Direct naar artikelinhoud
Column

Herkennen we, tussen al het neppe nepnieuws, het echte nepnieuws nog?

Herkennen we, tussen al het neppe nepnieuws, het echte nepnieuws nog?

Dankzij de obsessie met Donald Trump, domineerde het fenomeen 'nepnieuws' de staart van 2016. Sindsdien is er dagelijks een rel rond wat de publieksdienst mediawijsheid.nl omschrijft als 'misleidende informatie die wordt verspreid om geld te verdienen of om de publieke opinie te beïnvloeden'.

Nepnieuws dicteert of overschaduwt geregeld echt nieuws omdat journalisten steeds bezig zijn het te ontkrachten. Trump is een meester in die afleiding, bleek deze week weer. Hij beweerde dat de 'oneerlijke media' - zoals hij de pers noemt - zwijgen over aanslagen van IS. Journalisten waren daarna weer zoet met het weerleggen van zijn nonsens. Als de president van de VS onzin verspreidt moet dat uiteraard weersproken worden. Maar als die president dat elke dag doet, is het dan nog nieuws? Het berooft ons van tijd en ruimte voor andere zaken. Zoals voor een zwarte jongen in Frankrijk die door de politie met een wapenstok anaal is verkracht.

Nepnieuws negeren lijkt geen optie. Hier bewijst PVV-leider Geert Wilders dat deze week met een foto van een demonstratie voor de invoering van de sharia uit 2009. Wilders had die zo gemanipuleerd dat het leek alsof D66-voorman Alexander Pechtold meedemonstreert. Dat het een nieuwe tactiek is binnen Wilders' lastercampagnes tegen politieke tegenstanders is nieuwswaardig, maar waarom verhieven veel media dat kinderlijke gefröbel ook nog tot 'nepnieuws'? Waarom is met 'nep' de kous niet af?

Om de week
Buitenlandredacteur Seada Nourhussen schrijft vanaf vandaag om de week een column op de opiniepagina.

Vicieuze cirkel

NRC-journalist Tom-Jan Meeus stelde bij 'De Wereld Draait Door' dat "in de nieuwe mediawerkelijkheid het initiatief niet meer bij de journalistiek, maar bij de politiek ligt." Hij zei ook dat Wilders veel meer volgers op Twitter heeft dan er NRC-abonnees zijn en dus is wel duidelijk wie de macht heeft. Op een vraag waarom onzin niet wordt genegeerd, zei Meeus dat journalisten nu eenmaal alle Wilders-fratsen willen beschrijven. Dat toont een dwangmatige vicieuze cirkel waar journalisten in vast zijn komen te zitten: Wilders, Trump of een andere politicus die feitenvrij opereert, stuurt traditionele media via sociale media met onzin. Journalisten zijn vervolgens niet alleen druk met de onzin maar ook met de sturing die erachter zit.

Zijn we nog in staat hypes kritisch te benaderen? We hebben eerder de neiging ze eindeloos te reproduceren uit angst de hype te missen. Die houding kan ik alleen maar verklaren met een andere fenomeen: clickbait. Dat wordt omschreven als: 'Webcontent gericht op het genereren van inkomsten door bezoekers via sensationele koppen aan te moedigen door te klikken naar adverteerders. Gaat vaak ten koste van kwaliteit en zorgvuldigheid'. Lijkt nogal op de definitie van nepnieuws.

Hij zei ook dat Wilders veel meer volgers op Twitter heeft dan er NRC-abonnees zijn en dus is wel duidelijk wie de macht heeft

Geen weerwoord

Ondertussen krijgt werkelijk nepnieuws, afkomstig van journalisten, geen weerwoord. Het Algemeen Dagblad kopte onlangs dat het Internationaal Gerechtshof excuses had gemaakt voor een stagiaire die de Haagse politie beschuldigt van racisme toen ze werd gearresteerd voor door rood lopen. Andere media namen het over, met de toevoeging dat de vrouw loog. Het bewijs? De excuses en een video die aan slechts een paar journalisten was getoond. Maar het AD had het Hof niet gesproken, de bewering over excuses kwam van de politie. Die bleek ook nog onwaar: het Hof liet weten nooit excuses te hebben gemaakt en een onderzoek naar de arrestatie nodig te achten. NRC en nu.nl meldden dat, maar corrigeerden de nepkop van het AD niet. Ik maak me zorgen: herkennen we, tussen al het neppe nepnieuws, echt nepnieuws nog?

Ik maak me zorgen: herkennen we, tussen al het neppe nepnieuws, echt nepnieuws nog?