Ardennen. De kou heeft weer zijn intrede gedaan en langs de weg ligt sneeuw. Het is een groot verschil in temperatuur met de eerste rit op deze fiets, een paar weken terug. Ondertussen heb ik al heel wat kilometers gemaakt. Hij komt zeker in de top-10 van de ranglijst ‘Testfiets Asfaltvreters’. Het blijft een prettige fiets. Ik zit er gewoon lekker op. Omdat het vandaag zo koud is, test ik hem vooral op comfort. Ik moet wel bekennen dat ik het originele zadel heb vervangen door mijn eigen zadel. Allebei van Fi’zi:k, maar die erop zat, was me iets te smal. We rijden bijna 4 uur rond en met het comfort zit het wel snor. Bergje op bergje af. Op het plateau moeten we af en toe een stukje lopen doordat er ijs op de weg ligt. Ik lijk wel gek, denk ik bij mezelf. Als we wat gedaald zijn, verdwijnt de sneeuw en is het wat ontspannener fietsen. Eén afdaling rij ik vol naar benden. Gewoon omdat het zo genieten is. De fiets voelt vertrouwd aan en dat vind ik een groot pluspunt. Plat door de bocht. Haarspeld naar links, eentje naar rechts en het laatste stuk kaarsrecht rechtdoor. De koude lucht doet mijn ogen tranen. Ik ben blij als we terug in het hotel zijn. Even lekker opwarmen.

Conclusie
Uiteindelijk houd ik gemengde gevoelens over deze fiets. Hij rijdt heerlijk, wat dat betreft zou ik hem echt hoog inschalen. Maar de fiets heeft ook een paar minpuntjes. De 25 millimeter banden die erin zitten, passen gewoon niet. De zitbuis en de binnenkant van de liggende achtervork vertonen sporen van een aanlopend wiel. Ik heb hier tijdens het fietsen niets van gemerkt, maar blijkbaar is dit wel gebeurd. Natuurlijk is dit makkelijk op te lossen met een 23 millimeter band, maar wie rijdt daar nog mee? Louis heeft echter wel gezegd dat in het komende model wel 25 millimeter banden passen. En dan heb je nog het bepaald niet lichte gewicht. Als we dit afzetten tegen de prijs van 3250 euro, dan valt het allemaal mee. Je betaalt dus niet de hoofdprijs voor deze CBT. En je hebt dan in ieder geval geen eenheidsworst.

De naam van de fiets doet hij voor mij echter geen eer aan. Het is zeker een leuke fiets, maar een obsessie? Nee, dat is hij niet voor mij.