Direct naar artikelinhoud
Inburgering

Steden willen regie terug over inburgering

De Rekenkamer concludeert dinsdag in een rapport dat het huidige systeem van inburgering tekort schiet.

Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht, verenigd in de G4, willen dat de gemeenten de regie terugkrijgen over het inburgeringsproces. De grote steden menen dat maatwerk nodig is om de integratie in goede banen te leiden. Het Rijk moet volgens de G4 verantwoordelijk blijven voor de kwaliteitscontrole van de cursussen.

De vier grootste gemeenten van Nederland reageren daarmee op een kritisch rapport van de Rekenkamer over het inburgerinsbeleid, waaruit blijkt dat het huidige systeem, waarin statushouders zelfs verantwoordelijk zijn voor hun inburgering, tekort schiet.

Het systeem moet juist activeren, maar leidt nu tot lagere slagingspercentages en minder deelnemers aan inburgeringscursussen. 
Het huidige inburgeringssysteem geldt sinds 2013. Voor die tijd waren de gemeenten sinds 2007 verantwoordelijk. 

De G4 herkent zich in de conclusies van de Rekenkamer en uitte al eerder zijn zorgen over de huidige gang van zaken. Door de nieuwe inburgeringswet zeggen de gemeenten geen zicht meer op het inburgeringsproces te hebben.

"Gemeenten kunnen inburgeraars niet stimuleren, aanspreken of ondersteunen. Uit ervaring voor 2013 is gebleken dat dit wel nodig is."

Daarom moet er als het aan de G4 ligt een nieuw systeem komen waarbij de gemeenten weer de regie voeren. "De gemeenten willen het talent en de mogelijkheden van nieuwkomers veel beter benutten. Daarvoor is het nodig maatwerk te bieden om het integratieproces in goede banen te leiden. Soms is veel begeleiding nodig, soms juist niet.''

De steden willen ook de kwaliteit van het aanbod van de taalscholen verbeteren. Het Rijk moet als het aan de G4 ligt de verantwoordelijkheid krijgen voor de kwaliteitscontrole door een landelijke regeling in te stellen.

Het is verder van belang dat het leren van de taal en parallel daaraan het volgen van werkervaringstrajecten makkelijker wordt, bepleiten de gemeenten.

Gemeenten kunnen inburgeraars niet stimuleren, aanspreken of ondersteunen. Uit ervaring voor 2013 is gebleken dat dit wel nodig is
G4

Politiek

De oppositiepartijen in de Tweede Kamer reageerden dinsdag kritisch op de bevindingen van de Rekenkamer over inburgering. Onder meer D66 en GroenLinks pleiten ervoor de Wet Inburgering aan te passen of zelfs terug te gaan naar de situatie van voor 2013.

D66-Kamerlid Paul van Meenen vindt dat er een eind moet komen aan de vluchteling als 'verdienmodel'. Van Meenen wil dat de gemeenten weer een actieve rol gaan spelen bij de inburgering. Cursussen zouden door de overheid moeten worden geregeld.

Linda Voortman van GroenLinks vindt dat het kabinet 'een puinhoop heeft gemaakt van de inburgering' door marktwerking in te voeren. "Wat mij betreft maken we van de inburgering zo snel mogelijk een publieke taak.''

SP-leider Emile Roemer vindt ook dat inburgering niet aan de markt moet worden overgelaten. "We willen toch dat we samen leven? Dan moeten nieuwkomers zo snel mogelijk de taal leren. Laat de overheid gewoon goed taalonderwijs aanbieden.''

De VVD vindt ook dat te weinig mensen inburgeren, maar ziet in de kritiek van de Rekenkamer geen aanleiding om de Wet Inburgering aan te passen. "Wij vinden het normaal dat een nieuwkomer zelf verantwoordelijkheid neemt voor zijn inburgering'', laat Tweede Kamerlid Malik Azmani weten.

Er moet meer werk worden gemaakt van handhaving van de inburgeringsplicht, vindt hij. "We verwachten ook dat Asscher bij verwijtbaar niet inburgeren ook sanctioneert, bijvoorbeeld door te korten op sociale voorzieningen als bijstand.''

Ahmed Marcouch van de PvdA zegt in een reactie dat minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken), die verantwoordelijk is voor het inburgeringsbeleid, al stappen heeft genomen. "Onze minister heeft inmiddels ingezet op meer geld, meer focus op Nederlandse waarden en betere begeleiding.'' Of de PvdA wil dat de marktwerking uit het systeem wordt gehaald zei Marcouch niet.

Laat de overheid gewoon goed taalonderwijs aanbieden.
Emile Roemer, fractievoorzitter SP
Wij vinden het normaal dat een nieuwkomer zelf verantwoordelijkheid neemt voor zijn inburgering.
Malik Azmani (VVD), Tweede Kamerlid